Download Print deze pagina

Advertenties

Lexmark C910
Handleiding
Oktober 2001
www.lexmark.com

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Lexmark C910

  • Pagina 1 Lexmark C910 Handleiding Oktober 2001 www.lexmark.com...
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Printeroverzicht ............11 Afdruksnelheid ....................12 Geheugen ......................12 Papierverwerking ....................12 Hoofdstuk 2: Problemen met afdrukkwaliteit voorkomen ... 13 Media en toebehoren ..................13 Transparanten ....................13 Hoofdstuk 3: Afdruktaak annuleren ..........14 Hoofdstuk 4: Omgaan met bedrukt papier ........15 Afbeelding glad ....................
  • Pagina 4 Hoofdstuk 6: Afdruk- en wachtstandtaken ........23 Bewaarde opdrachten afdrukken en verwijderen ..........23 Toegang tot bewaarde opdrachten via het bedieningspaneel ......24 Opmaakfouten ....................24 Herhaalde afdruktaak ..................25 Gereserveerde afdruktaak ................. 25 Gecontroleerde afdruktaak ................. 25 Vertrouwelijke afdruktaken ................. 26 Hoofdstuk 7: Afdruktaak naar printer sturen ........
  • Pagina 5 Etiketten kiezen ....................40 Karton kiezen ..................... 40 Transparanten kiezen ..................41 Hoofdstuk 12: Media laden ............. 42 Hoofdstuk 13: Hoge-capaciteitslader vullen ......... 43 Hoofdstuk 14: Universeellader vullen ........... 47 Capaciteit ......................47 Papierafmetingen ....................47 Probleemloos afdrukken ..................48 Universeellader sluiten ..................
  • Pagina 6 Hoofdstuk 22: LED's schoonmaken ..........74 Hoofdstuk 23: Bovenklep sluiten ........... 76 Hoofdstuk 24: Zuinig omgaan met supplies ......... 78 Hoofdstuk 25: Photoconductor-eenheid vervangen ....79 Hoofdstuk 26: Supplies vervangen ..........84 Hoofdstuk 27: Verhittingsstation vervangen ........ 86 Hoofdstuk 28: Oliecoatingrol vervangen ........95 Hoofdstuk 29: Overdrachtrol vervangen ........
  • Pagina 7 Hoofdstuk 39: Supplies bestellen ..........138 Hoofdstuk 40: Contact opnemen voor service ......140 Hoofdstuk 41: Contact opnemen met de Lexmark klantenservice op het web ..........141 Hoofdstuk 42: Problemen met de display oplossen ....142 Hoofdstuk 43: Netwerkprinterproblemen oplossen ....143 Hoofdstuk 44: Controleren waarom een printer niet reageert ..
  • Pagina 8 Hoofdstuk 52: Geheugenbeheer ..........186 Printergeheugen ....................186 Geheugen uitbreiden ..................186 Flash-geheugen ....................188 Vaste schijf....................... 188 Bronnen beheren die zijn geladen naar het flash-geheugen of de schijf ..189 Hoofdstuk 53: Printerspecificaties ..........190 Afmetingen ....................... 190 Hoofdstuk 54: Fabriekswaarden herstellen ........ 191 Hoofdstuk 55: Voorbeeldlettertypen afdrukken ......
  • Pagina 9 Hoofdstuk 69: Instellingmenu ............298 Hoofdstuk 70: Accessoiresmenu ..........305 Hoofdstuk 71: USB-menu ............. 309 Hoofdstuk 72: Menu Extra ............313 Voorschriften .................. 318 Informatie over deze uitgave ................318 Handelsmerken ....................319 Licentiekennisgeving ..................321 Veiligheidsinformatie ..................321 Waarschuwingen en veiligheidsadviezen ............322 Informatie over elektronische emissie ..............
  • Pagina 11 Printeroverzicht In de volgende afbeeldingen ziet u een standaardconfiguratie van het model Lexmark™ C910 en een volledig geconfigureerde netwerkprinter. Als u opties voor papierverwerking hebt geïnstalleerd, lijkt uw printer meer op het volledig geconfigureerde model. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor informatie over andere mogelijke configuraties.
  • Pagina 12 De printer biedt tevens vele mogelijkheden voor afdrukmedia. De printer ondersteunt een groot scala aan papierformaten, van A5 tot A3 en 11x17 inch, en is voorzien van een universeellader waarmee eenvoudig enveloppen, transparanten, etiketten, karton en papier van afwijkend formaat kunnen worden afgedrukt.
  • Pagina 13 Transparanten Voor de beste afdrukkwaliteit op transparanten kunt u het beste de volgende transparanten van Lexmark gebruiken. Deze zijn speciaal ontwikkeld voor de printer: Artikelnummer 12A5940 (formaat letter) Artikelnummer 12A5541 (formaat A4) Dankzij de eigenschappen van deze transparanten krult het materiaal niet en bent u verzekerd van de beste toneroverdracht.
  • Pagina 14 Afdruktaak annuleren U annuleert als volgt een afdruktaak: Druk op Menu Op de eerste regel wordt Taakmenu weergegeven en op de tweede regel ziet u Taak annuleren staan. Druk op (Select). Selecteren Taak annuleren wordt kort op de display weergegeven. De printer voltooit alle pagina's waarvan het afdrukken reeds is gestart en stopt vervolgens.
  • Pagina 15 Omgaan met bedrukt papier Het printerstuurprogramma is ontwikkeld om u de best mogelijke uitvoer van verschillende afdruktaken te garanderen. Maar wellicht wilt u zelf meer controle hebben over het uiterlijk van de afdrukken. Met de standaardinstelling van de printer verkrijgt u de beste schermfrequentie voor hoogwaardige professionele grafieken.
  • Pagina 16 Afdrukmodus U kunt kiezen uit afdrukken in kleur of in zwart-wit. Met de instelling Zwart/wit worden eventuele kleuren in uw document omgezet in effen zwart. Met deze instelling is de uitvoer in grijstinten, zoals bij een standaardmonochroomprinter. Als u deze printer hebt aangeschaft ter vervanging van een monochroomprinter maar u wilt zo nu en dan nog in zwart-wit afdrukken, komt deze instelling goed van pas.
  • Pagina 17 Met de steunfunctie wordt bepaald welke van de afzonderlijke pels in de rastercel wordt ingeschakeld als representatie van een bepaalde grijstint of kleurschakering. In de afbeelding ziet u een rasterscherm en rastercellen die 45 graden zijn gedraaid. Frequentie (cellen per inch) Steunfunctie Hoek Schermfrequentie...
  • Pagina 18 Bedieningspaneel Dit gedeelte van de handleiding bevat informatie over het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en over de menu's van het bedieningspaneel. U kunt de meeste printerinstellingen wijzigen in de toepassing waarmee u werkt of in het printerstuurprogramma. Instellingen die u wijzigt in de toepassing of in het printerstuurprogramma zijn alleen van toepassing op de afdruktaak die u voorbereidt.
  • Pagina 19 Knoppen van het bedieningspaneel Met de vijf knoppen op het bedieningspaneel kunt u menu's openen, door een lijst met waarden schuiven, printerinstellingen wijzigen en reageren op printerberichten. Naast de knoppen ziet u de getallen 1 tot en met 6. Hiermee kunt u PIN-codes invoeren voor Afdruk- en wachtstandtaken.
  • Pagina 20 Printerinstellingen wijzigen Met het bedieningspaneel kunt u menu-items en bijbehorende waarden selecteren voor afdruktaken die u wilt uitvoeren. U kunt ook de instellingen en de omgeving van de printer wijzigen. Raadpleeg Printermenu's voor een beschrijving van alle menu-items. U wijzigt printerinstellingen als volgt: •...
  • Pagina 21 Pagina met menu-instellingen afdrukken Voer de volgende stappen uit om een lijst af te drukken met de huidige standaardinstellingen van de gebruiker en geïnstalleerde printeropties: Controleer of de printer is ingeschakeld en of het statusbericht Gereed op de display wordt weergegeven.
  • Pagina 22 Menu's uitgeschakeld Als de printer is geconfigureerd als een netwerkprinter die voor een aantal gebruikers beschikbaar is, wordt mogelijk het bericht Menu's uitgeschakeld weergegeven als u op drukt terwijl de printer Menu in de status Gereed staat. Als de menu's zijn uitgeschakeld, kunnen gebruikers niet per ongeluk met het bedieningspaneel een standaardinstelling wijzigen die is ingesteld door degene die de printer beheert.
  • Pagina 23 Afdruk- en wachtstandtaken Wanneer u een afdruktaak naar de printer verzendt, kunt u in het stuurprogramma opgeven dat de taak in het printergeheugen moet worden bewaard. Als u de afdruktaak daadwerkelijk wilt uitvoeren, moet u op de printer via de menu's van het bedieningspaneel opgeven welke bewaarde opdracht u wilt uitvoeren.
  • Pagina 24 Toegang tot bewaarde opdrachten via het bedieningspaneel U krijgt als volgt via het bedieningspaneel toegang tot bewaarde opdrachten: – Als de printer in de werkstand Bezig staat, drukt u op om het MENU TAAK weer te Menu geven. – Als de printer in de werkstand Gereed staat, gaat u verder met stap 2. Druk enkele malen op totdat u, afhankelijk van de gewenste optie, Bewaarde opdr.
  • Pagina 25 Herhaalde afdruktaak Als u een herhaalde afdruktaak naar de printer stuurt, worden alle door u opgegeven exemplaren afgedrukt en wordt de afdruktaak in het printergeheugen opgeslagen, zodat u er later nog meer exemplaren van kunt afdrukken. Zolang de afdruktaak in het geheugen staat, kunt extra exemplaren blijven afdrukken.
  • Pagina 26 Vertrouwelijke afdruktaken Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, kunt u via het stuurprogramma een PIN-code (personal identification number) invoeren. De PIN-code moet bestaan uit vier cijfers van 1 tot en met 6. De afdruktaak wordt vervolgens in het printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde viercijferige PIN- code invoert via het bedieningspaneel en opgeeft dat u de taak wilt afdrukken of verwijderen.
  • Pagina 27 Afdruktaak naar printer sturen U stuurt als volgt een afdruktaak naar de printer: Open het bestand dat u wilt afdrukken. Kies Afdrukken in het menu Bestand. Controleer of de juiste printer in het dialoogvenster is geselecteerd. Pas de printerinstellingen naar behoefte aan. Welke printerinstellingen beschikbaar zijn, wordt bepaald door de toepassing waarin het bestand wordt geopend.
  • Pagina 28 Kleurcorrectie Met Kleurcorrectie kunt u de kleurinstellingen aanpassen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten. U kunt voor Kleurcorrectie uit de volgende opties kiezen: Auto, Beeld, CMYK, Uit, Levendig en Handmatig. De fabrieksinstelling is Auto. Deze instelling gebruikt verschillende profielen voor verschillende objecten in de pagina (tekst, afbeeldingen en beelden).
  • Pagina 29 CMYK Als u kleurcorrectie instelt op CMYK, worden de CMYK-kleurwaarden geleverd door de software. Gebruik deze instelling als u probeert standaard CMYK-kleuren te reproduceren (zoals Pantone) of als u CMYK-afbeeldingen afdrukt. Als u deze instelling gebruikt zonder de vereiste software voor kleurenbeheer of als de toepassing niet over de juiste gegevens beschikt, kan de afdruk er anders uit zien dan u verwacht.
  • Pagina 30 Kleuren beheren Er zijn vele kleurenbeheersystemen verkrijgbaar, van eenvoudige boeken met kleurenvoorbeelden tot en met speciaal ontworpen kleurenservers. Met behulp van kleurenbeheersystemen (Color Management Systems, of CMS) kunt u kleuren op elkaar afstemmen op verschillende apparaten, zoals scanners, beeldschermen en printers. Wat u tijdens elke stap van het proces te zien krijgt, komt daadwerkelijk overeen met de afdruk.
  • Pagina 31 Veelgebruikte kleurenbeheersystemen U kunt kiezen uit een groot aantal kleurenbeheersystemen. Het type CMS dat u kiest, is van invloed op uw afdrukken. Kies het CMS met de beste prijs/prestatieverhouding voor uw toepassingen. Hieronder staan enkele veelgebruikte kleurenbeheersystemen: Windows ICM Microsoft Windows 95/98/Me, Windows 2000 en Windows NT ondersteunen Image Color Management (ICM).
  • Pagina 32 Begrip van lettertypen Deze printer is geschikt voor het maken van kleurenafdrukken. Met kleuren kunt u bepaalde zaken benadrukken en voegt u iets extra's toe aan uw afdrukken. Gekleurde afdrukken zijn leesbaarder en worden dan ook vaker gelezen dan de zwartwitversie. Met kleuren worden uw afdrukken levendiger en zijn de lezers beter in staat ingewikkelde gegevens te analyseren.
  • Pagina 33 Als u naar uw beeldscherm kijkt, ziet u rood, groen en blauw licht dat wordt geprojecteerd in uw ogen. Additieve kleuren zijn van oorsprong zwart waaraan rood, groen en blauw wordt toegevoegd om zichtbare kleuren te produceren. Als u gelijke hoeveelheden rood, groen en blauw samenvoegt, krijgt u wit.
  • Pagina 34 Kleurverschil De meeste toepassingen bieden tegenwoordig WYSIWYG (What You See Is What You Get: wat u ziet, is wat u krijgt). Daarmee kunt u documenten eenvoudiger een bepaald uiterlijk geven. Het verschil tussen additieve en subtractieve kleuren kan er echter toe leiden dat u niet altijd ziet wat u krijgt. Dit wordt veroorzaakt door het verschil tussen additieve en subtractieve kleuren.
  • Pagina 35 Hoe ouder uw beeldscherm is, des te meer zullen de kleuren op het scherm veranderen. Als u een tonercartridge of een photoconductor-eenheid vervangt of ander papier in de printer gebruikt, zal dat eveneens van invloed zijn op de kleuren in uw afdrukken. Druk altijd eerst een nieuw kleurenvoorbeeld af van de kleuren die u wilt gaan gebruiken voordat u onnodig tijd steekt in uw schermontwerp.
  • Pagina 36 Dit gedeelte bevat richtlijnen voor alle soorten afdrukmedia. Informatie over karton en etiketten vindt u in de Card Stock & Label Guide op de Lexmark weblocatie: www.lexmark.com. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van bepaalde afdrukmedia aanschaft.
  • Pagina 37 Krullen Krullen is de neiging van papier om bij de randen om te buigen. Sterke krulling kan problemen met de papierinvoer veroorzaken. Papier krult meestal nadat het door het verhittingsstation van de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Extreem hoge tonerdekking, een vochtige omgeving en bepaalde papiersoorten kunnen krulling veroorzaken.
