Probleemoplossing
Probleem
U kunt de projector
niet inschakelen.
Geen beeld.
Het beeld is niet
stabiel.
Het beeld is vaag.
De
afstandsbediening
werkt niet.
38
Extra informatie
Oorzaak
Het netsnoer levert geen stroom.
De hoofdschakelaar staat niet aan.
De projector werd aangezet tijdens
het afkoelen.
Het deksel van de lamp zit niet goed
vast.
De videobron is niet ingeschakeld of
niet correct aangesloten.
De projector is niet correct
aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
De kabels zijn niet goed aangesloten
op de projector of de signaalbron.
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
De projector en het scherm staan
scheef.
De batterijen zijn leeg.
Er bevindt zich een voorwerp tussen
de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de
projector.
Oplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting aan de achterzijde van de
projector en het andere in het stopcontact.
Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld
(indien van toepassing).
(Zie pagina 20)
Zet de hoofdschakelaar aan.
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Plaats het deksel van de lamp correct.
(Zie pagina 36)
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten.
(Zie pagina 18)
Controleer de aansluiting.
Selecteer het correcte ingangssignaal met de
bronknoppen op de afstandsbediening of
met de knop SOURCE/ENTER (Bron/Enter)
op de projector.
(Zie pagina 20)
Sluit de kabels correct aan op de geschikte
aansluitingen.
(Zie pagina 18)
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring.
(Zie pagina 21)
Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte
aan, indien nodig.
(Zie pagina 20)
Vervang de batterijen.
(Zie pagina 9)
Verwijder het voorwerp.
(Zie pagina 14)
Ga niet verder dan 8 meter van de projector
staan.
(Zie pagina 14)
(Zie pagina 20)
(Zie pagina 18)