Inhoudsopgave
Advertenties
8
Inbedrijfname
8.1
Plichten van de gebruiker
8.2
Inbedrijfname in explosieve gebie-
den
8.3
Aansluiting van signaalgevers en
pompen in explosieve zones
8.4
Toestel inschakelen
8.4.1
Mogelijke foutmeldingen bij in-
schakelen
Code*
Storing
E006
Draaiveldfout
E080.x
Storing pomp
E080.x
Storing pomp
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control EC-L • Ed.04/2022-09
•
Beschikbaarstelling van de inbouw- en bedieningsvoorschriften op de schakelkast of
een hiervoor bestemde plaats.
•
Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van
het personeel.
•
Het garanderen dat het volledige personeel de inbouw- en bedieningsvoorschriften
heeft gelezen en begrepen.
•
De installatieplek van de schakelkast is overstromingsbestendig.
•
De schakelkast is volgens de voorschriften beveiligd en geaard.
•
Signaalgevers volgens de richtlijnen van de systeemdocumentatie geïnstalleerd en inge-
steld.
•
Minimale waterdekking van de aangesloten pompen in acht nemen.
•
Veiligheidsinrichtingen (incl. noodstop) van de complete installatie ingeschakeld en op
probleemloze werking gecontroleerd.
•
De schakelkast is geschikt voor toepassing onder de voorgedefinieerde bedrijfsomstan-
digheden.
De schakelkast mag niet in explosieve gebieden in bedrijf worden genomen!
GEVAAR
Explosiegevaar bij installatie van de schakelkast in explosieve
zones!
De schakelkast heeft geen eigen Ex-beschermingsklasse en moet altijd
buiten explosieve zones worden geïnstalleerd! De aansluiting moet door
een elektricien gebeuren.
GEVAAR
Er bestaat explosiegevaar bij een onjuiste aansluiting!
Wanneer de aangesloten pompen en signaalgevers in een explosiege-
vaarlijke omgeving (Ex-zone) worden geïnstalleerd, bestaat er explosie-
gevaar als gevolg van een verkeerde aansluiting:
• Installeer de elektroden niet in een explosiegevaarlijke omgeving (Ex-
• Sluit de vlotterschakelaar aan via een scheidingsrelais voor explosies!
• Niveausensor via een zenerbarrière aansluiten!
• Ex-modus inschakelen (Menu 5.64)!
• Neem het Ex-hoofdstuk in de bijlage in acht.
• Laat de aansluiting door een elektromonteur uitvoeren.
Afhankelijk van de netaansluiting en de basisinstellingen kunnen bij het inschakelen van
het toestel de volgende foutmeldingen verschijnen. De weergegeven foutcodes en hun be-
schrijving hebben alleen betrekking op de inbedrijfname. Een volledig overzicht vindt u in
het hoofdstuk "Foutcodes [} 51]".
Software-
Oorzaak
release
Alle
•
Onjuist draaiveld
•
Bedrijf op de eenfasige wissel-
stroomaansluiting.
Bedrijf op de eenfasige wisselstroom-
Tot 2.01.x
aansluiting.
Vanaf 2.02x
•
Geen pomp aangesloten.
•
Motorstroombewaking niet inge-
steld.
zone)!
Verhelpen
•
•
Motorstroombewaking deactiveren (me-
nu 5.69)!
•
•
Rechtsdraaiend draaiveld op de net-
aansluiting tot stand brengen.
Draaiveldbewaking deactiveren (me-
nu 5.68)!
Sluit de pomp aan of deactiveer de mini-
mumstroombewaking (menu 5.69)!
Motorstroombewaking instellen op de
nominale stroom van de pomp.
nl
31
Advertenties
Inhoudsopgave