  • Pagina 38 Ongeschikte papiersoorten Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden: • chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder carbonpapier, ook wel "carbonless papers", "carbonless copy paper (CCP)" of "no carbon required (NCR) paper" genoemd; • coated papier (uitwisbaar bankpostpapier);...
  • Pagina 39 U voorkomt als volgt papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit: • Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier. • Voordat u papier laadt, moet u weten wat de geschiktste afdrukzijde van dit papier is. Meestal staat dit op de verpakking vermeld. • Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt. •...
  • Pagina 40 Raadpleeg voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken en het ontwerp van etiketten de Card Stock & Label Guide op de Lexmark weblocatie: www.lexmark.com. Karton kiezen Karton bestaat uit één laag en heeft een groot aantal eigenschappen. De richting van de papiervezels, de vochtigheidsgraad, de dikte en de structuur van het karton kunnen allemaal van invloed zijn op de afdrukkwaliteit.
  • Pagina 41 212°C. Gebruik alleen transparanten die dergelijke temperaturen kunnen verdragen zonder dat ze smelten, verkleuren, besmeurd raken of gevaarlijke stoffen afgeven. Meer informatie vindt u in de Card Stock & Label Guide op de Lexmark weblocatie: www.lexmark.com.
  • Pagina 42 Media laden In dit gedeelte vindt u informatie over het laden van afdrukmedia in de invoeropties. Als papier op de juiste wijze wordt geladen, is het risico op vastlopen kleiner en kunt u zonder problemen afdrukken. Voordat u papier laadt, moet u weten wat de meest geschikte afdrukzijde van dit papier is. Meestal staat dit op de verpakking vermeld.
  • Pagina 43 Hoge-capaciteitslader vullen U kunt een optionele hoge-capaciteitslader op uw printer aansluiten. Hiermee verhoogt u de invoercapaciteit met 3000 vellen papier. Opmerking: De hoge-capaciteitslader is uitsluitend bedoeld voor papier; andere afdrukmedia kunnen niet worden gebruikt. De hoge-capaciteitslader moet correct zijn ingesteld voor papier van A4- of Letter-formaat.
  • Pagina 44 Draai de linker- en rechtervleugelschroef van de papiergeleider los. Schuif de geleiders links of rechts in de juiste positie voor het formaat van het papier dat u wilt laden (A4 of Letter). Draai de linker- en rechtervleugelschroef van de papiergeleider weer vast.
  • Pagina 45 Buig de vellen enkele malen en waaier ze uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. Opmerking: Let er op dat u de maximale stapelhoogte niet overschrijdt. Bij een te volle lade kunnen vellen afdrukmedia vastlopen. Leg het papier tegen de papiergeleiders, met de afdrukzijde naar boven.
  • Pagina 46 Druk op de knop van de papierlade. De papierlade zakt omlaag, zodat u nog eens 500 vellen papier kunt laden. Opmerking: Als u te weinig papier in de lade legt, wordt dit door de sensor geregistreerd en gaat de lade niet omlaag. Voeg meer papier toe zodat de lade omlaag gaat. Leg het papier tegen de papiergeleiders, met de afdrukzijde naar boven.
  • Pagina 47 Universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmedia van diverse formaten en soorten, zoals transparanten en enveloppen. Deze lade is handig als u enkelzijdig wilt afdrukken op papier met een briefhoofd, gekleurd papier of andere speciale papiersoorten. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie over papiersoorten en -formaten.
  • Pagina 48 Probleemloos afdrukken • Laad nooit papier of enveloppen van verschillende formaten tegelijk in de universeellader. • U bereikt de beste resultaten als u hoogwaardige afdrukmedia gebruikt die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Raadpleeg Media kiezen voor meer richtlijnen met betrekking tot papier.
  • Pagina 49 Schuif de papiergeleiders naar de juiste positie voor het formaat van het papier dat u wilt laden. Druk de bodemplaat omlaag, totdat deze vastklikt.
  • Pagina 50 Bereid de afdrukmedia voor: – Buig het papier enkele malen of waaier de enveloppen uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. – Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan. Waaier de stapel transparanten uit om vastlopen in de printer te voorkomen.
  • Pagina 51 Papier en transparanten laden Plaats het papier of de transparanten in het midden van de lade, met de aanbevolen afdrukzijde omhoog. Ga door met stap Enveloppen laden Laad enveloppen met de klep naar beneden en de ruimte voor de postzegel aan de rechterkant.
  • Pagina 52 Briefhoofd laden Als u een briefhoofd enkelzijdig of dubbelzijdig wilt bedrukken, plaatst u de bedrukte zijde omhoog. Ga door met stap Schuif de afdrukmedia voorzichtig in de universeellader. Opmerking: Als u te veel kracht gebruikt, kan de afdrukmedia omkrullen. Verschuif de breedtegeleiders zodanig dat ze licht tegen de randen van de afdrukmedia drukken.
  • Pagina 53 Selecteer de papierbron, het papierformaat en de papiersoort in uw toepassing en selecteer het papierformaat en de papiersoort vanaf het bedieningspaneel. Let er op dat Papierformaat en Papiersoort voor de universeellader (Formaat U-lader en Soort U-lader) zijn ingesteld op de juiste waarde voor de afdrukmedia die u gaat gebruiken.
  • Pagina 54 Sluit de klep van de universeellader.
  • Pagina 55 Uitvoerladen De printer heeft twee laden voor uitvoer: de standaardlade bovenop de printer en uitvoerlade 1. Met uitzondering van transparanten en enveloppen, worden alle media naar de standaarduitvoerlade gestuurd. Transparanten worden automatisch naar uitvoerlade 1 gestuurd om te voorkomen dat zij gaan krullen.
  • Pagina 56 Papierlade vullen De printer geeft aan wanneer het papier moet worden bijgevuld. Als er minder dan 50 vellen papier in een lade zitten, wordt het bericht Lade x bijna op op de display weergegeven, waarbij x verwijst naar het nummer van de papierlade. Open de lade en vul papier bij. Hierna verdwijnt het bericht. Controleer bij het wisselen van papier in de lade of de papiergeleiders in de juiste stand staan.
  • Pagina 57 Druk de metalen plaat omlaag totdat het is vergrendeld. Druk de linkergeleider in en schuif deze naar de juiste positie voor het papierformaat dat u wilt laden. Laat de papiergeleider los. Opmerking: Aan de hand van de positie van de linkerpapiergeleider bepaalt de printer welk formaat papier zich in de lade bevindt.
  • Pagina 58 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. Plaats het papier in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Opmerking: Let er op dat u de maximale stapelhoogte niet overschrijdt.
  • Pagina 59 Druk de hendel van de voorste papiergeleider in en verschuif de geleider totdat deze de stapel papier raakt. Draai de knop voor het instellen van papierformaat zo dat de positie van het papierformaat in de lade wordt weergegeven. Opmerking: Deze instelling dient alleen als visueel geheugensteuntje en heeft geen effect op de werking van de printer.
  • Pagina 60 Duw de lade naar binnen. Briefhoofdpapier laden Universeellader vullen voor instructies voor het laden van briefpapier in de universeellader. Voer de stappen in Papier, karton of etiketten laden uit om de transparanten in de lade te laden. Transparanten laden Universeellader vullen voor instructies voor het laden van transparanten in de universeellader.
  • Pagina 61 Lade voor zware media De optionele lade voor zware afdrukmedia vervangt lade 1. Zie Lade 1 verwisselen voor instructies voor het verwijderen en installeren van lade 1. Deze lade is speciaal ontworpen voor het gebruik van zwaarder papier, glossy papier, transparanten, etiketten en karton. Opmerking: Als u de lade voor zware afdrukmedia gebruikt voor lichtere papiersoorten zoals normaal papier van 60-95 g/m2, kan dat leiden tot papierstoringen.
  • Pagina 62 Druk enkele malen op Menu totdat u Aangepast 1 ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select). Druk eenmaal op Terug (Return). Op de eerste regel verschijnt Papiermenu en op de tweede regel PAPIERFORMAAT. Druk enkele malen op Menu totdat u Aangepaste srtn ziet en druk vervolgens op Selecteren (Select).
  • Pagina 63 Til de lade eerst aan de voorkant omhoog en vervolgens uit de printer. Opmerking: U moet de lade enigszins optillen zodat de stop op de lade de stop op de geleiderail passeert. Stop op geleiderail Stop op lade Laat de lade zakken en trek deze vervolgens over de geleiderails naar buiten.
  • Pagina 64 Lijn de wieltjes aan de zijkant van de papierlade uit met de slots aan de linker- en rechtergeleiderail. Plaats de wieltjes van de lade in de geleiderails en schuif de lade zover mogelijk in het apparaat. Opmerking: Als de geleiderails bewegen tijdens het installeren van de lade, kunt u een rail vasthouden terwijl u de lade aanbrengt.
  • Pagina 65 Schuif de lade naar binnen tot de stops op de lade die op de geleiderails zijn gepasseerd. Opmerking: U moet de lade enigszins optillen zodat de stop op de lade de stop op de geleiderail passeert. Als de geleiderails tijdens het installeren van de lade heen en weer bewegen, houdt u eerst de ene en vervolgens de andere rail vast.
  • Pagina 66 U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Meer informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock & Label Guideop de Lexmark weblocatie: www.lexmark.com. Hieronder vindt u enkele beknopte richtlijnen voor de keuze van papier en andere media.
  • Pagina 67 • Papieren etiketten Letter, A4 (180 g/m , bankpost) Letter, A4 (105-128 g/m , bankpost) Lexmark glossy papier is 120 g/m , book, bankpost. Gewicht Lexmark transparant is 120 g/m Papier Opmerking: Als u papier van mindere kwaliteit gebruikt, kan dit tot gevolg hebben dat de prestaties beneden de maat zijn en dat de afdrukkwaliteit niet optimaal is.
  • Pagina 68 Gebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de toner of de siliconen in het verhittingsstation. Inktsoorten op water- of oliebasis voldoen aan deze vereisten. Latex-inktsoorten kunnen smelten. Transparanten Gebruik voor de beste resultaten alleen de volgende Lexmark transparanten in de printer: Beschrijving Formaat Artikelnummer...
  • Pagina 69 Voor een optimale afdrukkwaliteit moet u de papiersoort instellen op Envelop en het juiste envelopformaat selecteren voordat u de afdruktaak verzendt. U drukt als volgt af op enveloppen: • Maak altijd eerst een aantal proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van een bepaalde envelopsoort aanschaft.
  • Pagina 70 Karton Opmerking: Plaats karton alleen in de universeellader en de lade voor zware afdrukmedia. Plaats nooit meer dan 50 vel karton in de universeellader. Als u meer dan 50 vel karton laadt of de verkeerde papierbron gebruikt, kunnen er papierstoringen optreden of worden de vellen mogelijk niet ingevoerd.
  • Pagina 71 Laden koppelen U kunt de printer zo instellen dat laden automatisch worden gekoppeld wanneer u afdrukmedia van hetzelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in meerdere papierbronnen (laden). Stel bijvoorbeeld dat u twee optionele laden hebt gevuld met afdrukmedia van hetzelfde formaat en dat beide laden op dezelfde papiersoort zijn ingesteld.
  • Pagina 72 Tips voor succesvol afdrukken Papier bewaren Als u de media op de juiste manier bewaart, voorkomt u afdrukproblemen. Houd u aan volgende richtlijnen: ° • U kunt de media het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de 21 en een relatieve vochtigheid van 40%.
  • Pagina 73 Status van supplies vaststellen U controleert de status van de verschillende printersupplies door de pagina met menu-instellingen af te drukken. Zie Pagina met menu-instellingen afdrukken voor meer informatie. Afhankelijk van het aantal menu-instellingen, worden er een of twee pagina's afgedrukt. Zoek op de pagina naar "Accessoiresmenu"...
  • Pagina 74 LED's schoonmaken Als er problemen met de afdrukkwaliteit optreden, zoals lege plekken, lichte strepen of een te lichte afdruk, moet u wellicht de LED's aan de binnenkant van de bovenklep schoonmaken. Opmerking: Instructies voor het openen van de bovenklep vindt u in Open de bovenklep.
  • Pagina 75 LET OP: De photoconductor-eenheden zijn heet! Laat de eenheden eerst afkoelen voordat u ze aanraakt. Een photoconductor-eenheid kan beschadigd raken als deze gedurende een AARSCHUWING langere periode wordt blootgesteld aan licht. Stel de photoconductor-eenheid niet langer dan 10 minuten bloot aan licht. Vingerdrukken op de photoconductor- eenheid zijn nadelig voor de prestaties van de eenheid.
  • Pagina 76 Bovenklep sluiten LET OP: Zorg er voordat u de klep sluit voor dat niemand zich in de buurt van de printer bevindt en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden. Plaats beide handen op de bovenklep, zoals in de afbeelding wordt aangegeven. Druk stevig op de bovenklep tot deze op zijn plaats klikt.
  • Pagina 77 Draai de vergrendelingshendel van de bovenklep naar rechts. Opmerking: Als u de vergrendelingshendel niet kunt draaien, is de klep niet helemaal gesloten. Open de bovenklep en druk de klep vervolgens stevig naar beneden tot deze in positie klikt. Sluit de voorklep.
  • Pagina 78 Zuinig omgaan met supplies In de toepassing of op de display zijn diverse instellingen beschikbaar waarmee u toner en papier kunt besparen: Voor meer informatie, Supply Instelling Functie van de instelling zie... Toner Tonerzwarting in De hoeveelheid toner instellen die aan Tonerzwarting het menu Kleur een vel papier wordt afgegeven.
  • Pagina 79 Photoconductor-eenheid vervangen De printer controleert de levensduur van de photoconductor-eenheden. Als het verhittingsstation versleten raakt, geeft de printer het bericht 84 Ph.cond. zwart op of 84 Ph.cond. kleur op weer. Dit betekent dat u een of meer aangegeven photoconductor-eenheden moet vervangen. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u het verhittingsstation vervangen wanneer de printer het bericht 84 Ph.cond.
  • Pagina 80 Draai de arm van de overloopfles van de photoconductor-eenheid weg. Trek de photoconductor-eenheid aan het nokje voor ongeveer de helft uit de printer. U moet eerst enige kracht uitoefenen om de photoconductor-eenheid voorbij het vergrendelingsveertje te trekken. Pak de handgreep van de photoconductor-eenheid en trek de eenheid verder naar buiten.
  • Pagina 81 Photoconductor-eenheid installeren Opmerking: De printer is uitgerust met vier kleurgecodeerde photoconductor-eenheden. Elke photoconductor-eenheid heeft een eigen kleurgecodeerde positie. Haal de nieuwe photoconductor-eenheid uit de verpakking. Opmerking: De photoconductor-eenheid heeft een bescherming over de groene film. Verwijder de bescherming pas als u de photoconductor-eenheid gaat installeren. Verwijder de tape van de photoconductor-eenheid en de bescherming om de cartridge.
