Max afdruktaken
Doel:
Het aantal afdruktaken aangeven waarvoor op de vaste schijf van de printer statistische gegevens
worden bewaard.
Waarden:
Uitgeschakeld
10...1000 (1000*)
Als u de limiet voor de taak-boekhouding bijvoorbeeld op 10 instelt, worden de statistische gegevens
van de 10 meest recente afdruktaken op de schijf opgeslagen. Als de limiet van 10 is bereikt, worden
de statistische gegevens van de oudste afdruktaak verwijderd en vervangen door de statistische
gegevens van de taak die op dat moment wordt afgedrukt. Als u de limiet voor de taak-boekhouding
aanpast, worden alle gegevens over afdruktaken die op dat moment op de vaste schijf zijn
opgeslagen, verwijderd.
Opmerking: De limiet voor de taak-boekhouding wordt alleen weergegeven als een
geformatteerde vaste schijf in de printer is geïnstalleerd. Deze mag niet beveiligd
zijn tegen lezen/schrijven of schrijven en de buffergrootte mag niet zijn ingesteld op
100 %. Bovendien moet de taak-boekhouding zijn ingeschakeld.
Zie ook:
Takenlog,
Takenloggegevens
Pag-beveiliging
Doel:
Het afdrukken van een pagina die anders de fout Pagina is te omplex zou veroorzaken.
Waarden:
Uit*
Drukt een pagina gedeeltelijk af als er onvoldoende geheugen beschikbaar is om de pagina
geheel af te drukken.
Aan
Zorgt ervoor dat de gehele pagina wordt verwerkt voordat deze wordt afgedrukt.
Als u Aan hebt ingesteld en u kunt de pagina nog steeds niet afdrukken, moet u mogelijk ook het
lettertypeformaat en het aantal lettertypen verkleinen of meer geheugen installeren.
Voor de meeste afdruktaken hoeft u Aan niet te selecteren. Als u Aan hebt geselecteerd, drukt de
printer mogelijk langzamer af.
Slaat statistische gegevens op voor elke afdruktaak totdat de vaste schijf vol is.
Slaat statistische gegevens voor het opgegeven aantal afdruktaken op.
301