Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbereiding en starten
GEFAHR
Verbrandingsmotoren vormen een bijzonder gevaar tijdens het gebruik en het
tanken.Lees en volg altijd de waarschuwingen en bijbehorende veiligheidsinstructies
verderop in deze handleiding. Bij minachting kan het tot zware of zelfs dodelijke
verwondingen komen.
1.
motor niet binnenshuis, in garages of gesloten gebieden starten of laten lopen. De
uitlaatgassen van motoren bevatten giftig koolmonoxide. Verblijf in een omgeving die
koolmonoxide bevat, kan bewusteloosheid en de dood tot gevolg hebben.
2.
Controleer voor elke start op lekken of scheuren brandstofleidingen, tankdop en
brandstoftank. Bij een dergelijke beschadiging mag het apparaat niet in gebruik
worden genomen.
3.
Voordat u de motor start, staan alle bedieningselementen in neutraal of
overschakelen naar neutraal
4.
Start de motor alleen bij uitgeschakelde aandrijvingen.
5.
Voorzichtigheid bij het omgaan met brandstof is licht brandbaar.
–
Zet voor het tanken altijd de motor af
–
Goedgekeurd benzinetank gebruiken.
–
motor nooit terwijl die draait of heet is bijtanken.
–
brandstof altijd in een goed geventileerde ruimte bijvullen. Nooit in afgesloten
ruimtes.
–
motor nooit in de nabijheid van open vlammen, ontvlambare vonken of hete
motoronderdelen bijtanken. Niet roken tijdens het tanken.
–
tankdop altijd voorzichtig openen, zodat de aanwezige overdruk kan langzaam
verdwijnen.
–
Bij de tanken geen brandstof morsen.
–
Zorg ervoor dat de tank niet te vol zit met teveel brandstof. Gemorste brandstof
moet onmiddellijk worden verwijderd en het apparaat moet worden gereinigd.
–
Sluit de afsluitschroef op de brandstoftank altijd goed af.
–
brandstoffen in een speciaal container, VERWIJDERD van warmte En Ontstekingsbron
opslaan .
6.
Voor alle Apparaten met elektrisch drijfveer of elektrisch ontsteking gebruik een
geaard veiligheidsstopcontact.
7.
Geen aanpassingen terwijl motor draait uitvoeren, behalve als dit uitdrukkelijk aanbevolen
door de fabrikant.
8.
Laat de motor en sneeuwfrees afkoelen tot buitentemperatuur voordat u sneeuw
opruimt.
9.
De behuizing van de Vijzel op Grind- of. onverharde wegen overeenkomstig hoog
genoeg instellen.
10. Bij afstelling, bediening of reparatiewerkzaamheden altijd een veiligheidsbril of
oogbescherming dragen om uw ogen te beschermen tegen vreemde voorwerpen die uit
de sneeuwfrees kunnen worden geslingerd.
SICHERHEITSHINWEISE
D
7
Advertenties
Inhoudsopgave