  • Pagina 82 Schuif de photoconductor-eenheid in de sleuf totdat eenheid stevig vastzit. Houd hierbij de photoconductor-eenheid met uw linkerhand en de bescherming van de eenheid met uw rechterhand vast. Terwijl de photoconductor-eenheid naar binnen wordt geschoven, schuift u de bescherming van de eenheid af. Bescherming van photoconductor- eenheid...
  • Pagina 83 Sluit de bovenklep en de voorklep. Opmerking: Raadpleeg Bovenklep sluiten als u instructies voor het sluiten van de bovenklep nodig hebt. Klik op een van de volgende onderwerpen voor instructies over het vervangen van andere supplies: Tonercartridge vervangen Verhittingsstation vervangen Overdrachtrol vervangen Oliecoatingrol vervangen...
  • Pagina 84 Supplies vervangen Klik hieronder op een onderwerp voor meer informatie over afzonderlijke opties. Photoconductor-eenheid vervangen Verhittingsstation vervangen Oliecoatingrol vervangen Overdrachtrol vervangen Tonercartridge vervangen De printer berekent het aantal afbeeldingen dat is afgedrukt en slaat deze informatie op. Als de telling voor een van de supplies aangeeft dat het aan vervanging toe is, wordt het bericht Accessoires op de tweede regel van de display weergegeven om u eraan te herinneren dat u een supply moet controleren.
  • Pagina 85 Druk op (Go) om het bericht te wissen. Het statusbericht Accessoires verschijnt op de tweede Start regel van de display om u eraan te herinneren dat bepaalde supplies moeten worden gecontroleerd. U kunt op drukken om het menu Accessoires te openen en snel te zien welke supplies moeten Menu worden vervangen.
  • Pagina 86 Verhittingsstation vervangen De levensduur van het verhittingsstation wordt constant gecontroleerd door de printer. Als het verhittingsstation bijna is versleten, geeft de printer het bericht 80 Verh.station versleten weer. Dit bericht geeft aan dat u het verhittingsstation moet vervangen. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u het verhittingsstation vervangen wanneer de printer het bericht 80 Verh.station bijna op weergeeft.
  • Pagina 87 Volg de instructies voor het bericht dat de printer weergeeft. De instructies staan in de volgende tabel. Primair bericht Secundair bericht Actie: Druk op Selecteren (Select) als u 80 Verh.station bijna op SELECT = Vervang het verhittingsstation nu wilt START = Doorgaan vervangen.
  • Pagina 88 Vervolgens moet u alle eventuele optionele apparaten die op de printer zijn aangesloten uitzetten of loskoppelen. Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er AARSCHUWING niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken.
  • Pagina 89 Til de ontgrendelingshendel van het verhittingsstation op. Als u het verhittingsstation verwijdert terwijl de ontgrendelingshendel in de AARSCHUWING neerwaartse positie staat, beschadigt u de grendel. LET OP: Het verhittingsstation kan heet zijn! Laat het verhittingsstation afkoelen voordat u het aanraakt. Pak de handgrepen van het verhittingsstation en druk op de beide vergrendelingsknoppen van het verhittingsstation.
  • Pagina 90 Trek het verhittingsstation omhoog en naar buiten. Opmerking: Gooi het oude verhittingsstation nog niet weg. De oliecoatingrol wordt in het nieuwe verhittingsstation geïnstalleerd. Verhittingsstation installeren Haal het nieuwe verhittingsstation uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsmateriaal.
  • Pagina 91 Lijn het verhittingsstation uit met de opening van de printer. Laat het verhittingsstation in zakken tot het in positie klikt. Verwijder de oliecoatingrol uit het oude verhittingsstation.
  • Pagina 92 LET OP: De oliecoatingrol kan heet zijn! Laat de oliecoatingrol afkoelen voordat u deze aanraakt. Trek het vergrendelingsnokje omhoog om de oliecoatingrol te ontgrendelen. Vergrendelin gsnokje Oliecoatingrol Trek de oliecoatingrol naar buiten. Hier vasthouden Houd de oliecoatingrol aan de bovenkant vast zoals wordt aangegeven door de donkere gebieden in de afbeelding.
  • Pagina 93 Installeer de oliecoatingrol. Zorg ervoor dat de oliecoatingrol op zijn plaats valt. De rol moet op zijn plaats klikken en er mag geen ruimte tussen de rol en het verhittingsstation zijn. LET OP: Zorg er voordat u de klep sluit voor dat niemand zich in de buurt van de printer bevindt en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden.
  • Pagina 94 Druk op (Go) om de teller van het verhittingsstation in de beginstand te zetten. Start Opmerking: Als u het verhittingsstation hebt vervangen nadat u de berichten 80 Band/ Verhittingsstation bijna op of 80 Band/Verhittingsstation versleten hebt ontvangen, zie dan Overdrachtrol vervangen voor instructies over het vervangen van de overdrachtband.
  • Pagina 95 Oliecoatingrol vervangen De levensduur van de oliecoatingrol wordt constant gecontroleerd door de printer. Als de oliecoatingrol versleten is, geeft de printer het bericht 85 Coating rol versleten weer. Dit bericht geeft aan dat u de oliecoatingrol moet vervangen om door te kunnen gaan met afdrukken. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u bij het bericht 85 Coating rol bijna op ervoor zorgen dat de oliecoatingrol wordt vervangen.
  • Pagina 96 Voer de procedure uit om de bovenklep te openen. Overdrachtband LET OP: De oliecoatingrol kan heet zijn! Laat de oliecoatingrol afkoelen voordat u deze aanraakt. Trek het vergrendelingsnokje omhoog om de oliecoatingrol te ontgrendelen. Vergrendeli ngsnokje Oliecoatingrol Oliecoatingrol...
  • Pagina 97 Schuif de oliecoatingrol uit het verhittingsstation. Hier vasthouden Houd de oliecoatingrol aan de bovenkant vast zoals wordt aangegeven door de donkere gebieden in de afbeelding. Haal de nieuwe oliecoatingrol uit de verpakking.
  • Pagina 98 Schuif de oliecoatingrol uit het verhittingsstation. Zorg ervoor dat de oliecoatingrol op zijn plaats valt. De rol moet op zijn plaats klikken en er mag geen ruimte tussen de rol en het verhittingsstation zijn. LET OP: Zorg er voordat u de klep sluit voor dat niemand zich in de buurt van de printer bevindt en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden.
  • Pagina 99 Zet de printer aan. Klik op een van de volgende onderwerpen voor instructies over het vervangen van andere supplies: Tonercartridge vervangen Verhittingsstation vervangen Overdrachtrol vervangen Photoconductor-eenheid vervangen...
  • Pagina 100 Overdrachtrol vervangen De levensduur van de overdrachtband wordt constant gecontroleerd door de printer. Als de overdrachtband bijna is versleten, geeft de printer het bericht 80 Band versleten weer. Dit bericht geeft aan dat u de overdrachtband moet vervangen. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u de overdrachtband vervangen wanneer de printer het bericht 80 Band bijna op weergeeft.
  • Pagina 101 Zet de printer uit. Overdrachtband verwijderen Voer de stappen in Printer gereedmaken voor onderhoud pagina 100 uit. Controleer of de printer is uitgeschakeld. Vervolgens moet u alle eventuele optionele apparaten die op de printer zijn aangesloten uitzetten of loskoppelen. Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er AARSCHUWING niets op vallen.
  • Pagina 102 Draai de duimschroeven aan beide kanten van de klep van de overdrachtband los. Verwijder de klep van de overdrachtband.
  • Pagina 103 Draai de duimschroeven aan beide kanten van de overdrachtband los. Trek de overdrachtband naar buiten.
  • Pagina 104 Overdrachtband installeren Haal de nieuwe overdrachtband uit de verpakking. Lijn de overdrachtband uit met de opening van de printer.
  • Pagina 105 Schuif de overdrachtband naar binnen totdat deze volledig op zijn plaats zit. Draai de schroeven van de overdrachtband aan.
  • Pagina 106 Lijn de overdrachtband uit en breng deze aan zoals in de illustratie wordt weergegeven. Draai de schroeven van de klep van de overdrachtband aan. Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er AARSCHUWING niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken.
  • Pagina 107 Haal de vier opvulblokjes van de overdrachtband. Opmerking: Verwijder de vier opvulblokjes van de overdrachtband zodat u de bovenklep kunt sluiten. Overdrachtban LET OP: Zorg er voordat u de klep sluit voor dat niemand zich in de buurt van de printer bevindt en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden.
  • Pagina 108 Druk op (Go) om de teller van de overdrachtband in de beginstand te zetten. Start Nadat de teller in de beginstand is gezet, verschijnt het bericht Uitlijningspag. wordt afgedrukt en wordt er een testafdruk gemaakt. Nadat de testpagina is afgedrukt, moet u voor elke instelling uitlijningswaarden opgeven. Druk op Menu om de uitlijningswaarde te kiezen.
  • Pagina 109 Tonercartridge vervangen Het tonerniveau van de catridges wordt constant gecontroleerd door de printer. Als de tonervoorraad in de cartridge afneemt, verschijnt het bericht 88 <kleur> Toner bijna op. Dit betekent dat u een of meer aangegeven cartridges moet vervangen. Druk op (Go) om het interventiebericht te Start wissen.
  • Pagina 110 Tonercartridge verwijderen Opmerking: Raadpleeg Open de bovenklep als u instructies voor het openen van de bovenklep nodig hebt. Raak de overdrachtband niet aan, plaats geen voorwerpen op de band en laat er AARSCHUWING niets op vallen. Als u het oppervlak van de overdrachtband aanraakt of iets op de overdrachtband neerzet, kan deze beschadigd raken.
  • Pagina 111 Draai de arm van de overloopfles van de photoconductor-eenheid weg. Trek de tonercartridge half uit de printer. Pak de handgreep van de tonercartridge en trek de tonercartridge verder naar buiten.
  • Pagina 112 Tonercartridge installeren Haal de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. Schud de tonercartridge zachtjes heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Verwijder de tape en ander verpakkingsmateriaal.
  • Pagina 113 Lijn de tonercartridge uit met de bijbehorende sleuf van de printer. De tonercartridge wordt rechts van het overeenkomstige gekleurde label geplaatst. Gekleurd label Schuif de tonercartridge in de printer totdat de cartridge stevig vastzit.
  • Pagina 114 Draai de arm van de overloopfles totdat deze boven de photoconductor-eenheid op zijn plaats klikt. Herhaal Tonercartridge verwijderen stap 2 tot en met Tonercartridge installeren stap 6 om meer tonercartridges te installeren. LET OP: Zorg er voordat u de klep sluit voor dat niemand zich in de buurt van de printer bevindt en dat zich geen objecten (zoals iemands hand of een kledingstuk) onder de klep bevinden.
  • Pagina 115 Open de bovenklep Open de bovenklep voor toegang tot de printersupplies en sommige gebieden waar zich papierstoringen kunnen voordoen. Open de voorklep. Draai de vergrendelingshendel van de bovenklep naar links.
  • Pagina 116 Druk op de rechtervergrendelingsknop van de bovenklep en trek de bovenklep op de hieronder aangegeven plekken omhoog. Til de bovenklep zo ver mogelijk omhoog. Klik hieronder op een onderwerp voor informatie over het vervangen van een afzonderlijke supply of over papierstoringen. Tonercartridge vervangen Photoconductor-eenheid vervangen Verhittingsstation vervangen...
  • Pagina 117 Supplies bewaren Bewaar supplies altijd in de originele verpakking tot het moment dat ze moeten worden geïnstalleerd. Bewaar supplies nooit onder de volgende omstandigheden: • een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 43 graden Celsius; • een omgeving met sterk wisselende vochtigheidsgraad en temperatuur; •...
  • Pagina 118 Onderhoudsteller op nul zetten Nadat u het verhittingsstation of de overdrachtband hebt vervangen, moet u de onderhoudsteller in de beginstand zetten. Als het bericht Verh.station vervangen? of Band vervangen? wordt weergegeven, drukt u op (Go). Volg anders de volgende stappen om de tellers van het verhittingsstation of de Start overdrachtband in de bginstand te zetten.
  • Pagina 119 Druk op (Select) om Accessoires vervangen te openen. Selecteren Druk enkele malen op tot u op de tweede regel van de display Verh.station leest. Menu ACCESSOIRES VERVANGEN Verhittingsstation Terug Selecteren Menu Stop Start Druk op (Select) om de menuoptie Verh.station te openen. Selecteren Druk enkele malen op tot u =vervangen op de tweede regel van de display leest.
  • Pagina 120 Geheugen- en netwerkopties verwijderen Met de volgende procedure verwijdert u eenvoudig de geïnstalleerde geheugen- en interfaceopties: Zet de printer uit. Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact. Ontkoppel de parallelle of Ethernet-kabel van de printer. Als er andere apparaten op de printer zijn aangesloten, schakelt u deze uit en koppelt u de kabels naar de printer los.
  • Pagina 121 Schuif de klep omhoog en vervolgens los van de printer. De klep van de systeemkaart moet worden teruggeplaatst voordat u de printer AARSCHUWING gebruikt. Schroeven Schroeven Plaats van geheugen- en netwerkopties Op de volgende afbeelding ziet u de plaats van de verschillende connectors. Connectors voor geheugen- en flash-geheugenkaart Connector...
  • Pagina 122 Geheugenkaart verwijderen Als u de geheugenkaart moet verwijderen, voert u de volgende stappen uit. Zie anders Klep van systeemkaart installeren. Zorg ervoor dat de printer uitstaat en dat het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd. Volg de stappen voor Klep van systeemkaart verwijderen als de klep nog niet is verwijderd.
  • Pagina 123 Optiekaart verwijderen Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 2 als u een optiekaart wilt verwijderen. Zorg ervoor dat de printer uitstaat en dat het netsnoer uit het stopcontact is verwijderd. Volg de stappen voor Klep van systeemkaart verwijderen als de klep nog niet is verwijderd. Optiekaarten kunnen zijn gevoelig voor statische elektriciteit.
  • Pagina 124 Trek de optiekaart voorzichtig helemaal naar buiten. Doe de kaart terug in de originele verpakking. Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de optiekaart dan in papier en berg deze op in een doos. Als u geen andere optiekaart installeert in de connector, sluit u de opening af met een leeg intern printerserverplaatje.
  • Pagina 125 Houd de firmwarekaart bij de zijkanten vast terwijl u de kaart voorzichtig helemaal naar buiten trekt. Raak de metalen pinnen aan de onderkant van de kaart niet aan. Doe de firmwarekaart terug in de originele verpakking. Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkel de firmwarekaart dan in papier en berg deze op in een doos.
