Paragraaf 5 Bedrijf
5.1 Sensor diagnosemenu
SELECT AMTAX sc (als er meerdere sensoren of analysers zijn aangesloten)
AMTAXsc
FOUTENLIJST
LIJST
WAARSCHUWINGEN
5.2 Menu Sensor setup
SELECTEER AMTAX sc (als er meerdere sensoren of analysers zijn aangesloten)
KALIBRATIE (zie
5.3 op pagina
CORR. FACTOR
LOCATIE1
GAIN CORR.
LOCATIE2
GAIN CORR.
KALIBREREN
REINIG-KAL.
INSTELLINGEN
SET OUTMODE
AUTO KAL.
SET INTERVAL
START
VERWERPEN
SEL AANG METHOD
GEAVANCEERD
CONVENTIONEEL
STANDAARDINSTELLING
CONFIGUREREN
LOCATIE1
NAAM BEWERKEN
De AMTAX sc kan alleen worden bediend met een
sc1000-controller. Zie de gebruikershandleiding van de sc1000
voor meer informatie.
Een LED op de deur geeft de huidige bedrijfsstatus aan. Zie de
gebruikershandleiding van de sc1000 en
paragraaf op pagina
Het apparaat, de chemicaliën en de elektrode zijn
temperatuurgevoelig. Bedien het instrument alleen als de deur
gesloten is om onjuiste metingen te voorkomen.
Geeft alle huidige fouten in de sensor weer
Geeft alle huidige waarschuwingen in de sensor weer
44)
Geeft de correctiefactor weer
Geeft locatie1 weer die wordt aangepast in het menu CONFIGUREREN
Past de correctiefactor voor kanaal 1 aan
Beschikbaar met de tweekanaals versie.
Beschikbaar met de tweekanaals versie.
Activeert een automatische kalibratie, daarna de meetmodus
Activeert een automatische kalibratie met een aansluitende automatische reiniging,
daarna de meetmodus
De waarde die wordt uitgegeven tijdens een kalibratie en de waarden die daarna worden
verworpen.
HOUDEN = laatste meetwaarde, SET TRANSFER = in te voeren waarde.
Tijdsinterval tussen twee kalibraties
Starttijdstip van de kalibratie (indien er meerdere kalibraties per dag zijn: Voer het
starttijdstip in van de eerste kalibratie.)
Aantal meetwaarden die na een kalibratie worden verworpen.
Selecteer de kalibratiemethode
Standaard kalibratiemethode voor softwareversie ≥ 1,60 (Voor de hoogste nauwkeurigheid
met de laagste meetwaarden.)
De kalibratiemethode voor softwareversie < 1,60 is beschikbaar wegens
compatibiliteitsredenen (niet te selecteren in het meetbereik 0,02–5 mg/L).
Standaard fabrieksinstellingen worden gereset.
Instellingen voor locatie 1
Indien vereist voert u de naam in van de meetlocatie.
59.
39