Vertrouwelijke afdruktaken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, kunt u via het stuurprogramma een PIN-code
(personal identification number) invoeren. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 1 tot en met 6.
De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde viercijferige PIN-
code invoert via het bedieningspaneel en opgeeft dat u de taak wilt afdrukken of verwijderen. Zo weet
u zeker dat de afdruktaak niet wordt uitgevoerd voordat u zelf bij de printer bent gearriveerd om de
afgedrukte exemplaren op te halen. Geen enkele andere gebruiker van de printer kan de taak
uitvoeren.
Wanneer u Opdr.vertrouwel. selecteert in het MENU TAAK (Job Menu) en vervolgens uw
gebruikersnaam selecteert, verschijnt de volgende prompt op de display:
Voer PIN in:
=____
Voer de viercijferige PIN-code voor de vertrouwelijke taak in met de knoppen op het bedieningspaneel.
De cijfers (1–6) die u met de knoppen kunt invoeren, worden weergegeven naast de knopnamen.
Tijdens het invoeren van de PIN-code worden op de display sterretjes weergegeven, zodat niemand
de code kan aflezen.
Als u een ongeldige PIN-code invoert, wordt het bericht Geen opdr. Opnieuw? weergegeven. Druk
op
(Go) als u de PIN-code opnieuw wilt invoeren of op
Start
afsluiten.
Wanneer u een geldige PIN-code invoert, hebt u toegang tot alle afdruktaken die horen bij de
gebruikersnaam en PIN-code die u hebt ingevoerd. De afdruktaken die bij de ingevoerde PIN-code
horen, verschijnen op de display wanneer u de menu-opties Opdr. afdrukken, Opdracht verw. en
Aantal afdrukken activeert. Vervolgens kunt u deze taken waaraan afdrukken of verwijderen.
Raadpleeg
Bewaarde opdrachten afdrukken en verwijderen
wordt de vertrouwelijke afdruktaak automatisch uit het printergeheugen verwijderd.
Voer PIN in
=****
1
2
Menu
Selecteren
5
Start
26
3
4
Terug
6
Stop
als u het menu Opdr. vertrouwel. wilt
Stop
voor meer informatie. Na uitvoering