nl
7.2.1
Bedrijfssituatie "Leegmaken"
Fig. 24: Weergave van de schakelpunten met
vlotterschakelaar of elektroden in de be-
drijfssituatie "Leegmaken" aan de hand van
het voorbeeld voor twee pompen
7*
8*
Fig. 25: Weergave van de schakelpunten met
niveausensor in de bedrijfssituatie "Leegma-
ken" aan de hand van het voorbeeld voor
twee pompen
7.2.2
Bedrijfssituatie "Vullen"
28
LET OP
Bedrijfssituatie na stroomuitval
Na stroomuitval start de schakelkast automatisch in de laatst ingestelde
bedrijfssituatie!
De volgende bedrijfssituaties zijn mogelijk:
•
Leegmaken (drain)
•
Vullen (fill)
Het reservoir of de put wordt leeggemaakt. De pompen worden bij stijgend niveau inge-
schakeld, bij dalend niveau uitgeschakeld. Deze regeling wordt hoofdzakelijk voor de wa-
terafvoer gebruikt.
Niveaudetectie met vlotterschakelaar of elektrode
1
Pomp 1 aan
2
Pomp 2 aan
5
3
Pomp 1 en 2 uit
4
Droogloopniveau
2
5
Hoogwaterniveau
Er kunnen max. vijf vlotterschakelaars of elektroden aangesloten worden. Daarmee kunnen
1
twee pompen gestuurd worden:
•
Pomp 1 aan
•
Pomp 2 aan
3
•
Pomp 1 en 2 uit
4
•
Droogloopniveau
•
Hoogwaterniveau
De vlotterschakelaars moeten met een maakcontact uitgerust zijn: Als het schakelpunt be-
reikt is, wordt het contact gesloten.
Niveaudetectie met niveausensor of duikerklok
1
Pomp 1 aan
2
Pomp 1 uit
6
3
Pomp 2 aan
4
Pomp 2 uit
5
Droogloopniveau
3
4
6
Hoogwaterniveau
1
7
Hoogwaterniveau*
8
Droogloopniveau*
2
* Voor de verhoogde bedrijfsveiligheid bijkomend per afzonderlijke vlotterschakelaar gere-
aliseerd.
5
Er kan een niveausensor of een duikerklok worden aangesloten. Daarmee kunnen drie pom-
pen aangestuurd worden:
•
Pomp 1 Aan/Uit
•
Pomp 2 Aan/Uit
•
Pomp 3 Aan/Uit
•
Droogloopniveau
•
Hoogwaterniveau
Het reservoir wordt gevuld, bijv. om water in een waterreservoir te pompen. De pompen
worden bij dalend niveau ingeschakeld, bij stijgend niveau uitgeschakeld. Deze regeling
wordt hoofdzakelijk voor de watervoorziening gebruikt.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control EC-L • Ed.04/2022-09