Gebruiksaanwijzing Sneeuwfrezen SFK90-PRO, SFR110PRO BELANGRIJKE AANWIJZING Let op! Leest U voor de ingebruikname en montage de gehele gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat U doormiddel van deze gebruiksaanwijzing vertrouwd raakt met de machine en het gebruik ervan. Aanwijzing De fabrikant van deze machine is volgens het product...
INHOUDSOPGAVE Inleiding Doelgericht gebruik Veiligheidsvoorschriften Algemene veiligheidsvoorschriften Operationele zekerheid Veiligheid bij gebruik van verbrandingsmotoren Service -veiligheid Overige risico’s en beschermingsmaatregelen Wat te doen in geval van nood Gebruiksaanwijzing- en waarschuwingssymbolen Leveringspakket Bedieningselementen 5.1 Motor 5.2 Sneeuwfrees (SFR110PRO, SFK90PRO) Montage Montage duwstang (boven handgreep) Aandrijfstang monteren Uitwerpkoker monteren Ingebruikname...
1. INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie en werkwijzen voor een veilig gebruik en onderhoud van dit model. Voor uw eigen veiligheid en het beschermen tegen verwondingen moet U de in deze gebruiksaanwijzing toegelichte veiligheidsmaatregelen zorgvuldig lezen, zich er mee vertrouwd maken en ze te allen tijde in acht nemen. DOELGERICHT GEBRUIK De sneeuwfrees is uitsluitend bedoeld voor het verwijderen van sneeuw op bestaande wegen en andere oppervlakten.
Bovendien bevat de gebruiksaanwijzing andere belangrijke tekstplaatsen, die door het woord PAS OP! gekenmerkt zijn. 3.1 Algemene veiligheidsvoorschriften Aanwijzingen voor gevaren, waarschuwingen en pas op! Situaties dient u absoluut in acht te nemen, om het risico van persoonlijke of andere schade te voorkomen of foutieve service werkzaamheden te voorkomen.
Pagina 6
Defecte schakelaars moeten bij een door Lumag erkende reparatiedienst worden vervangen. Gebruik de machine niet als de schakelaar er niet voor zorgt dat de machine aan en uit gezet kan worden.
Deze machine voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen door de Lumag reparatiedienst of door Lumag aangewezen reparatie diensten worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt, bij gebruik van niet originele onderdelen kunnen gevaarlijke situaties voor gebruiker ontstaan.
Pagina 8
Deze onderdelen moeten aan alle voorwaarden voldoen om een veilig en probleemloos gebruik van de machine te garanderen. - Beschadigde beschermkappen/hulpstukken moeten door een Lumag erkende reparatiedienst worden gerepareerd of vervangen worden, zover er niets anders over in de gebruiksaanwijzing wordt aangegeven.
te minimaliseren. Let op! Bij het verlaten van de machine altijd de sleutel of de bougiedop verwijderen zodat de machine niet gestart kan worden. 3.3 Veiligheid bij gebruik van verbrandingsmotoren GEVAAR Verbrandingsmotoren veroorzaken tijdens het gebruik en bij het tanken een gevaarlijke situatie.
WAARSCHUWING Ondeskundig onderhoud of het niet signaleren van een probleem c.q. het niet oplossen van een probleem kan tijdens het trillen voor gevaarlijke situaties zorgen. Gebruikt u alleen een regelmatig en juist onderhouden machine. Alleen zo kunt u ervan uitgaan dat u uw machine veilig, deskundig en storingsvrij kunt gebruiken. En dat voor langere tijd.
Pagina 11
→ Op niet vlakke ondergronden moet u extra voorzichtig zijn. Zorg ervoor dat u altijd stabiel kunt staan. Het niet in acht nemen van ergonomische principes Het niet in acht nemen van de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Het niet consequent gebruiken of niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Uitglijden, Struikelen of vallen van personen Op instabiele ondergronden kunt u door te struikelen verwondingen oplopen. → Let op obstakels in uw werkbereik. Zorg voor een stabiele ondergrond en draag veiligheidsschoenen c.q. veiligheidslaarzen met stalen neuzen en zolen met optimale grip. Uitgeworpen voorwerpen of vloeistoffen Uitgeworpen stenen, aarde etc.
WAARSCHUWINGSTEKENS Voor ingebruikname goed de gebruiksaanwijzing lezen. Let op! Gevaar door ronddraaiende delen. Bij een draaiende motor voldoende afstand tot de rotor en frees houden. Bij draaiende motor nooit beschermkappen openen of verwijderen. Handen en voeten verwijdert houden van draaiende delen. Gevaar/ ademgevaar.
