15.
Installeer de ventilatoren op locatie 1 en 2.
16.
Installeer de ventilatieplaat.
17.
Installeer het toegangspaneel (zie
18.
Installeer de server in het rek.
19.
Sluit alle netsnoeren aan op de server.
20.
Sluit alle netsnoeren aan op de voedingsbron.
21.
Druk op de knop Inschakelen/Stand-by.
22.
De server komt uit de stand-bymodus en geeft het systeem volledige voeding. Het
systeemvoedingslampje verandert van oranje in groen.
Geheugen
BELANGRIJK:
poging om deze DIMM's te combineren, leidt tot het vastlopen van de server tijdens de initialisatie van het
BIOS.
Het geheugensubsysteem in deze server ondersteunt LRDIMM's en RDIMM's:
●
RDIMM's bieden een grotere capaciteit dan UDIMM's en bevatten adrespariteitsbescherming.
●
LRDIMM's ondersteunen hogere dichtheden dan single- en dual-rank RDIMM's, en hogere snelheden dan
quad-rank RDIMM's. Dankzij deze ondersteuning kunt u meer DIMM's met hogere capaciteit installeren,
wat resulteert in een hogere systeemcapaciteit en hogere bandbreedte.
Alle typen worden DIMM's genoemd als de informatie van toepassing is op alle typen. Als specifiek LRDIMM of
RDIMM wordt vermeld, geldt de informatie alleen voor dat type. Al het geheugen dat in de server is
geïnstalleerd, moet van hetzelfde type zijn.
De server ondersteunt de volgende DIMM-snelheden:
●
Single- en dual-rank PC4-2133 (DDR4-2133) RDIMM's die met een snelheid tot 2133 MT/s werken
●
Quad-rank PC4L-2133 (DDR4-2133) LRDIMM's die met een snelheid tot 2133 MT/s werken.
Deze server biedt geen ondersteuning voor een combinatie van LRDIMM's en RDIMM's. Elke
Het toegangspaneel installeren op pagina
19).
Geheugen
39