TDMA SOLUS II
3.3 Installatieschema met solaire installatie en
warmwatercircuit
Collector
Solar heiß
Psol
Solar kalt
Installatievariant circulatie voor thermische ontsmetting van
de circulatieleiding:
3.4 Aansluiting ketel- en verwarmingscircuit
3.4.1 Eén ketel, één verwarmingscircuit
Zie ook schema 7.1 op pagina 15.
Ketelcircuit
Laagste
Aansluiting
vermogensniveau
terugloop
< 10 kW
R1
> 10 kW
R2
Ketel vaste
R3
brandstoffen
Tabel 1: positie ketel- en verwarmingsterugloop
Vloer-
verwarming
KW
Pvw
Pcirc
M
KV
HV
R1
R2
V
TL
R3
Ketel
Pcirc
KW
Verwarmingscircuit
Max. temp.
Aansluiting
terugloop
terugloop
> 30 °C
R1
< 30 °C
R3
> 30 °C
R2
< 30 °C
R3
> 30 °C
R2
< 30 °C
R3
>30 °C R1
>30 °C R2
<30 °C R3
Q<10kW
Voorbeeld 1: Ketel klein vermogen, verwarmingscircuit
70/50 tot 60/40
>30 °C R1
>30 °C R2
<30 °C R3
Q>10kW
Voorbeeld 2: Ketel middelmatig vermogen,
verwarmingscircuit 70/50 tot 60/40
Bij ketels voor vaste brandstoffen (bv. stukhout) wordt, om
het volledige boilervolume te benutten, de ketelterugloop
op R3 aangesloten. Indien ook de terugloop van het
verwarmingscircuit op R3 aangesloten wordt, is het
volledige volume beschikbaar voor verwarming. Dan
ontstaan in de boiler onderaan eventueel hoge
temperaturen, waardoor het zonnerendement daalt.
Naargelang het gewichtsaandeel van de solaire installatie
is daarom bij een max. teruglooptemperatuur van het
verwarmingscircuit hoger dan 40 °C, aansluiting R2 beter.
3.4.2 Eén ketel, twee verwarmingscircuits
Zie ook schema 0 op pagina 15.
3.4.2.1 Standaard aansluiting
Het vertrek van beide verwarmingscircuits wordt op
aansluiting HV aangebracht. De terugloop van de
verwarmingscircuits wordt volgens tabel 2 aangesloten.
8
VW-circ.
70/50
60/40
KV
HV
Ketel
VW-circ.
70/50
60/40
KV
HV
Ketel