Wi-Fi gebruiken
Instellingen verbindingsadapter en cameraverbinding
o
1
Start het wizardscherm en tik op 1.
"Voorbereiding op de camera" (A pag. 79)
Beschikbare adapter
Draadloze LAN
.
2
Selecteer "Verbind met toegangspunt" en tik vervolgens op 1.
Verbind met toegangspunt
.
3
Selecteer "Internetverbinding" en tik vervolgens op 1.
Internetverbinding
.
4
Selecteer de configuratiemethode en tik op 1.
Configureer WPS hier.
WPS
.
5
Druk op de WPS-knop op het toegangspunt.
Voor meer informatie verwijzen wij u naar de instructiehandleiding van
het toegangspunt.
6
Tik op "WPS".
WPS setup
Druk op de knop WPS
op het toegangspunt
raak dan de knop WPS aan
.
82
op het scherm
WPS
7
Er verschijnt een scherm van een succesvolle verbinding.
Verbonden
Succesvol verbonden.
Zet de instellingen door.
.
Volg de instructies op het scherm om "HTTP-
poort"/"UPnP"/"DDNS"/"Gebruikersnaam"/"Wachtwoord" te
configureren.
HTTP-poort:
0
Configureer het poortnummer voor verbinding met het internet. Dit is
normaal ingesteld op "80".
UPnP:
0
Stel in op "Aan" als de UPnP-protocol kan worden gebruikt om het
apparaat met een netwerk te verbinden.
DDNS:
0
Configureer het omgeving voor verbinding met het internet. Dit is
normaal ingesteld op "Aan".
Gebruikersnaam:
0
Stel een gebruikersnaam in voor de verkregen DDNS-account.
Wachtwoord:
0
Stel een wachtwoord in voor de verkregen DDNS-account.
Voor niet-WPS moet ook informatie zoals SSID, type codering,
0
wachtwoordzin en IP-adres ("DHCP" of "Handmatig") worden
geconfigureerd.
OPMERKING :
Het is ook mogelijk om de verbindingsinstellingen te configureren in
0
het "Instellingen"-tabblad nadat directe verbinding is gevestigd en bij
toegang tot de hoofdpagina van de camera via de webbrowser. "Wijzigen
van verbindingsinstellingen" (A pag. 94)