  • Pagina 126 Draai de vaste schijf om en ontkoppel vervolgens de connector op de lintkabel van de connector op de systeemkaart. Verwijder de lintkabel van de vaste schijf. Berg de vaste schijf op in de originele verpakking. Als u de originele verpakking niet meer hebt, wikkelt u de onderdelen in papier en bergt u deze op in een doos.
  • Pagina 127 Klep van systeemkaart installeren Nadat u de opties hebt verwijderd, plaatst u de klep en de systeemkaart als volgt terug: Gebruik een kruiskopschroevendraaier nummer 2 als u de klep wilt installeren. Controleer of de printer is uitgeschakeld en het netsnoer uit het stopcontact is gehaald. Lijn de gaten op de klep uit met de schroeven.
  • Pagina 128 Plaats de klep tegen de printer en schuif deze omlaag. Draai de acht schroeven aan. Sluit de printerkabels en het netsnoer aan en schakel de printer in. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact.
  • Pagina 129 Optionele lade verwijderen Zet de printer uit. Haal het netsnoer van de printer uit het stopcontact. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact. Ontkoppel de parallelle of Ethernet-kabel van de printer. Als er andere apparaten op de printer zijn aangesloten, schakelt u deze uit en koppelt u de kabels naar de printer los.
  • Pagina 130 Til de optionele ladekast op.
  • Pagina 131 Lade voor dubbelzijdig afdrukken verwijderen Zet de printer uit. Open de klep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 132 Draai de duimschroeven los waarmee de lade voor dubbelzijdig afdrukken is bevestigd. Trek de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken uit het apparaat.
  • Pagina 133 Sluit de klep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 134 Hoge-capaciteitslader verwijderen Zet de printer uit. Haal de voedingskabel van de hoge-capaciteitslader uit het stopcontact. Ontkoppel de interfacekabel van de zijkant van de hoge-capaciteitslader. Trek de hoge-capaciteitslader weg bij de printer. Haal de hoge-capaciteitslader van de geleiderail.
  • Pagina 135 Trek de geleiderail naar boven en trek deze weg van het bevestigingsframe. Haal de schroefsleutel uit de houder in de hoge-capaciteitslader.
  • Pagina 136 Verwijder de vier schroeven waarmee het bevestigingsframe is bevestigd. Plaats de twee schroeven aan de zijkanten in de schroefgaten op de optionele ladekast totdat ze op hun plaats klikken.
  • Pagina 137 Pak uw oude tonercartridge in de oorspronkelijke verpakking van de cartridge in. Volg de instructies in de verpakking om de oude cartridge terug te sturen naar Lexmark. U kunt ook enkele hardwareonderdelen voor recycling terugsturen, zoals de overdrachtband en het verhittingsstation.
  • Pagina 138 In andere landen neemt u contact op met de winkel waar u de printer hebt gekocht. Als u supplies wilt bestellen, kunt u ook de on line winkel van Lexmark bezoeken op www.lexmark.com. Klik op de webkoppeling onder aan deze pagina.
  • Pagina 139 Bestel de juiste tonercartridge: Artikelnummer Tonercartridge 12N0771 Zwarte-tonercartridge 12N0770 Gele-tonercartridge 12N0768 Cyaan-tonercartridge 12N0769 Magenta-tonercartridge Tonercartridge vervangen voor meer informatie.
  • Pagina 140 Extra kan worden afgedrukt. Zie Pagina met menu-instellingen afdrukken voor meer informatie. Voor service in de V.S. of Canada kunt u het volgende nummer bellen: 1-800-Lexmark (1-800-539-6275). De servicenummers voor de andere landen staan op de Drivers cd.
  • Pagina 141 Technische ondersteuning en informatie is beschikbaar op de Lexmark weblocatie: www.lexmark.com. Hier kunt u oplossingen zoeken voor afdrukproblemen door de Lexamrk Technical Library, FAQ's (veelgestelde vragen) en de Lexmark Knowledge Base te raadplegen. U kunt ook per e- mail contact opnemen met de afdeling Technische ondersteuning van Lexmark.
  • Pagina 142 Nadat de test is voltooid, wordt Gereed weergegeven. Zet de bedieningspaneel is leeg. printer uit en neem contact op met Technische ondersteuning van Lexmark als deze berichten niet worden weergegeven. Menu-instellingen die worden Instellingen in de toepassing, het printerstuurprogramma of de...
  • Pagina 143 Netwerkprinterproblemen oplossen Als een taak niet wordt afgedrukt of als er verkeerde tekens worden afgedrukt, controleer dan of de interne Lexmark afdrukserver of de externe afdrukserver correct is ingesteld en of de netwerkkabel is aangesloten. Opmerking: Raadpleeg de Drivers cd voor meer informatie.
  • Pagina 144 Controleren waarom een printer niet reageert Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: • de printerkabel goed is aangesloten op de printer en op de pc; • het netsnoer goed is aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact; •...
  • Pagina 145 Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt. Gebruik een IEEE 1284-compatibele parallelle kabel. Geadviseerd worden de Lexmark-producten met artikelnummer 1329605 (3 meter) en 1427498 (6 meter). Controleer of een null modemkabel wordt gebruikt als u serieel RS-232 gebruikt.
  • Pagina 146 Lexmark. Het papier wordt niet goed Gebruik alleen media die door Lexmark wordt aanbevolen. Gebruik geen ingevoerd. papier van 60 g/m2 of papier van meer dan 120 g/m2 in de lade voor dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 147 Probleem Actie Afdrukmedia worden verkeerd Let bij het laden op de aanbevolen afdrukzijde van de afdrukmedia. Zie Media ingevoerd of er worden laden voor meer informatie. meerdere vellen ingevoerd Laad minder afdrukmedia in de papierbronnen. (vervolg). Draai de afdrukmedia om of leg de andere korte zijde aan de voorkant om te kijken of de invoer beter gaat.
  • Pagina 148 Problemen met afdrukkwaliteit Probleem Actie Afdruk is te licht, of afbeeldingen Controleer of u de juiste afdrukmedia gebruikt. Gebruik media uit een nieuw en/of tekens vertonen lege pak. Zie Richtlijnen voor media. plekken. Controleer of u de juiste instelling voor Papiersoort hebt geselecteerd voor de media die u gebruikt.
  • Pagina 149 Probleem Actie De toner bedekt de achtergrond Controleer of de betreffende tonercartridge goed is geïnstalleerd. van de pagina. De pagina is volledig bedekt met Vervang de photoconductor-eenheden. Als de pagina zwart is, kunt u één kleur. volstaan met het vervangen van de photoconductor-eenheid voor zwart. Als de pagina een andere kleur heeft, vervangt u alledrie photoconductor- eenheden voor kleuren.
  • Pagina 150 • Leg enveloppen in bakken en lever ze af bij het postkantoor; gooi enveloppen niet in brievenbussen. Kwaliteit van afgedrukte Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. Zie transparanten is onvoldoende. Transparanten. Controleer of de transparanten goed zijn geplaatst. Zie Transparanten laden.
  • Pagina 151 Papierstoringen verhelpen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig de afdrukmedia te kiezen en deze media op de juiste manier te laden. Mocht het papier toch vastlopen, voer dan de stappen uit die in dit gedeelte worden beschreven. U verwijdert de berichten dat papier is vastgelopen, door het papier uit het betreffende gedeelte te verwijderen en vervolgens op (Go) te te drukken.
  • Pagina 152 200 Papier vast <x> Pagina's vast (Controleer gebieden A-F, T1-5, U-lader) In dit bericht wordt aangegeven dat gebieden (A–F, U-lader of T1–T5) moeten worden gecontroleerd op de aanwezigheid van vastgelopen papier. Het bericht verdwijnt als u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
  • Pagina 153 Controleer gebied Dit bericht geeft aan dat er een papierstoring is in de overdrachtband, het verhittingsstation of bij de uitvoerrollers. U verwijdert als volgt papier uit gebieden A-B: Voer de procedure uit om de bovenklep te openen. Opmerking: Raadpleeg Open de bovenklep als u instructies voor het openen van de bovenklep nodig hebt.
  • Pagina 154 Controleer of er nog meer papier is vastgelopen in de buurt van het verhittingsstation en de bovenklep. Als er hier geen papier is vastgelopen, sluit u de bovenklep en de voorklep en drukt u op Start (Go). Als er wel papier is vastgelopen, gaat u verder met stap Opmerking: Raadpleeg Bovenklep sluiten...
  • Pagina 155 Draai de vergrendelingshendel van het verhittingsstation omlaag. Opmerking: De hendel moet in de neerwaartse stand staan om de bovenklep te kunnen sluiten. Controleer de bovenklep of er ook papier op andere plekken is vastgelopen. Sluit de bovenklep en de voorklep als er geen papier is vastgelopen in de bovenklep. Als er wel papier is vastgelopen, gaat u verder met stap Opmerking: Raadpleeg...
  • Pagina 156 Open de klep voor het verhelpen van storingen aan de linkerzijde van de printer. Verwijder papier dat zich in de printer bevindt. Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied. Voorkomt dat er weer papier vastloopt en zorg dat de klep aan beide kanten is gesloten. Druk op (Go).
  • Pagina 157 Controleer gebied C Bij papierstoringen die het bericht Controleer gebied C genereren, moet u de klep voor het verhelpen van storingen bij het dubbelzijdig afdrukken openen. Als u op papier van een klein formaat afdrukt, kan het zijn dat de papierstoring niet met de volgende stappen wordt verholpen. Zie Papier van klein formaat uit de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verwijderen.
  • Pagina 158 Controleer gebied D Dit bericht geeft aan dat er papier is vastgelopen in het gebied van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. U verwijdrt als volgt vastgelopen papier uit gebied D: Open de klep voor het verhelpen van storingen bij het dubbelzijdig afdrukken aan de rechterzijde van de printer.
  • Pagina 159 Draai de knop voor papierdoorvoer tegen de klok in. Als het papier uit de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken komt, verwijdert u dit en gaat u naar stap 7. Als het papier niet naar buitenkomt, ga dan naar stap stap Open de klep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier.
  • Pagina 160 Sluit de klep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Druk de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken zo ver mogelijk naar binnen. Sluit de toegangsklep. Druk op (Go). Start Controleer de papierbaan en verwijder alle papier uit de papierbaan als de berichten blijven verschijnen.
  • Pagina 161 Papier van klein formaat uit de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verwijderen Als u op beide zijden van A5-papier of ander papier van klein formaat afdrukt, moet u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken gedeeltelijk verwijderen om de papierstoring te verhelpen. Zet de printer uit. Open de klep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 162 Draai de twee afgebeelde schroeven los. Trek de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken zo ver naar buiten dat u de ingang van de eenheid kunt zien.
  • Pagina 163 Verwijder het vastgelopen papier uit de ingang van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Duw de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken naar binnen. Lijn de schroeven op de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken uit met de gaatjes op de printer. Zet de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken vast door de duimschroeven aan te draaien.
  • Pagina 164 Sluit de klep van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken. Controleer Gebied E Dit bericht geeft aan dat er papier uit de optionele lade is vastgelopen in het bovenste, middelste of onderste gedeelte van de papierbaan. Opmerking: Als u een hoge-capaciteitslader hebt, trekt u deze weg bij de printer. Open de klep op de bovenste optionele ladekast.
  • Pagina 165 Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied. Open de klep op de middelste optionele ladekast. De klep biedt toegang tot het vastgelopen papier. Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied.
  • Pagina 166 Open de klep op de onderste optionele ladekast. De klep biedt toegang tot het vastgelopen papier. Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied. Druk op (Go). Start Controleer de papierbaan en verwijder alle papier uit de papierbaan als de berichten blijven verschijnen.
  • Pagina 167 Controleer gebied F Trek de hoge-capaciteitslader weg bij de printer. Open de klep op de bovenste optionele ladekast. De klep biedt toegang tot het vastgelopen papier.
  • Pagina 168 Verwijder het vastgelopen papier. Sluit de klep die toegang geeft tot het storingsgebied. Schuif de hoge-capaciteitslader naar de printer totdat de lader aan het bevestigingsframe is vergrendeld. U hoort een klik wanneer de lader zich in de juiste positie bevindt. Druk op (Go).
  • Pagina 169 240 Papier vast Controleer U-lader Trek het vastgelopen papier voorzichtig recht uit de universeellader. Als het papier niet naar buiten komt, gaat u verder met stap 2. Open de bovenklep. Opmerking: Raadpleeg Open de bovenklep als u instructies voor het openen van de bovenklep nodig hebt.
  • Pagina 170 Sluit de bovenklep. Opmerking: Raadpleeg Bovenklep sluiten als u instructies voor het sluiten van de bovenklep nodig hebt. Druk op (Go). Start 24<x> Papier vast Controleerlade<x> Papierstoringen in vijf gebieden resulteren in een bericht 24<x> Papier vast, waarbij x staat voor het nummer van de lade waar het papier is vastgelopen.
  • Pagina 171 Verwijder gekreukt papier. Druk het resterende papier in de lade omlaag totdat de bodemplaat vastklikt. Sluit de lade.
  • Pagina 172 Druk op (Go). Start Controleer de papierbaan en verwijder alle papier uit de papierbaan als de berichten blijven verschijnen. 249 Papier vast Controleer lade <x> Een bericht van het type 249 Papier vast Controleer lade <x> geeft aan dat er papier is vastgelopen in de hoge-capaciteitslader.
  • Pagina 173 Sluit de bovenklep. Druk op (Go). Start...
  • Pagina 174 Waar vind ik de escapecodes Raadpleeg de Technical Reference. U vindt deze op de Lexmark weblocatie: voor de printer? www.lexmark.com. Ik kan geen kleuren afdrukken.
  • Pagina 175 Optionele vaste schijf installeren Zie Vaste schijf of raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie. Transparanten krullen extreem. Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. Zie Transparanten voor meer informatie. Uitvoerlade 1 moet helemaal open staan. Het bericht over de papierstoring Druk op (Go) om de berichten over vastgelopen papier te verwijderen.
  • Pagina 176 MarkVision Professional MarkVision™ Professional, Lexmark’s programma voor netwerkprinterbeheer, geeft aan wanneer het tijd is om supplies te vervangen en wijst tevens op feitelijke of mogelijke problemen. Wanneer interventie nodig is, waarschuwt het programma de netwerkbeheerder via een gedetailleerde grafische voorstelling van de printer waarin de oorzaak van het geluidssignaal wordt aangegeven (bijvoorbeeld een lege papierlade).
  • Pagina 177 Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen Als u wilt voorkomen dat standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd, kunt u de menu's op het bedieningspaneel als volgt uitschakelen: Zet de printer uit. Opmerking: Als u de menu's op het bedieningspaneel uitschakelt, hebt u nog wel toegang tot het menu Taak en de functie Afdruk-/wachtstandtaken.