Wat moet u doen? Handschoenen dragen Stevige schoenen dragen Ogen en gehoorbescherming dragen Gegarandeerde geluidsspiegel LWA TYPE PLAATJE Voorzien van modelnummer, bouwjaar en serienummer. Bij bestellingen van onderdelen c.q. service informatie altijd deze informatie doorgeven. Oude elektrische en motorapparaten horen niet bij het grofvuil. Zij horen horen bij de gemeente ingeleverd te worden.
BEDIENINGSELEMENTEN 5.1 Motor Oliedop met oliepeilstok Contactsleutel Trekstarter Gashendel Trekstarter Brandstofventiel Olieafvoer bout Choke Primer (inspuitinggedeelte) 10 Luchtfilter 11 Bougie en bougiedop 12 Brandstoftank 13 Tankdop 14 Uitlaat deksel 15 Oliedop 16 E-starter Handmatig starten Brandstofventiel (6) Het brandstofventiel bevindt zich onder de brandstoftank (12). Het ventiel onderbreekt de brandstoftoevoer.
Door het indrukken van de primerknop stelt de inspuiting de benodigde brandstof ter beschikking om een koude motor te starten Choke (8) Met de choke wordt de brandstof/ luchtverhouding ingesteld. De choke vergemakkelijkt het starten met een koude motor. Wanneer de motor warm is en rustig loopt, moet de choke weer in de startpositie worden teruggezet.
Pagina 17
Versnellingshendel (1) Met deze hendel wordt de rijsnelheid van de sneeuwfrees ingesteld. De sneeuwfrees heeft 6 voorwaartse (1-5) en 2 achteruit versnellingen. Aandrijving (2) De aandrijvinghendel bevindt zich aan de rechterzijde. Dit bedieningselement schakelt de aandrijving in, als de hendel naar beneden wordt gedrukt. Hendel loslaten en de machine stopt met het vooruit c.q.
Voor de opbouw en ingebruikname van de sneeuwfrees moeten alle veiligheidsregels en gebruiksaanwijzingen uit deze handleiding goed gelezen, begrepen en opgevolgd worden. Het niet opvolgen van deze regels kan tot het verliezen van de controle over deze machine leiden, tot zware of dodelijke ongelukken leiden (van gebruikers of andere personen) of tot schade aan materialen of de machine leiden.
6.2. Aandrijfstang monteren Boven (onder de bedieningshendels) 1. Schakelstang in de houder plaatsen en met een borgpen vastzetten Onder 1. Aandrijfstang zoals op de afbeelding aangegeven monteren. 6.3. Uitwerpunit monteren 1. schroeven van de uitwerpunit losdraaien 2. De onderzijde van de uitwerpunit invetten 3.
5. Het functioneren controleren als alle strips zijn aangebracht. Pas dan alle moeren vastdraaien. Bij het samenbouwen er op letten dat het draaibare gedeelte van de uitwerpunit in de tandkrans grijpt. 7. INGEBRUIKNAME U MAG DE WERKZAAMHEDEN DIE IN DIT HOOFDSTUK BESCHREVEN WORDEN PAS UITVOEREN ALS U ALLE VEILIGHEIDSMAATREGELEN UIT DEZE GEBRUIKSAANWIJZING HEBT GELEZEN.
De motor van hitte, vonken en vlammen verwijderd houden. Niet in de omgeving van de sneeuwfrees roken. Benzine is uiterst brandgevaarlijk en explosief. Voordat u tankt, de motor uitschakelen en afkoelen laten. 7.2 AANBEVOLEN BRANDSTOF Motorschade! Door gebruik van foutieve brandstof kan er schade aan de motor ontstaan. Gevaar voor motorschade door gebruik van foutieve brandstof.
Controleer telkens voor ingebruikname de machine. De machine staat hierbij op een vlakke ondergrond. Alleen zo kunt u een juiste controle uitvoeren. 1. Zijn alle afdekkappen en beschermmiddelen correct aangebracht? Zijn alle bouten en moeren goed aangedraaid en zitten ze goed vast. 2.
•4. Primer of vlotterknop (9) bij een koude motor 2-3 keer indrukken. Nooit bij een warme motor gebruiken. • 5. Contactsleutel (2) volledig in het contactslot steken. • 6. Zachtjes aan de Trekstarter (3) trekken, tot er weerstand voelbaar is en dan krachtig aan de trekstarter trekken en langzaam weer laten oprollen.
Houdt omstanders (kinderen, volwassenen, huisdieren) op veilige afstand ook tijdens de start. Waarschuwing: Bij krampachtige bewegingen kan de sneeuwfrees oncontroleerbaar worden. Dit kan tot het omkiepen van de sneeuwfrees leiden, maar ook tot verwondingen, botbreuken van de gebruiker of omstanders. Nooit proberen extreem steile hellingen sneeuwvrij te maken.
8.4 Rijden met de sneeuwfrees Zorg voor een stabiele ondergrond! Gevaar voor zware verwondingen en botbreuken Bij het werken op hellingen of dalen altijd de machine bergopwaarts bewegen. De gebruiker van de sneeuwfrees mag nooit in de valrichting staan. 1. Motor starten zoals hierboven wordt beschreven 2.
