6
Afdruk- en wachtstandtaken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de
taak in het printergeheugen moet worden bewaard. Als u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren,
moet u op de printer via de menu's van het bedieningspaneel opgeven welke bewaarde opdracht u wilt
uitvoeren.
Klik op een onderwerp voor meer informatie over deze functie:
• Bewaarde opdrachten
afdrukken en verwijderen
• Opmaakfouten
• Afdruktaken controleren
• Afdruktaken reserveren
Bewaarde opdrachten afdrukken en verwijderen
Nadat bewaarde opdrachten eenmaal zijn opgeslagen in het printergeheugen, kunt u via het
bedieningspaneel opgeven wat u met een of meer van deze taken wilt doen. In het
selecteert u Opdr. vertrouwel. of Bewaarde opdr. (herhaalde, gereserveerde en gecontroleerde
afdruktaken). Als u Opdr.vertrouwel. selecteert, moet u de PIN-code (persoonlijk identificatienummer)
invoeren die u in het stuurprogramma hebt opgegeven toen u de taak verzond. Zie
afdruktaken
voor meer informatie.
Zowel voor het menu-item Opdr.vertrouwel. als voor het menu-item Bewaarde opdr. kunt u kiezen uit
vijf opties:
•
Alle opdr.afdr.
•
Opdr.afdrukken
•
Alle taken verwijderen
•
Opdracht verw.
•
Aantal afdrukken
• Toegang tot bewaarde
opdrachten via het
bedieningspaneel
• Afdruktaken op een later
tijdstip herhalen
• Vertrouwelijke opdrachten
afdrukken
23
Taakmenu
Vertrouwelijke