Onderhoud
9
Draai de afsluitdop vast.
54
10 Schuif de elektrode
terug in de cel tegen de
weerstand van de O-ring
van de meetkamer in,
totdat deze op zijn plaats
klikt en sluit de
elektrodekabel weer aan
op het paneel.
Sluit de deur van de
behuizing.
Vervanging van membraankap en het elektrolyt:
Opmerking: Nadat de membraankap en het elektrolyt zijn vervangen,
duurt het ongeveer 6 uur om de optimale prestaties te bereiken.
Het instrument kalibreert voor het eerst nadat het monster en de
reagens gedurende vijf minuten zijn opgewarmd in de meetkamer.
Na een tweede kalibratie een uur later schakelt het instrument over
naar de aangepaste kalibratiecyclus.
Elektrode vervangen:
Opmerking: Na het plaatsen van een nieuwe elektrode heeft het
instrument maximaal 12 uur nodig (een nacht) om optimale prestaties
te bereiken.
Het instrument kalibreert tweemaal nadat het monster en de
reagens gedurende vijf minuten zijn opgewarmd in de meetkamer.
Na twee uur bedrijfsduur in de meetmodus volgt de volgende
kalibratie en na vier uur kalibreert het instrument voor het laatst.
Daarna schakelt het instrument over naar de aangepaste
kalibratiecyclus.
Opmerking: Er verschijnt geen waarschuwing over de elektrodehelling
gedurende het vervangingsproces van de membraan en de elektrode. Als
een elektrodehelling buiten het bereik van –50 t/m –67 mV valt, kan er een
foutbericht worden weergegeven.
Belangrijke opmerking: Nadat u een nieuwe elektrode hebt
geplaatst of het instrument opnieuw hebt gestart, zullen de
waarden voor de standaardkalibratie aanzienlijk veranderen. Na
ongeveer 2 dagen zullen de mV-waarden voor de standaarden
echter iets toenemen terwijl het elektrolyt verdampt. De helling blijft
constant terwijl beide standaardwaarden evenredig toenemen.