8.6. Elektrische regeling van de van de sneeuwuitworp Zodat de sneeuw naar 1 zijde wordt weggeworpen kan de uitwerpunit (12) gedraaid worden. Door het indrukken van de schakelaar (3) kunt u de uitwerpunit naar links of rechts draaien. De uitwerphoogte/ afstand van de sneeuw wordt vooral bepaald door de uitwerpunit deksel (13).
9.8 Differentieel blokkering Om de sneeuwfrees bij het gebruik makkelijker te kunnen bedienen, kan het rechter wiel/ rups met behulp van de aandrijfblokkering uitgeschakeld worden. Afbeelding A Afbeelding B Differentieel blokkering uitgeschakeld (dit Differentieel blokkering ingeschakeld. gebruikt u bij het maken van bochten) 1.
8.10 Reinigen van de uitworpunit met reinigingstool Contact van de handen met het draaiende rad (rotor) in uitworpunit is de grootste oorzaak van verwondingen met een sneeuwfrees. Nooit de uitworpunit met de handen reinigen. Uitwerpunit reinigen: 1. Motor uitschakelen, contact sleutel verwijderen 2.
Het is voldoende als u regelmatig een visuele controle uitvoert. Uiteraard moet u wel op ongewone geluiden letten evenals het niet juist functioneren van de bedieningselementen. Ondeskundig of geen onderhoud, geen visuele controle c.q. het niet oplossen van een probleem kan gevaren veroorzaken. Gebruik alleen een machine die aan bovenstaande voorwaarden voldoet.
Pagina 30
Na het beëindigen van de onderhoudswerkzaamheden moet u controleren of gebruikte gereedschappen opgeborgen zijn en de beschermkappen weer aangebracht zijn. Voor het starten moet u er zeker van zijn dat zich niemand in het gevaarbereik van de motor c.q. van de machine bevindt.
9.2 Onderhoudsplan Deze onderhoudswerkzaamheden a.u.b. regelmatig uitvoeren en continueren, om schade te voorkomen en het functioneren van de veiligheidsvoorzieningen te garanderen. Als u er geen aandacht aan geeft verhoogt u het gevaar van ongevallen. Interval Wat te doen Opmerking Beschrijving Voor Oliepijl controleren Zie Loncin handboek...
9.3 Olie pijl controleren en bijvullen Hete oppervlakten. Aan de motor bevinden zich delen die extreem heet worden, bijvoorbeeld de uitlaat of de koelribben van de motor. Wacht ALTIJD tot de motor is afgekoeld voor u werkzaamheden aan de machine verricht. Voor de eerste ingebruikname moet U motorolie bijvullen.
9.4. Afvoeren van olie uit de machine WAARSCHUWING MILIEUVERVUILING Ter bescherming van het milieu een kunststof folie en opvangbak onder de machine leggen om de weglopende olie op te vangen. Gebruikte motorolie milieuvriendelijk afvoeren. Wij adviseren oude olie in een afgesloten tank af te leveren bij een recycle center of een verzamelstation.
AANWIJZING Een loszittende bougie kan oververhit raken en daardoor de motor beschadigen. Een te strafvastgedraaide bougie kan de draad in de cilinderkop beschadigen 9.7 Brekersbouten Met de brekersbouten en borgmoeren wordt de frees op de aandrijving bevestigd. De bouten zijn zo geconstrueerd dat ze breken (afbreken) wanneer de frees vastslaat op een vreemd voorwerp.
10. PROBLEEMOPLOSSINGEN Storing Oorzaak oplossing Geen brandstof in de tank Tanken Brandstof kraan is nog gesloten. Brandstofkraan openen Choke staat niet op “aan” bij Choke op de positie aan zetten. koude motor De motor wil niet starten. Trekstarter is defect Trekstarter repareren Geen motorolie Motorolie bijvullen...
Pagina 37
Brandstof Ongelode benzine Ongelode benzine ROZ91 of hoger ROZ91 of hoger De aangegeven waarden zijn emissiewaarden en zijn daarmee niet meteen ook gelijkwaardig aan de werkwaarden. Hoewel er een correlatie is tussen Emissie- en Imissie waarden, kan daaruit niet direct afgeleidt worden of er extra veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Factoren die de actuele Immissiewaarden op de werkplek beïnvloeden, zijn de opbouw van de werkruimte, andere geluidsbronnen bijv.
Pagina 38
De garantietermijn betekent dat slechte of defecte onderdelen door ons worden vervangen of gerepareerd. Vervangen onderdelen blijven eigendom van Lumag. Door de vervanging van onderdelen wordt de garantietermijn van de machine niet aangepast. Voor nieuw geplaatste onderdelen is geen aparte garantieregeling.