  • Pagina 178 Begrip van lettertypen Interne lettertypen De printer is uitgerust met interne lettertypen die permanent zijn opgeslagen in het printergeheugen. In PCL 6- en PostScript 3-emulatie zijn verschillende lettertypen beschikbaar. Enkele van de meest gebruikte letterbeelden, zoals Courier en Times New Roman, zijn voor alle printertalen beschikbaar. De lettertypen in de PCL-emulatie zijn compatibel met de lettertypen in de HP4500 en bevatten vier aanvullende lettertypen en vele extra symbolensets ter ondersteuning van extra talen en toepassingen.
  • Pagina 179 PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie ITC Bookman Demi Bookman-Demi ITC Bookman Demi Italic Bookman-DemiItalic Clarendon Condensed Bold Coronet Coronet-Regular CourierPS Courier CourierPS Oblique Courier-Oblique CourierPS Bold Courier-Bold CourierPS Bold Oblique Courier-BoldOblique CG Omega CG Omega Bold CG Omega Italic CG Omega Bold Italic Garamond Antiqua Garamond-Antiqua Garamond Halbfett...
  • Pagina 180 PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Courier Italic Intl-Courier-Oblique Courier Bold Intl-Courier-Bold Courier Bold Italic Intl-Courier-BoldOblique Letter Gothic LetterGothic Letter Gothic Italic LetterGothic-Slanted Letter Gothic Bold LetterGothic-Bold LetterGothic-BoldSlanted Marigold Marigold Century Schoolbook Roman NewCenturySchlbk-Roman Century Schoolbook Italic NewCenturySchlbk-Italic Century Schoolbook Bold NewCenturySchlbk-Bold Century Schoolbook Bold Italic NewCenturySchlbk-BoldItalic Optima...
  • Pagina 181 PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Univers Condensed Bold Italic Univers-CondensedBoldOblique Wingdings Wingdings-Regular ITC Zapf Chancery Medium Italic ZapfChancery-MediumItalic ITC Zapf Dingbats ZapfDingbats Univers-Extended Univers-ExtendedObl Univers-BoldExt Univers-BoldExtObl Univers-Light Univers-LightOblique Clarendon Clarendon-Light Clarendon-Bold Helvetica-Condensed Helvetica-Condensed-Bold Helvetica-Condensed-BoldObl Helvetica-Condensed-Oblique StempelGaramond-Bold StempelGaramond-BoldItalic StempelGaramond-Italic StempelGaramond-Roman Apple-Chancery Chicago Geneva Monaco NewYork...
  • Pagina 182 PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie CooperBlack-Italic Copperplate-ThirtyTwoBC Copperplate-ThirtyThreeBC Eurostile Eurostile-Bold Eurostile-ExtendedTwo Eurostile-BoldExtendedTwo GillSans GillSans-Italic GillSans-Bold GillSans-BoldItalic GillSans-Condensed GillSans-BoldCondensed GillSans-Light GillSans-LightItalic GillSans-ExtraBold Goudy Goudy-Italic Goudy-Bold Goudy-BoldItalic Goudy-ExtraBold HoeflerText-Regular HoeflerText-Italic HoeflerText-Black HoeflerText-BlackItalic HoeflerText-Ornaments JoannaMT JoannaMT-Italic JoannaMT-Bold JoannaMT-BoldItalic LubalinGraph-Book LubalinGraph-BookOblique LubalinGraph-Demi LubalinGraph-DemiOblique...
  • Pagina 183 Interne bitmap-lettertypen PCL 6-emulatie PostScript 3-emulatie Line Printer 16 POSTNET Bar code Symbolensets Een symbolenset is een gecodeerde verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype. Symbolensets ondersteunen de eisen voor verschillende talen of bepaalde toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke tekst.
  • Pagina 184 Laadbare lettertypen ABICOMP Brazil/Portugal Wingdings ISO 25: Français ABICOMP International POSTNET Bar code ISO 57: Chinese DeskTop ISO : Deutsch ISO 60: Norwegian version 1 Legal ISO : Español ISO 61: Norwegian version 2 MC Text ISO 2: IRV (Int'l Ref Version) ISO 69: Français Microsoft Publishing ISO 4: Verenigd Koninkrijk...
  • Pagina 185 Op de cd die bij de printer wordt geleverd staat een groot aantal laadbare lettertypen voor het Hebreeuws en het Arabisch. FontVision Op de cd staat ook het beheerprogramma FontVision™, evenals schermlettertypen die overeenkomen met de residente schaalbare lettertypen. Als u de printer hebt geregistreerd, zijn er op de Lexmark weblocatie nog eens 48 TrueType-lettertypen beschikbaar.
  • Pagina 186 Opmerking: Geheugenopties die zijn ontwikkeld voor andere Lexmark laserprinters werken mogelijk niet met deze printer. Lexmark biedt drie geheugenopties voor de printer: 64 MB, 128 MB en 256 MB. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor informatie over het installeren van extra geheugen.
  • Pagina 187 Geheugenproblemen oplossen Als de printer onvoldoende geheugen heeft om een afdruktaak uit te voeren, kan er een foutbericht (37 Onvold ruimte voor sorteren, 37 Onvold geheug voor defrag, 38 Geheugen vol of worden weergegeven, afhankelijk van de taak die u probeert uit te 39 Pagina is te complex voeren.
  • Pagina 188 Flash-geheugen U kunt optioneel flash-geheugen toevoegen aan de printer. Als u regelmatig lettertypen, macro's, formulieren of symbolensets naar de printer laadt, kunt u deze in het flash-geheugen opslaan in plaats van in het RAM-geheugen. Bronnen die zijn opgeslagen in het flash-geheugen gaan niet verloren als de printer wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 189 Raadpleeg Takenlog voor meer informatie over het instellen van de printer om statistieken te verzamelen en de verzamelde gegevens af te drukken. Als u het hulpprogramma MarkVision gebruikt, raadpleeg dan de on line Help of de documentatie van MarkVision op de Drivers cd. Bronnen beheren die zijn geladen naar het flash-geheugen of de schijf Met het hulpprogramma MarkVision kunt u de bronnen beheren die u opslaat in het flash-geheugen of...
  • Pagina 190 Printerspecificaties Afmetingen Afmeting C910 C910n C910dn Hoogte 497 mm 626 mm 626 mm Breedte 695 mm 695 mm 695 mm Diepte 655 mm 655 mm 655 mm Gewicht 80,5 kg 99 kg 104,9 kg Inclusief cartridges...
  • Pagina 191 Fabriekswaarden herstellen Controleer of de printer aan staat en in de werkstand Gereed staat. Druk enkele malen op totdat u Menu Extra ziet en druk dan op (Select). Menu Selecteren Druk enkele malen op totdat u Fabr.instelling ziet en druk dan op (Select).
  • Pagina 192 Zodra de lijst met lettertypevoorbeelden is afgedrukt, keert de printer terug in de werkstand Gereed. Raadpleeg de Technical Reference op de weblocatie van Lexmark voor meer informatie over ondersteuning van lettertypen en symbolensets.
  • Pagina 193 Printerberichten Het bedieningspaneel geeft berichten weer over de huidige status van de printer en geeft waarschuwingen als er mogelijke problemen opgelost moeten worden. In dit onderdeel krijgt u een overzicht van alle printerberichten, wat ze betekenen en hoe u ze kunt wissen. Gereed Menu Selecteren...
  • Pagina 194 Lade <x> vol Contr. <app.> verb. Lettertypelijst wordt afgedrukt LocalTalk <x> Directory wordt afgedrukt Menu-instellingen worden afgedrukt Menu's uitgeschakeld Enginecode progr Menu's worden ingeschakeld Engine wordt opgewarmd Menu's worden uitgeschakeld Menuwijzigingen activeren Fabrieksinstell. worden hersteld Fax <x> Netwerk kaart bezig Fax annuleren Netwerk <x>...
  • Pagina 195 x <wijzigen> Schijf beschadigd. Opnieuw formatteren? Schijf niet ondersteund Zelftest wordt uitgevoerd Schijf repareren x/5 yyy% Schijf wordt geformatteerd yyy% Schijf wrdt geprg 1565 Emul. -fout Laad emul.--optie Serieel <x> Sluit bovenklep 2<xx> Papier vast Sluit voorklep Sluit lade <x> Bovenklep Sluit zijklep 30 Coating rol ontbreekt Spaarstand...
  • Pagina 196 53 Flash niet geformatteerd 84 Alle photocond op 54 Network <x> Software Error 84 Ph.cond. zwart abnormaal 54 Par <x> ENA verbinding verbroken 84 Ph.cond. zwart op 54 Seriële prt optie <x> -fout 84 Ph.cond. zwart bijna op 54 Std Network Software Error 85 Coating rol versleten 54 Std Par ENA verbinding verbroken 85 Coating rol bijna op...
  • Pagina 197 Menuwijzigingen activeren Betekenis bericht: De printer activeert wijzigingen die in de printerinstellingen zijn gemaakt. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Menu's op het bedieningspaneel uitschakelen Lade <x> vol Betekenis bericht: De aangegeven lade is vol. Actie: Verwijder de stapel papier uit de lade om het bericht te wissen. Als u een naam hebt toegekend aan de lade, wordt de ladenaam weergegeven in plaats van het nummer van het lade.
  • Pagina 198 Taak annuleren Betekenis bericht: De printer verwerkt een verzoek tot het annuleren van de huidige afdruktaak. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Afdruktaak annuleren x <wijzigen> Betekenis bericht: De printer geeft aan dat een andere papiersoort moet worden geladen in een van de papierbronnen.
  • Pagina 199 Takenloggegevens worden afgedrukt Betekenis bericht: De printer verwijdert alle taakgegevens die zijn opgeslagen op de schijf. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Sluit voorklep Betekenis bericht: De voorklep van de printer is open. Actie: Sluit de voorklep van de printer om het bericht wissen. Sluit zijklep Betekenis bericht: De zijklep van de printer is open.
  • Pagina 200 Sluit lade <x> Bovenklep Betekenis bericht: De klep van de hoge-capaciteitslader is open. Opmerking: De hoge-capaciteitslader kan alleen worden geïnstalleerd als lade 3 of lade 5. Actie: Sluit de bovenklep om het bericht wissen. Bezig met kopie Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken van een kopieertaak die afkomstig is van een OptraImage™-scanner.
  • Pagina 201 Alle taken verwijderen Betekenis bericht: De printer moet een bevestiging ontvangen dat alle wachtstandtaken mogen worden verwijderd. Actie: • Druk op (Go) om door te gaan. De printer verwijdert alle wachtstandtaken. Start • Druk op om de actie te annuleren. Stop in wachtrij Betekenis bericht:...
  • Pagina 202 Schijf beschadigd. Opnieuw formatteren? Betekenis bericht: De printer heeft geprobeerd de gegevens op een schijf te herstellen en dit is mislukt. Actie: • Druk op (Go) om de schijf opnieuw te formatteren en alle op dit moment opgeslagen Start bestanden te wissen van de schijf. •...
  • Pagina 203 Engine wordt opgewarmd Betekenis bericht: De printer warmt het verhittingsstation op als voorbereiding op het afdrukken. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Voer PIN in: =___ Betekenis bericht: De printer wacht tot u uw persoonlijk identificatienummer (PIN) hebt ingevoerd. Actie: Voer vanaf het bedieningspaneel de PIN-code in die u in het stuurprogramma hebt opgegeven toen de vertrouwelijke taak naar de printer werd gestuurd.
  • Pagina 204 Schijf wordt geformatteerd yyy% Betekenis bericht: De printer formatteert de vaste schijf. Als het formatteren meer tijd in beslag neemt dan gebruikelijk is, wordt op de tweede regel van de display het percentage vermeld dat reeds is voltooid. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet.
  • Pagina 205 Taken in geheug. mogelk verloren Betekenis bericht: Er is onvoldoende printergeheugen beschikbaar om de afdruktaken verder te verwerken. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. De printer maakt Start geheugen vrij door de oudste wachtstandtaak te verwijderen en gaat hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking van de afdruktaak.
  • Pagina 206 Apparaat <installeren> of taak annuleren Betekenis bericht: U wordt gevraagd een bepaald apparaat te installeren, omdat een taak anders niet kan worden uitgevoerd. Actie: • Zet de printer uit, installeer het aangegeven apparaat en zet de printer weer aan. • Druk op om het menu Taak te openen en de huidige taak te annuleren.
  • Pagina 207 Laad <x> Betekenis bericht: De printer probeert papier te laden uit een bron en heeft geconstateerd dat deze leeg is. Actie: • Laad papier in de aangegeven lade van het formaat en de soort die worden vermeld op de tweede regel van de display. De printer zal het bericht automatisch wissen en doorgaan met afdrukken van de taak.
  • Pagina 208 Menu's uitgeschakeld Betekenis bericht: De printermenu's zijn uitgeschakeld. U kunt de printerinstellingen niet wijzigen vanaf het bedieningspaneel. Actie: U kunt nog steeds het menu Taak gebruiken om een taak te annuleren die wordt afgedrukt of om een vertrouwelijke of bewaarde taak te selecteren om af te drukken. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u de printermenu's wilt gebruiken.
  • Pagina 209 Geen opdrachten . Nogmaals? Betekenis bericht: De viercijferige PIN-code (persoonlijk identificatienummer) die u hebt ingevoerd, is niet gekoppeld aan een afdruktaak. Actie: • Druk op (Go) om een andere PIN-code in te voeren. Start • Druk op om de invoerprompt voor PIN-codes te verwijderen. Stop Zie ook: Afdruk- en wachtstandtaken...
  • Pagina 210 Spaarstand Betekenis bericht: De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Als de printer geen taken uitvoert, wordt het energiegebruik verlaagd. Als de printer niet actief is gedurende de periode die is opgegeven in het menu-item Spaarstand (de fabrieksinstelling is twintig minuten), wordt het bericht Spaarstand weergegeven in plaats van het bericht Gereed.
  • Pagina 211 Uitlijningspag. wordt afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van een testpagina waarop de uitlijnwaarden worden weergegeven. Actie: Wacht tot de printer klaar is met het afdrukken van de pagina. Zie ook: Overdrachtrol vervangen; Afdruk uitlijnen Directory wordt afgedrukt Betekenis bericht:...
  • Pagina 212 Takenloggegevens worden afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van takenloggegevens die zijn opgeslagen op de vaste schijf. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Takenloggegevens Menu-instellingen worden afgedrukt Betekenis bericht: De printer is bezig met het verwerken of afdrukken van de pagina met menu-instellingen. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen.
  • Pagina 213 Prg. Systeemcode Betekenis bericht: De printer is bezig met het programmeren van nieuwe systeemcode. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen en de printer opnieuw is ingesteld. Tijdens de weergave van dit bericht mag de printer niet worden uitgezet. AARSCHUWING Flash wrdt geprg Betekenis bericht: De printer is bezig met het opslaan van bronnen, lettertypen of macro's in het flash-geheugen.
