Afdrukmodus
U kunt kiezen uit afdrukken in kleur of in zwart-wit. Met de instelling Zwart/wit worden eventuele
kleuren in uw document omgezet in effen zwart. Met deze instelling is de uitvoer in grijstinten, zoals bij
een standaardmonochroomprinter. Als u deze printer hebt aangeschaft ter vervanging van een
monochroomprinter maar u wilt zo nu en dan nog in zwart-wit afdrukken, komt deze instelling goed van
pas. Aangezien afdrukken in zwart-wit goedkoper is, kunt u geld uitsparen door Zwart/wit de
standaardinstelling te maken en alleen in kleur afdrukken als dit nodig is.
Tonerzwarting
Met deze instelling regelt u hoeveel toner er tijdens het afdrukken het afdrukken wordt gebruikt. De
functie Tonerzwarting heeft vijf waarden. Deze waarden variëren van 1 (lichtst) tot 5 (donkerst). De
standaard ingestelde waarde is 4.
Tekst afdrukken
In PostScript- en PCL-emulatie wordt 100% zwarte tekst afgedrukt met zwarte toner. Hierdoor zijn de
letters duidelijk en scherp. De printer past een uniek schermalgoritme toe op tekst die in kleine tekens
(puntformaat van minder dan 24) is weergegeven. Dit zorgt voor tekens met gladde, strakke randen.
Rasterschermen
De term rasterscherm verwijst naar het stippenpatroon van een object op een pagina (tekst of
afbeeldingen). Als u goed naar een zwartwitfoto in een tijdschrift kijkt, lijkt het alsof deze vele
grijstinten bevat. Als u dezelfde foto nu onder een vergrootglas bekijkt, ziet u dat deze in feite is
opgemaakt uit een aantal stippen (dots). Deze stippen, ook wel pels genoemd, kunnen verschillen in
grootte en dikte. Zonder rasters zou het onmogelijk zijn kwalitatief hoogwaardige, fotografische
afbeeldingen te maken op een paginaprinter. Het proces van de representatie van een afbeelding als
een reeks rasters, wordt raster-screening genoemd.
Kenmerken
Rasterschermen hebben drie hoofdkenmerken: schermfrequentie, schermhoek en steunfunctie. Het
rasterscherm is verder opgedeeld in rastercellen. Deze cellen bevatten afzonderlijke ruimten voor pels.
De attributen schermfrequentie en -hoek bepalen zowel het aantal rastercellen waaruit het
rasterscherm bestaat als de stand van de cel.
16