Inhoudsopgave
Advertenties
Bedrijf
5.2 Menu Sensor setup (vervolg)
CONFIGUREREN (vervolg)
SET PARAMETER
SELECT EENHEID
QUANTITY CH 1
VERWERPEN WAARDE 1
LOCATIE 2
NAAM BEWERKEN
SET PARAMETER
SELECT EENHEID
QUANTITY CH 2
VERWERPEN WAARDE 2
METEN
SET INTERVAL
START MET BUS:
START MET BUS:
AANTAL METINGEN:
VERWERPEN:
GEMIDDELDE:
REINIGING
SET INTERVAL
START
VERWERPEN
SET OUTMODE
KUVETTEMP.
SLANGVERWARMING
ON
UIT
REAG. WAARSCHUWING
REAG. WAARSCHUWING
40
Selecteer de uitgave: ammonium of ammoniumstikstof
Selecteer de uitgave: in mg/L of ppm
Aantal metingen na elkaar ( = metingen op kanaal 1 + VERWERPEN WAARDE 1 kanaal
1). Beschikbaar met de tweekanaals versie.
Aantal verworpen waarden na omschakelen van kanaal 1 naar kanaal 2. Beschikbaar met
de tweekanaals versie.
Instellingen voor locatie 2
Indien vereist voert u de naam in van de meetlocatie. Beschikbaar met de tweekanaals
versie.
Selecteer de uitgave: ammonium of ammoniumstikstof. Beschikbaar met de tweekanaals
versie.
Selecteer de uitgave: in mg/L of ppm. Beschikbaar met de tweekanaals versie.
Aantal metingen na elkaar ( = metingen op kanaal 2 + VERWERPEN WAARDE 2 kanaal
2). Beschikbaar met de tweekanaals versie.
Aantal verworpen waarden na omschakelen van kanaal 2 naar kanaal 1. Beschikbaar met
de tweekanaals versie.
Voer het meetinterval in (tijdsinterval tussen twee metingen). OPGEPAST bij filtratiesonde
en werking van 5 min.: verhoogde pompsnelheid van de filtratiesonde, jaarlijks onderhoud
van filtratiesonde is noodzakelijk.
JA/NEE; optie of het instrument ononderbroken metingen uitvoert of dat de metingen door
fieldbus worden geactiveerd. "Fieldbus" moet worden geactiveerd onder
"TEST/ONDERH". Instrument schakelt na activering over naar een 5 min. interval.
Aantal metingen na busactivering.
Aantal verworpen waarden die aan de metingen voorafgaan.
Aantal metingen die gemiddeld zijn. (Heeft alleen invloed op door de bus geactiveerde
metingen)
Aantal uur tussen de reinigingen
Starttijdstip van de reiniging (indien er meerdere reinigingen per dag zijn: Voer het
starttijdstip in van de eerste reiniging.)
Aantal meetwaarden die na een reiniging worden verworpen.
De waarde die wordt uitgegeven tijdens een reiniging en de waarden die daarna worden
verworpen.
HOUDEN = laatste meetwaarde, SET TRANSFER = in te voeren waarde.
Temperatuur van de kuvet en elektrode
Aanbevolen: Selecteer 45 °C bij luchttemperatuur: maximaal 35, 50 °C bij
luchttemperatuur: maximaal 40, 55 °C bij luchttemperatuur: maximaal 45 °C, bij 55 °C kan
de nauwkeurigheid lager en de levensduur korter zijn.
Verwarming van de sondeslang wordt aan het begin van de geselecteerde maand
ingeschakeld bij gebruik van de filtersonde sc.
Verwarming van de sondeslang wordt aan het begin van de geselecteerde maand
uitgeschakeld bij gebruik van de filtersonde sc.
Aan/Uit
Wanneer Aan is geselecteerd: toont een waarschuwing als de reagentianiveaus laag zijn
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