  • Pagina 214 Programmeerfout P<x> Betekenis bericht: Er is een fout opgetreden tijdens het programmeren van een code in het geheugen. Actie: Los het probleem op dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display. P105 Er is een netwerkbestand gebruikt voor het programmeren van een niet- netwerkprinter, of er is een niet-netwerkbestand gebruikt voor het programmeren van een netwerkprinter.
  • Pagina 215 Opdrachten in wachtrij Betekenis bericht: De printer verzendt een of meer wachtstandtaken. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Afdruk- en wachtstandtaken Gereed Betekenis bericht: De printer is gereed om afdruktaken te ontvangen en te verwerken. Actie: Stuur een afdruktaak naar de printer. Gereed Hex Betekenis bericht: De printer staat in de Hex Trace-modus en is gereed om afdruktaken te ontvangen en te...
  • Pagina 216 Papier verwijderen <aangegeven lade> Betekenis bericht: De aangegeven lade, of laden, is of zijn vol. Actie: Verwijder de stapel papier uit de aangegeven lade(n) om het bericht te wissen. Waarde gegonderh wordt opnieuw ingesteld Betekenis bericht: De printer stelt de teller die de slijtage van het verhittingsstation bijhoudt, opnieuw in. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen.
  • Pagina 217 Bewaarde taken herstellen. Start/Stop? Betekenis bericht: Iemand heeft de printer opnieuw ingesteld of aangezet en de printer heeft geconstateerd dat er afdruk- en wachtstandtaken op de vaste schijf zijn opgeslagen. Actie: • Druk op (Go). Alle afdruk- en wachtstandtaken op de vaste schijf worden weer in het Start printergeheugen geladen.
  • Pagina 218 Bewaarde taken worden hersteld Betekenis bericht: De printer is bezig wachtstandtaken op de vaste schijf in het printergeheugen te laden. Actie: Wachten tot het bericht is verdwenen. Zie ook: Afdruk- en wachtstandtaken Serieel <x> Betekenis bericht: De actieve communicatieverbinding is een seriële interface. Std-lade vol Betekenis bericht: De aangegeven lade is vol.
  • Pagina 219 Lade <x> leeg Betekenis bericht: Het papier in de aangegeven lade is op. Actie: Plaats papier in de lade, zodat het bericht wordt gewist. Zie ook: Papierlade vullen Lade <x> bijna op Betekenis bericht: Het papier in de aangegeven lade is bijna op. Actie: Vul papier in de lade bij, zodat het bericht wordt gewist.
  • Pagina 220 Schijf niet ondersteund Betekenis bericht: De printer heeft een schijf gevonden die niet wordt ondersteund. Actie: • Druk op Start (Go) om het bericht te wissen. • Formatteer de schijf. Opmerking: Zolang de schijf niet is geformatteerd, worden er geen schijfbewerkingen uitgevoerd.
  • Pagina 221 Actie: Dit bericht wordt automatisch na 30 seconden gewist en de download-emulatie op de firmwarekaart wordt vervolgens uitgeschakeld. Download de juiste versie van de download-emulator vanaf de Lexmark weblocatie. 2<xx> Papier vast Betekenis bericht: De printer heeft een papierstoring gedetecteerd.
  • Pagina 222 30 <kleur> eenheid ontbreekt Betekenis bericht: Een of meer van de kleurenafdrukeenheden ontbreekt of is niet goed geïnstalleerd. Actie: Installeer de kleurenafdrukeenheden op de juiste manier om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Zie ook: Tonercartridge vervangen;...
  • Pagina 223 34 Papier te kort Betekenis bericht: De printer heeft vastgesteld dat de lengte van het papier in de bron die wordt vermeld op de tweede regel van de display onvoldoende is om de opgemaakte gegevens af te drukken. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
  • Pagina 224 37 Onvoldoende geh. voor sort. Betekenis bericht: Het printergeheugen (of de eventueel geïnstalleerde vaste schijf) heeft onvoldoende ruimte om de afdruktaak te sorteren. Actie: • Druk op (Go) om het opgeslagen gedeelte van de taak af te drukken en om de rest van Start de afdruktaak te sorteren.
  • Pagina 225 37 Onvoldoende geheugen Betekenis bericht: Het printergeheugen is vol en de huidige afdruktaken kunnen niet verder worden verwerkt. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en de verwerking van de huidige afdruktaak voort Start te zetten. De printer maakt geheugen vrij door de oudste wachtstandtaak te verwijderen en gaat hiermee verder tot voldoende printergeheugen beschikbaar is voor de verwerking van de afdruktaak.
  • Pagina 226 39 Pagina is te complex Betekenis bericht: De pagina wordt mogelijk niet correct afgedrukt, omdat de afdrukinformatie op de pagina te complex is. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en door te gaan met het afdrukken van de huidige Start taak.
  • Pagina 227 40 Lade <x> formaat- detectiefout Betekenis bericht: De hoge-capaciteitsinvoerlader heeft een fout in het foutdetectiemechanisme geconstateerd. Actie: • Zet de printer uit en controleer of de connectors van de hoge-capaciteitslader correct zijn geïnstalleerd. • Laat de formaatsensor van de hoge-capaciteitslader door een medewerker van de serviceafdeling controleren.
  • Pagina 228 52 Flash vol Betekenis bericht: Er is onvoldoende ruimte in het flash-geheugen om de gegevens die u wilt laden op te slaan. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Geladen Start lettertypen en macro's die niet eerder zijn opgeslagen in het flash-geheugen, worden verwijderd.
  • Pagina 229 54 Network <x> 54 Std Network Software Error Software Error Deze berichten betekenen: De printer kan niet communiceren met een geïnstalleerde netwerkpoort. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het is mogelijk Start dat de opdracht niet goed wordt afgedrukt.
  • Pagina 230 56 Seriële prt <x> uitgeschakeld Betekenis bericht: Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via een seriële poort, maar de seriële poort is uitgeschakeld. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de seriële Start poort worden ontvangen.
  • Pagina 231 56 USB-prt <x> 56 Stndrd USB- uitgeschakeld prt uitgeschakeld Betekenis bericht: Er zijn gegevens doorgegeven aan de printer via een USB-poort, maar de USB-poort is uitgeschakeld. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen. De printer negeert gegevens die via de USB- Start poort worden ontvangen.
  • Pagina 232 58 Te veel schijven geïnst Betekenis bericht: Er zijn te veel vaste schijven geïnstalleerd. De printer ondersteunt slechts één vaste schijf tegelijk. Actie: Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de overtollige vaste schijven. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact.
  • Pagina 233 58 Te veel laden aangesl Betekenis bericht: Er zijn te veel ladekasten met overeenkomende laden geïnstalleerd. Actie: Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder de extra ladekasten. Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan. Opmerking: Sluit de printer altijd aan op een geaard stopcontact.
  • Pagina 234 63 Schijf niet geformatteerd Betekenis bericht: De printer heeft gedetecteerd dat de vaste schijf niet is geformatteerd. Actie: • Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Start • Formatteer de schijf voordat u acties uitvoert waarvoor een vaste schijf is vereist. Selecteer Schijf formatt.
  • Pagina 235 80 Band/Verhittingsstation versleten Betekenis bericht: De overdrachtband en het verhittingsstation hebben het einde van hun levensduur bereikt. Actie: • Vervang het verhittingsstation en de overdrachtrol Zie ook: Overdrachtrol vervangen; Verhittingsstation vervangen 80 Band/Verhittingsstation bijna Betekenis bericht: De overdrachtband en het verhittingsstation hebben bijna het einde van hun levensduur bereikt.
  • Pagina 236 80 Band bijna Betekenis bericht: De overdrachtband heeft bijna het einde van zijn levensduur bereikt. Als u niet over een nieuwe overdrachtband beschikt, moet u deze nu bestellen. U kunt nog circa 500 pagina's afdrukken voordat het bericht 80 Band bijna op wordt weergegeven. Actie: Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
  • Pagina 237 80 Verh.station bijna Betekenis bericht: Het verhittingsstation heeft bijna het einde van zijn levensduur bereikt. Als u niet over een nieuw verhittingsstation beschikt, moet u dit nu bestellen. U kunt nog circa 500 pagina's afdrukken voordat het bericht 80 Verh.station bijna op wordt weergegeven. Actie: Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
  • Pagina 238 84 Alle photocond Betekenis bericht: Alle photoconductor-eenheden hebben het eind van hun levensduur bereikt. Actie: • Vervang alle photoconductor-eenheden. Zorg ervoor dat u ook de nieuwe overdrachtrol van het verhittingsstation installeert die bij elke photoconductor-eenheidkit wordt geleverd. • Als de afdrukkwaliteit nog steeds bevredigend is en u de photocondnuctor-eenheden nog niet wilt vervangen, drukt u op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met Start...
  • Pagina 239 84 Ph.cond. zwart Betekenis bericht: De zwarte photoconductor-eenheid heeft het einde van zijn levensduur bereikt. Actie: • Vervang de zwarte photoconductor-eenheid. Zorg ervoor dat u ook de nieuwe overdrachtrol van het verhittingsstation installeert die bij de zwarte photoconductor-eenheidkit wordt geleverd. •...
  • Pagina 240 84 Ph.cond. kleur abnormaal Betekenis bericht: De printer heeft een abnormale photoconductor-eenheid gedetecteerd. Actie: Installeer een nieuwe photoconductor-eenheid voor kleuren om het bericht te wissen en door te gaan met afdrukken. Zie ook: Photoconductor-eenheid vervangen 84 Ph.cond. kleur Betekenis bericht: De kleuren photoconductor-eenheden hebben het einde van hun levensduur bereikt.
  • Pagina 241 kunt nog circa 100 pagina's afdrukken voordat het bericht 84 Ph.cond. kleur op wordt weergegeven. Actie: Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het bericht Start Accessoires blijft op de display staan totdat u de photoconductor-eenheids hebt vervangen. Opmerking: De cyaan, magenta en gele photoconductor-eenheden worden in één pakket geleverd.
  • Pagina 242 85 Coating rol bijna Betekenis bericht: De olie-coatingrol heeft het bijna einde van zijn levensduur bereikt. Als u geen nieuwe olie- coatingrol beschikbaar hebt, moet u deze nu bestellen. U kunt nog circa 500 pagina's afdrukken voordat het bericht Coatingrol versleten wordt weergegeven. Actie: Druk op (Go) om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
  • Pagina 243 88 <kleur> Toner bijna op Betekenis bericht: De printer heeft gedetecteerd dat de tonervoorraad in een bepaalde cartridge bijna op is. Als u geen nieuw exemplaar van de aangegeven tonercartridge hebt, moet u deze nu bestellen. U kunt nog circa 250 pagina's afdrukken voordat de cartridge leeg is. Actie: •...
  • Pagina 244 Printermenu's Selecteer een menu in de volgende lijst voor meer informatie. U kunt ook klikken op een letter aan de onderkant van de pagina om een specifiek menu-item te zoeken dat met die letter begint. Klik hier voor een overzicht van alle menu's en menu-items op één pagina. •...
  • Pagina 245 Dubbelzijdig Lettertypebron A4-breedte Lettertypen afdr Aangepaste srtn Lettertypenaam Exemplaren Accessoires vervangen LocalTalk-adres Accessoiresmenu LocalTalk-buffer Fabr.instelling Afbeelding glad LocalTalk-menu Fax annuleren Afd.vb. mr pags LocalTalk-naam Flash defragmenteren Afdruk uitlijnen LocalTalk-poort Flash formatt. Afdrukmodus LocalTalk-zone Afdrukstand Afdruktimeout Mac Binair PS Netwerkmenu Handmatige kleur Ander formaat Parallelmenu Hex Trace...
  • Pagina 246 NPA-hosts Protocol Parallelmenu Serieelmenu NPA-modus PS SmartSwitch USB-menu Infraroodmenu Infraroodmenu LocalTalk-menu LocalTalk-menu Takenlog Netwerkmenu Netwerkmenu Tonerzwarting Parallelmenu Parallelmenu Serieelmenu Serieelmenu USB-menu USB-menu Uitvrlad. conf. Ntwrk <x> afdrukken Puntformaat U-lader config Universal-instelling USB-buffer Pag-beveiliging Regels/pagina USB-menu Papier laden Robust XON Papierbron RS-232/RS-422 Venstergrootte Papierformaat...
  • Pagina 247 Kleurmenu Met het menu Kleur wordt de afdrukkwaliteit voor kleuren aangepast. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Kleurcorrectie • Afdrukmodus • Handmatige kleur • Tonerzwarting Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Kleurcorrectie Doel: Het aanpassen van de afgedrukte kleur zodat deze meer overeenkomt met de kleuren van andere afdrukapparaten of standaardkleursystemen.
  • Pagina 248 Handmatige kleur Doel: Gebruikers de kleurcorrectie laten aanpassen vanaf het bedieningspaneel. Waarden: RGB-beeld Levendig: er wordt een kleurcorrectie-algoritme toegepast dat voor helderdere en diepere kleuren zorgt. Deze waarde kan worden geselecteerd voor alle binnenkomende kleurenindelingen. sRGB-beeld*: er wordt kleurcorrectie toegepast om afdrukken te produceren die de kleuren op een computerbeeldscherm benaderen.
  • Pagina 249 Afdrukmodus Doel: Bepalen of afbeeldingen worden afgedrukt in een monochrome grijstint of in kleur. Waarden: Kleuren* Zwart/wit Tonerzwarting Doel: Tekst lichter of donkerder maken, of toner besparen. Waarden: 1–4 (4*) 1 is het lichtst; 4 is het donkerst. Selecteer een lagere waarde als u afbeeldingen met grijstinten lichter wilt afdrukken. Selecteer een hogere waarde als u afbeeldingen met grijstinten donkerder wilt afdrukken.
  • Pagina 250 Menu Afwerking In het menu Afwerking kunt u aangeven hoe de printer de afdrukktaak uitvoert. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Lege Pagina's • N/vel: volgorde • Sorteren • N/vel: afdrukken • Exemplaren • Afd.vb. mr pags • Dubbelzijdig •...
  • Pagina 251 Sorteren Doel: De pagina's van een afdruktaak op volgorde houden als u de taak meerdere malen afdrukt. Waarden: Uit* Drukt iedere pagina van een afdruktaak zo vaak af als is opgegeven in het menu-item Exemplaren. Als u bijvoorbeeld Exemplaren instelt op 2 en drie pagina's naar de printer stuurt, worden de volgende pagina's afgedrukt: pagina 1, pagina 1, pagina 2, pagina 2, pagina 3, pagina 3.
  • Pagina 252 Bindz dubbelz Doel: Definiëren hoe dubbelzijdig afgedrukte pagina's worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina's (met de even nummers) en van de voorzijde van de pagina's (met de oneven nummers). Waarden: Lange zijde* Bereidt inbinding voor aan de lange zijde van de pagina (de linkerzijde bij de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend).
