• Ze zijn minstens acht tekens lang
• Ze bevatten minimaal één letter en één cijfer
• Ze zijn geheel verschillend van uw naam of gebruikersnaam
• Ze vormen geen bekend woord of bekende naam
• Ze verschillen wezenlijk van uw eerdere wachtwoorden
Een wachtwoord instellen, wijzigen of wissen
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
1. Start het programma Setup Utility. Zie 'Het programma Setup Utility starten' op pagina 35.
2. Selecteer Security.
3. Selecteer, afhankelijk van het type wachtwoord, Set Power-On Password, Set Administrator
Password of Hard Disk Password en druk op Enter.
4. Volg de instructies aan de rechterkant van het scherm om het gewenste wachtwoord in te stellen, te
wijzigen of te wissen.
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal 64 alfabetische en numerieke tekens gebruiken.
Meer informatie vindt u in 'Overwegingen ten aanzien van wachtwoorden' op pagina 38.
5. Om de instellingen op te slaan en het programma Setup Utility af te sluiten drukt u op F10 of Fn+F10
(afhankelijk van het toetsenbord), selecteert u Yes in het venster dat wordt weergegeven en drukt
u op Enter.
Vergeten wachtwoorden wissen (CMOS wissen)
Als u uw gebruikerswachtwoord of een ander wachtwoord vergeten bent, kunt u in dit gedeelte lezen
wat u moet doen om dat wachtwoord te wissen.
U kunt een vergeten wachtwoord als volgt wissen:
1. Bereid de computer voor. Zie 'Uw computer voorbereiden en de computerkap verwijderen' op pagina 63.
2. Zoek de jumper voor Wissen van CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor) / Herstel op de
systeemplaat. Zie 'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 5.
3. Verzet de jumper van de standaardpositie (pennetje 1 en 2) naar de onderhoudspositie (pennetje 2 en 3).
4. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan. Zie Hoofdstuk 7 'Hardware installeren
of vervangen' op pagina 63.
5. Zet de computer aan en wacht ongeveer tien seconden. Zet de computer weer uit door de aan/uit-knop
ongeveer vijf seconden ingedrukt te houden.
6. Herhaal stap 1 en stap 2.
7. Zet de jumper voor Wissen van CMOS/Herstel terug in de standaardpositie (pennetje 1 en 2).
8. Plaats de kap van de computer terug en sluit het netsnoer aan.
Een opstartapparaat kiezen
Als de computer niet zoals verwacht opstart vanaf een bepaald apparaat, kunt u de opstartvolgorde van de
apparaten permanent wijzigen of een tijdelijk opstartapparaat selecteren.
De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen
Ga als volgt te werk om de opstartvolgorde van apparaten permanent te wijzigen:
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde configuratie
39