  • Pagina 253 N/vel: volgorde Doel: De positie van afgebeelde pagina’s bepalen bij het afdrukken van meerdere pagina's. De positie hangt af van het aantal afbeeldingen en de afdrukstand van de afbeeldingen (staand of liggend). Als u bijvoorbeeld zowel 4 op één vel als de afdrukstand Staand selecteert, is het resultaat afhankelijk van de waarde die u selecteert bij Volgorde meer pg: Omgekeerde Omgekeerde verticale...
  • Pagina 254 N/vel: afdrukken Doel: Meerdere pagina’s afdrukken op één zijde van het papier. Dit wordt ook wel n-op of papiersbesparing genoemd. Waarden: Uit* Drukt één pagina-afbeelding per zijde af. 6 per vel Drukt zes pagina-afbeeldingen per zijde 2 per vel Drukt twee paginabeelden per zijde af. 9 per vel Drukt negen paginabeelden per zijde af.
  • Pagina 255 Scheidingspags Doel: Lege scheidingspagina's invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen de pagina's van een taak. Waarden: Geen* Voegt geen scheidingspagina's in. Tussen exempl. Voegt een leeg vel in tussen alle exemplaren van een afdruktaak. Als Sorteren is ingesteld op Uit, wordt een lege pagina ingevoegd tussen alle sets van afgedrukte pagina's (alle pagina's 1, alle pagina's 2, enzovoort).
  • Pagina 256 Menu Infrarood Met het Infraroodmenu wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de infraroodinterface. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Infraroodbuffer • PCL SmartSwitch • Infraroodpoort • PS SmartSwitch • Taakbuffer •...
  • Pagina 257 Infraroodbuffer Doel: De grootte van de infraroodinvoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatisch de grootte van de infraroodbuffer (aanbevolen instelling).
  • Pagina 258 Taakbuffer Doel: Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat zij worden afgedrukt. Waarden: Uit* Slaat geen afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Slaat afdruktaken op in de buffer op de vaste schijf. Auto Slaat afdruktaken alleen op in de buffer als de printer bezig is met de verwerking van gegevens uit een andere invoerpoort.
  • Pagina 259 PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de infraroodpoort wordt vereist, ongeacht de standaard printertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de infraroodinterface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is.
  • Pagina 260 Vertr bij overdr Doel: Instellen in seconden hoe lang de printer moet wachten voordat deze zinvolle infraroodgegevens verzendt naar de hostcomputer en hoe lang de hostcomputer, op verzoek van de printer, moet wachten voordat deze infraroodgegevens verzendt. Waarden: Auto* De printer stelt de waarde voor de transmissievertraging in als de printer opnieuw wordt aangezet om zo de koppelingsprestaties te optimaliseren (aanbevolen instelling).
  • Pagina 261 Taakmenu Het Taakmenu is alleen beschikbaar als de printer bezig is met het verwerken of uitvoeren van een taak, als op de display een ander bericht dan Gereed wordt weergegeven of als de printer zich in de werkstand Hex Trace bevindt. Druk op om het menu Taak te openen.
  • Pagina 262 Vertrouwelijke afdruktaak Doel: Vertrouwelijke afdruktaken afdrukken die zijn opgeslagen in het printergeheugen. (Als u een vertrouwelijke afdruktaak afdrukt, wordt deze automatisch uit het printergeheugen verwijderd.) Voer eerst de PIN-code in die aan de vertrouwelijke taak is toegewezen. Voer PIN in Voer de PIN-code van de vertrouwelijke afdruktaak in met de knoppen op het bedieningspaneel.
  • Pagina 263 Beginwaarden Doel: De printer opnieuw instellen op de standaardwaarden van de menu-items, alle geladen bronnen (lettertypen, macro's en symbolen) verwijderen uit het printergeheugen (RAM) en alle gegevens verwijderen uit de interfacekoppelingsbuffer. Opmerking: Voordat u Reset Printer selecteert, moet u eerst de toepassing afsluiten die u gebruikt.
  • Pagina 264 LocalTalk-menu Met het LocalTalk-menu wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die naar de printer worden verzonden via de LocalTalk-poort. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Taakbuffer • LocalTalk-zone • LocalTalk-adres • NPA-hosts • LocalTalk-buffer • NPA-modus •...
  • Pagina 265 LocalTalk-adres Doel: Het nummer ophalen van het LocalTalk-knooppunt dat is toegewezen aan de printer. Deze instelling kan niet worden gewijzigd met het bedieningspaneel. LocalTalk-buffer Doel: De grootte van de LocalTalk-invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat.
  • Pagina 266 LocalTalk-poort Doel: De LocalTalk-poort activeren. Waarden: Uitgeschakeld* Schakelt de LocalTalk-poort uit en alle andere menu-items van het LocalTalk-menu. LTalk-optie <x> Activeert de opgegeven LocalTalk-poort. LocalTalk-zone Doel: De LocalTalk-zone vaststellen die door het LocalTalk-netwerk wordt verstrekt. Deze instelling kan niet worden gewijzigd met het bedieningspaneel. NPA-hosts Doel: Het maximumaantal NPA-hosts opgeven dat kan reageren op NPA-waarschuwingen.
  • Pagina 267 PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de LocalTalk-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de LocalTalk-interface en selecteert PCL- emulatie als dit de vereiste printertaal is.
  • Pagina 268 Netwerkmenu Met het Netwerkmenu kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een netwerkpoort worden verstuurd (Standaardnetwerk of Netwerkoptie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Taakbuffer • NPA-modus • MAC binair PS • PCL SmartSwitch • Netwerkbuffer •...
  • Pagina 269 MAC binair PS Doel: De printer configureren om binaire PostScript-afdruktaken voor de Macintosh te verwerken. Waarden: De printer verwerkt ruwe binaire PostScript-afdruktaken van computers waarop het Macintosh-besturingssysteem wordt uitgevoerd. Opmerking: Deze instelling er er de oorzaak van dat Windows-afdruktaken meestal mislukken.
  • Pagina 270 Netwerkinst <x> Doel: Een interne printerserver configureren. Waarden: Waarden voor dit menu-item worden door de specifieke printerserver geleverd. Selecteer het menu- item als u de beschikbare waarden wilt bekijken. Opmerking: Raadpleeg de Drivers cd voor meer informatie. NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA).
  • Pagina 271 PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de netwerkpoort wordt vereist, ongeacht de standaard printertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de netwerkinterface en selecteert PostScript- emulatie als dit de vereiste printertaal is.
  • Pagina 272 Papiermenu In het Papiermenu kunt u de papiersoort in de laden instellen en de standaardpapierbron en -uitvoer aangeven. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Ken type/vak toe • Papierbron • Uitvrlad. conf. • Papiersoort • U-lader config • Papiergewicht •...
  • Pagina 273 Ken type/vak toe Doel: Afdruktaken naar een specifieke uitvoerlade sturen op basis van de verzochte papiersoort. Waarden (voor Standaardlade* en Lade 1): Vak gewoon pap. Vak envelop Vak kaarten Vak briefpapier Vak bankpostpap. Vak voorgedrukt Vak glossy papier Vak gekleurd Vak etiketten Lade aangepast <x>...
  • Pagina 274 U-lader config Doel: Bepalen wanneer de printer papier selecteert dat in de universeellader is geplaatst. Waarden: Cassette* De printer behandelt de universeellader op dezelfde manier als elke andere papierlade. Als voor een afdruktaak om een papierformaat of papiersoort wordt gevraagd die alleen in de universeellader is geladen, haalt de printer papier uit de universeellader voor de afdruktaak.
  • Pagina 275 Papier laden Doel: Het correct verwerken van voorbedrukt papier in de lade, ongeacht of het een dubbelzijdige of enkelzijdige afdruktaak betreft. Waarden: Selecteer eerst een papiersoort: Bankpost laden Gekleurd laden Briefhfd laden Glossy laden Aangepast <x> laden Voorbedr Laden Selecteer vervolgens een van de volgende waarden: Dubbelzijdig Deelt de printer mee dat de opgegeven papiersoort correct is geladen voor dubbelzijdig afdrukken.
  • Pagina 276 Papierbron Doel: Het bepalen van de standaardpapierbron. Waarden: Lade <x> (Lade 1*) MF-lader Handinvoer Env (hand) Als u afdrukmadia van dezelfde formaat en dezelfde soort gebruikt in twee papierbronnen (en voor Papierformaat en Papiersoort de juiste waarden zijn ingesteld), worden de laden automatisch gekoppeld.
  • Pagina 277 afgekapt. Als twee of meer aangepaste soorten dezelfde naam hebben, verschijnt deze naam slechts één keer in de lijst Papiersoort. U gebruikt dit menu-item voor het volgende: • Het optimaliseren van de afdrukkwaliteit voor de opgegeven papiersoort. • Het selecteren van papierbronnen vanuit de softwaretoepassing door de soort en het formaat te selecteren.
  • Pagina 278 Ander formaat Doel: Het kiezen van een ander formaat als het aangevraagde formaat niet is geladen. Waarden: De printer vraagt de gebruiker de gewenste papiersoort te laden. Statement/A5 Drukt A5-afdruktaken af op Statement-papier als alleen Statement-papier is geladen. Omgekeerd worden Statement-afdruktaken op A5-papier afgedrukt als er geen Statement-papier beschikbaar is.
  • Pagina 279 Menu Parallel Met het Parallelmenu kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een parallelle poort worden verstuurd (Standaard parallelle poort of Parallel optie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Status Uitgebreid • Werkst. paral. 1 • INIT honoreren •...
  • Pagina 280 INIT honoreren Doel: Vaststellen of de printer hardware-initialisatieverzoeken van de computer honoreert. De computer doet een initialisatieverzoek door het INIT-signaal op de parallelle interface te activeren. Veel computers activeren het INIT-signaal telkens opnieuw als de computer wordt aan- of uitgezet. Waarden: Uit* De printer honoreert geen hardware-initialisatieverzoeken van de computer.
  • Pagina 281 NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Waarden: De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. De printer past geen NPA-verwerking toe.
  • Pagina 282 Werkst. paral. 1 Doel: Het beheer van de afstopweerstanden voor signalen op de parallelle poort. Dit menu-item is nuttig voor computers met open collector-output voor de signalen van de parallelle poort. Waarden: Schakelt de weerstanden uit. Uit* Schakelt de weerstanden in. Werkst.
  • Pagina 283 PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PostScript-emulatie als dit door een afdruktaak op de parallelle poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de parallelle interface en selecteert PostScript- emulatie als dit de vereiste printertaal is.
  • Pagina 284 Menu PCL Emul In het PCL Emul-menu wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PCL-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • A4-breedte • Afdrukstand • Auto HR bij NR • Pitch •...
  • Pagina 285 Auto HR bij NR Doel: Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel. Waarden: Uit* De printer voert geen harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel. De printer voert een harde return uit na de opdracht voor een nieuwe regel. Auto NR bij HR Doel: Opgeven of de printer automatisch een harde return uitvoert na de opdracht voor een nieuwe regel.
  • Pagina 286 Lettertypebron Doel: Bepalen welke lettertypen worden weergegeven in het menu-item Lettertypenaam. Waarden: Intern* Geeft alle interne lettertypen weer die in de fabriek in het RAM van de printer zijn geladen. Laadbaar Geeft alle lettertypen weer die vanuit andere bronnen in het RAM zijn geladen. Flash Geeft alle lettertypen in het flash-geheugen weer.
  • Pagina 287 Afdrukstand Doel: Instellen in welke stand de tekst en afbeeldingen op de pagina worden afgedrukt. Waarden: Staand* Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de korte zijde van het papier af. Liggend Drukt de tekst en afbeeldingen evenwijdig aan de lange zijde van het papier af. Pitch Doel: Het opgeven van de lettertypepitch voor schaalbare lettertypen met een vaste tekenafstand...
  • Pagina 288 Symbolenset Doel: Het kiezen van een symbolenset voor een geselecteerde lettertypenaam. Waarden: PC-8* (in de fabriek ingestelde landspecifieke waarden) PC-850* (in de fabriek ingestelde landspecifieke waarden) Een symbolenset is een set alfabetische en numerieke tekens, interpunctietekens en speciale symbolen die worden gebruikt als u in een bepaald lettertype afdrukt. Symbolensets ondersteunen de verschillende vereisten voor talen of specifieke toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke teksten.
  • Pagina 289 PostScript-menu In het PostScriptmenu wijzigt u printerinstellingen die alleen van invloed zijn op afdruktaken waarvoor PostScript-emulatie als printertaal wordt gebruikt. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Voork-lettertype • Afbeelding glad • Print PS-fout Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Voork-lettertype Doel: Bepalen waar de printer het eerst naar het gewenste lettertype zoekt.
  • Pagina 290 Afbeelding glad Doel: Het contrast en de scherpte verbeteren van bitmapafbeeldingen van lage resolutie (bijvoorbeeld afbeeldingen die u van het World Wide Web hebt opgehaald) en het garanderen van een soepele kleurovergang. Waarden: Uit* Gebruikt de standaardresolutie voor het afdrukken van alle afbeeldingen. Verbetert het afdrukken van afbeeldingen met een lage resolutie, bijvoorbeeld 72 dpi.
  • Pagina 291 Menu Serieel Met het Serieelmenu kunt u de instellingen wijzigen van taken die via een seriële poort worden verstuurd (Standaard serieel of Serieel optie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Baud • PS SmartSwitch • Databits • Robust XON •...
  • Pagina 292 Baud Doel: Opgeven met welke snelheid gegevens op de seriële poort kunnen worden ontvangen. Waarden: 1200 57600 2400 115200 4800 138200 9600* 172800 19200 230400 38400 345600 Zie ook: Technical Reference Databits Doel: Het aantal databits opgeven dat per transmissieframe wordt verzonden. Waarden: Zie ook: Technical Reference...
  • Pagina 293 DSR honoreren Doel: Bepalen of de printer gebruikmaakt van het DSR-signaal (Data Set Ready). DSR is een van de handshaking-signalen die worden gebruikt voor de meeste seriële interfacekabels. Waarden: Uit* Alle gegevens die op de seriële poort worden ontvangen, worden als geldig beschouwd. Alleen gegevens die met een hoog DSR-signaal worden ontvangen, worden als geldig beschouwd.
  • Pagina 294 NPA-modus Doel: Aangeven of de printer de speciale verwerking voor bidirectionele communicatie uitvoert, zoals gedefinieerd in de specificaties van het Network Printing Alliance Protocol (NPA). Waarden: De printer past NPA-verwerking toe. Als de gegevens niet in de NPA-indeling zijn opgesteld, worden deze als onverwerkbaar beschouwd en verwijderd. De printer past geen NPA-verwerking toe.
  • Pagina 295 PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de seriële poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de seriële interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is.
  • Pagina 296 Robust XON Doel: Bepalen of de printer zijn beschikbaarheid meldt aan de computer. Waarden: Uit* De printer wacht op gegevens van de computer. De printer zendt continu een stroom XON's naar de hostcomputer om te melden dat de seriële poort gereed is om meer gegevens te ontvangen. Dit menu-item is alleen van toepassing op de seriële poort als Serieel protocol is ingesteld op XON/ XOFF.
  • Pagina 297 Seriële buffer Doel: De grootte van de seriële invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de taakbuffer uit. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatische de grootte van de seriële buffer (aanbevolen instelling).
  • Pagina 298 Instellingmenu Met het Instellingmenu kunt u een groot aantal printerfuncties configureren. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Signaalinstelling • Pag-beveiliging • Auto doorgaan • Spaarstand • Taal op display • Afdruktimeout • Laden naar • Printertaal • Corr na storing •...
  • Pagina 299 Auto doorgaan Doel: Instellen (in seconden) hoe lang de printer een foutbericht blijft weergeven waarbij menselijk ingrijpen is vereist, voordat hij doorgaat met afdrukken. Waarden: Uitgeschakeld* De printer drukt pas weer af nadat het foutbericht door een gebruiker is gewist. 5...255 De printer wacht het ingestelde aantal seconden en gaat dan automatisch door met afdrukken.
  • Pagina 300 Corr na storing Doel: Bepalen of de printer vastgelopen pagina's opnieuw afdrukt. Waarden: De printer drukt vastgelopen pagina's opnieuw af. De printer drukt vastgelopen pagina's niet opnieuw af. Auto* De printer drukt een vastgelopen pagina opnieuw af, tenzij het vereiste geheugen nodig is voor andere afdruktaken.
  • Pagina 301 Max afdruktaken Doel: Het aantal afdruktaken aangeven waarvoor op de vaste schijf van de printer statistische gegevens worden bewaard. Waarden: Uitgeschakeld Slaat statistische gegevens op voor elke afdruktaak totdat de vaste schijf vol is. 10...1000 (1000*) Slaat statistische gegevens voor het opgegeven aantal afdruktaken op. Als u de limiet voor de taak-boekhouding bijvoorbeeld op 10 instelt, worden de statistische gegevens van de 10 meest recente afdruktaken op de schijf opgeslagen.
  • Pagina 302 Spaarstand Doel: Instellen (in minuten) na hoeveel tijd de spaarstand wordt ingeschakeld nadat een afdruktaak is afgedrukt. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de spaarstand uit. 1...240 Stelt in hoe lang het na het uitvoeren van een afdruktaak duurt voor de spaarstand wordt ingeschakeld. (Het is mogelijk dat uw printer niet het hele bereik met waarden ondersteunt.) Welke spaarstandwaarde in de fabriek is ingesteld, is afhankelijk van het printermodel.
  • Pagina 303 Printertaal Doel: Het instellen van de standaardprintertaal voor het versturen van gegevens van de computer naar de printer. Waarden: PCL-emulatie PCL-emulatie, compatibel met Hewlett-Packard printers. PS-emulatie* PostScript-emulatie, compatibel met de Adobe PostScript-taal. Opmerking: Als een bepaalde printertaal als standaardtaal is ingesteld, betekent dit niet dat toepassingen geen afdruktaken kunnen verzenden die een andere printertaal gebruiken.
  • Pagina 304 Wachttimeout Doel: Bepalen hoeveel seconden de printer wacht totdat er meer gegevens van de computer zijn ontvangen. Als de timeout is verstreken, wordt de afdruktaak geannuleerd. Waarden: Uitgeschakeld Schakelt de wachttimeout uit. 15...65535 (40*) Specificeert de tijd die de printer wacht op verdere gegevens voordat de afdruktaak wordt geannuleerd.
  • Pagina 305 Accessoiresmenu In het Accessoiresmenu vindt u informatie over printerondelen en supplies die de gebruiker geregeld moet controleren. Dit menu is alleen beschikbaar als een van de onderdelen of supplies bijna leeg is of aan vervanging toe is. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: •...
  • Pagina 306 Ph.cond. zwart Doel: De status van de photoconductor-eenheden bekijken. Waarden: Bijna op Versleten Zie ook: Photoconductor-eenheid vervangen Coatingrol Doel: De status van de photoconductor-eenheden bekijken. Waarden: 85 Coatingrol bijna op Het is tijd om een nieuwe oliecoatingrol te bestellen. 85 Coatingrol versleten Het is tijd om de overdrachtband te vervangen.
  • Pagina 307 <kleur> toner Doel: De status van de tonercartridges voor kleuren bekijken. Waarden: Laag Leeg Zie ook: Tonercartridge vervangen Verhittingsstation Doel: De status van het verhittingsstation bekijken. Waarden: 80 Verh.station bijna op Het is tijd om een nieuw verhittingsstation te bestellen. 80 Verh.station versleten Het is tijd om verhittingsstation te vervangen.
  • Pagina 308 Accessoires vervangen Doel: De status van printersupplies bekijken. Waarden: Verhittingsstation =Niet vervangen =Vervangen =Nu vervangen Band =Niet vervangen =Vervangen =Nu vervangen Houdbaarheid toebehoren Doel: De status van printersupplies bekijken. Waarden: <kleur> tone =Laag Coatingrol =Bijna op =Leeg =Versleten =xxx% Ph.cond. kleur =Bijna op Ph.cond.
  • Pagina 309 USB-menu Met het USB-menu kunt u de printerinstellingen wijzigen voor een Universal Serial Bus-poort (USB optie <x>). Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Taakbuffer • PCL SmartSwitch • MAC binair PS • PS SmartSwitch • NPA-modus • USB-buffer Opmerking: De fabrieksinstellingen worden aangegeven met een sterretje (*). Taakbuffer Doel: Afdruktaken tijdelijk opslaan op de vaste schijf van de printer voordat zij worden afgedrukt.
  • Pagina 310 MAC binair PS Doel: De printer configureren om binaire PostScript-afdruktaken voor de Macintosh te verwerken. Waarden: De printer verwerkt ruwe binaire PostScript-afdruktaken van computers waarop het Macintosh-besturingssysteem wordt uitgevoerd. Opmerking: Deze instelling er er de oorzaak van dat Windows-afdruktaken meestal mislukken.
  • Pagina 311 PCL SmartSwitch Doel: De printer zo configureren dat deze automatisch overschakelt op PCL-emulatie als dit door een afdruktaak op de USB-poort wordt vereist, ongeacht de standaardprintertaal. Waarden: Aan* De printer controleert de gegevens op de USB-interface en selecteert PCL-emulatie als dit de vereiste printertaal is.
  • Pagina 312 USB-buffer Doel: De grootte van de USB-invoerbuffer configureren. Waarden: Uitgeschakeld De taakbuffer wordt uitgeschakeld. Afdruktaken die al in de schijfbuffer zijn opgenomen, worden afgedrukt voordat het normaal verwerken van nieuwe afdruktaken wordt hervat. Auto* De printer berekent automatisch de grootte van de USB-buffer (aanbevolen instelling).
  • Pagina 313 Menu Extra In het menu Extra kunt u verschillende lijsten afdrukken met informatie over printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat dit menu items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Selecteer voor verdere informatie een menu-item: • Kleurvoorbeelden •...
  • Pagina 314 Flash defragmenteren Doel: Het terughalen van opslagruimte die verloren is gegaan bij het verwijderen van bronnen uit het flash- geheugen. Waarden: De printer brengt alle bronnen over van het flash-geheugen naar het printergeheugen en formatteert vervolgens het flashgeheugen. Nadat het flash-geheugen is geformatteerd, worden de bronnen opnieuw in het flash-geheugen geladen.
  • Pagina 315 Schijf formatt Doel: Het formatteren van de vaste schijf in de printer. Waarden: Verwijdert alle gegevens op de vaste schijf en maakt deze gereed voor ontvangst van nieuwe bronnen. Annuleert het verzoek om de vaste schijf te formatteren. De huidige bronnen blijven op de schijf staan.
  • Pagina 316 Takenloggegevens Doel: Het afdrukken van een lijst met statistieken van alle taken op de vaste schijf of het verwijderen van alle statistische gegevens van de schijf. Waarden: Afdrukken Drukt alle statistische gegevens af over de recentste afdruktaken. Wissen Verwijdert alle statistische taakgegevens van de vaste schijf. Zie ook: Takenlog, Max afdruktaken...
  • Pagina 317 Lettertypen afdr Doel: Een voorbeeld afdrukken van alle beschikbare lettertypen voor de geselecteerde printertaal. Waarden: PCL-lettertypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PCL-emulatie. PS-lettertypen Drukt een voorbeeld af van alle beschikbare lettertypen voor PostScript-emulatie. Menu's afdrukken Doel: Een lijst afdrukken van de huidige standaardwaarden, geïnstalleerde opties, de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen en de status van de printertoebehoren.
  • Pagina 318 Oktober 2001 De volgende alinea is niet van toepassing in enig land waar dergelijke bepalingen in strijd zijn met de lokale wetgeving:LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE STAAT WAARIN DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET, NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
  • Pagina 319 Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/032-2, 740 West New Circle Road, Lexington, Kentucky 40550, Verenigde Staten. Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark behoudt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder hiermee enige verplichting op zich te nemen tegenover u.
  • Pagina 320 De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze bedrijven: Albertus The Monotype Corporation plc Antique Olive Monsieur Marcel OLIVE Apple-Chancery Apple Computer, Inc. Arial The Monotype Corporation plc Candid Agfa Corporation CG Omega Product van Agfa Corporation CG Times Gebaseerd op Times New Roman onder licentie van The Monotype Corporation plc, product van Agfa Corporation Chicago...
  • Pagina 321 Raadpleeg de garantiebeperkingsverklaringen in de genoemde licenties voor meer informatie. De broncodebestanden voor de door Lexmark aangepaste GNU-gelicentieerde software kunt u ophalen door de Drivers cd die bij de printer wordt geleverd te starten en op Lexmark info te klikken. Veiligheidsinformatie •...
  • Pagina 322 De Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A. in Boigny, Frankrijk, heeft een verklaring ondertekend waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van de EG-richtlijnen.
  • Pagina 323 Hierdoor wordt het energieverbruik van de apparatuur met maximaal 50 procent teruggebracht. Lexmark is een enthousiast deelnemer aan dit programma. Lexmark International, Inc. heeft als ENERGY STAR Partner vastgesteld dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
  • Pagina 324 Index Getallen 58 Te veel laden aangesloten 231, Accessoiresmenu 305 Accessoires vervangen 308 1565 Emul.-fout Laad emul.-optie 58 Te veel schijven geïnst 232 Band 305 61 Schijf beschadigd 233 Coatingrol 306 2<xx> Papier vast 221 62 Schijf vol 233 Houdbaarheid 308 30 <kleuren>afdrukeenheid 63 Schijf niet geformatteerd 234 Verhittingsstation 307...
  • Pagina 325 configureren 302 56 Par poort <x> uitgeschakeld Buffer wordt gewist 203 Alle taken verwijderen 201 Contr. <app.>verb. 198 Ander formaat (Papiermenu) 278 56 Seriële prt <x> uitgeschakeld Directory wordt afgedrukt 211 Apparaat <installeren> of Taak Engine wordt opgewarmd 203 annuleren 206 56 Std USB-poort uitgeschakeld Fabrieksinstell.
  • Pagina 326 Serieel <x> 218 Fax annuleren 197 Sluit bovenklep 199 Fax annuleren (Taakmenu) 261 cartridge Sluit lade <x> Bovenklep 200 fax, annuleren 261 bestellen 138 Sluit voorklep 199 firmwarekaart verwijderen 124 recycling 137 Sluit zijklep 199 Flash defrag. (Menu Extra) 314 Coatingrol (Accessoiresmenu) Spaarstand 210 Flash formatt.
  • Pagina 327 huidige menu-instellingen 21 Wachttimeout 304 papiersoort instellen 61 interfaces vullen 61 infrarood 256 laden LocalTalk 264 configureren 273 •ade 197 netwerk 268 toekennen 273 in beginstand zetten parallelle 279 laden koppelen 71 overdrachtsbandteller 108 serieel 291 Laden naar (Instellingmenu) 299 verhittingsstationsteller 94 USB- 309 Lade-nr wijzigen (menu PCL Emul)
  • Pagina 328 Menu’s worden uitgeschakeld 201 ondersteunde symbolensets 192 Menu-instellingen worden Ongeldige engine-code 206 afgedrukt 212 Ongeldige netwerk <x>-code 206 menu-overzicht 244 Ongeldige netwerkcode 206 MAC binair PS (Netwerkmenu) Menuwijzigingen activeren 197 ongeschikte papiersoorten 38 MF config. (Papiermenu) 274 Opdr.vertrouwel (Taakmenu) 262 MAC binair PS (Parallelmenu) 280 Opdr.verw.
  • Pagina 329 papierlade Lettertypenaam 285 geleider 57 Pitch 287 voorkeurslettertype 289 Papiermenu 272 Puntformaat 287 PostScriptmenu 289 Aangepaste soorten 274 Regels/pagina 286 Afbeelding glad 290 Ander formaat 278 Symbolenset 288 Voork-lettertype 289 Ken type/vak toe 273 PCL SmartSwitch (Infraroodmenu) Prg. Engine-code 212 MF config.
  • Pagina 330 Puntformaat (PCL Emul-menu) aanpassen Zwarte photoconductor-eenheid transmissiesnelheid 292 configureren Symbolenset (PCL Emul-menu) buffergrootte 297 NPA-modus 294 symbolensets, definitie 183 rasterschermen 16 pariteit 294 Regels/pagina (PCL Emul-menu) PCL SmartSwitch 295 polariteit 296 Reset printer (Taakmenu) 263 taak protocol 297 richtlijnen bewaard 262 PS SmartSwitch 295 enveloppen 39 boekhoudinglimiet 301...
  • Pagina 331 papierlade 56 verhittingsstation, status 307 universeellader 51 verhittingsstationsteller 118 x <wijzigen> 198 in beginstand zetten 94 vervangen oliecoatingrol 95 Uitgebr. status (Parallelmenu) 279 overdrachtband 100 Zelftest wordt uitgevoerd 209 Uitlijningspag. wordt afgedrukt photoconductor-eenheid 79 zwaar papier 70 supplies 83, 84, 94, 108, 114, uitvoer beheren 15 afbeelding glad maken 15 tonercartridges 109...
  • Pagina 332 Lexmark and Lexmark with diamond design are trademarks of Lexmark International, Inc., registered in the United States and/or other countries. © 2000 Lexmark International, Inc. 740 West New Circle Road Lexington, Kentucky 40550...