Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Materiaal; Normen; Terugnameverklaring; Aansluitingen Met Ketelbuffering - Consolar SOLUS II Series Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

TDMA SOLUS II
winter gebruikt wordt, nuttig zijn voor enkele uren
bijverwarming in de zomer.
Elektrische weerstanden moeten volgens EN 60335, deel 1
en 2 voorzien zijn van een temperatuurbegrenzer.
De inschroefdiepte bedraagt maximaal:
SOLUS II 560 en 560 DL: 600 mm
SOLUS II 800, 850 L, 1000 en 1050 L: 720 mm
SOLUS II 2200 L: 1000 mm

2.7 Materiaal

De voor het grootste deel gebruikte materialen zijn volgens
hun gewichtsaandeel: staal, koper, EPS-schuim (bij de
SOLUS II 2200 melamineharsschuim voor het deksel),
polypropyleen, messing en EPDM. De SOLUS II-reeks
bevat geen PVC, CFK, FKW of isolatiemateriaal in
glasvezel.

2.8 Normen

De SOLUS II-reeks bestaat uit verticale boilers uit
koolstofstaal St 37-2 volgens DIN 17100 met
kwaliteitscertificaat. De boilers beantwoorden aan DIN
4753 voor boilers voor verwarmingswater bij
verwarmingsinstallaties met vertrektemperaturen tot 90 °C,
volgens DIN 4751, deel 1.

2.9 Terugnameverklaring

Consolar neemt de boilers op het einde van een lange
levensduur terug om ze terug in de materiaalkringloop te
brengen. Daarvoor wordt de boiler op een pallet bevestigd
en naar Consolar teruggestuurd. Indien de afhandeling
door Consolar gebeurt, wordt de boiler klaargemaakt voor
transport met een vrachtwagen met hefbrug en wordt
Consolar verwittigd dat hij mag afgehaald worden.
3 Aansluitingen met
ketelbuffering

Gebruik

Verwarmingsondersteuning op zonne-energie
Buffering van ketels op gas, stookolie, pellets en vaste
brandstoffen
Warmwaterproductie.

3.1 Voordelen, beperkingen

Zonnewarmte kan voor kamerverwarming gebruikt
worden, in het bijzonder wanneer de
vertrektemperaturen van het verwarmingscircuit onder
de temperatuur van het gebruiksklaar warm water
liggen.
Ook grote ketelvolumes worden gebufferd. Daardoor
ontstaan langere werk- en stilstandtijden met weinig
uitstoot van schadelijke stoffen. Ook bij modulerende
ketels kan buffering voor de niet-modulerende
deelbelading dikwijls nuttig zijn.
Bij stilstand kan de ketel volledig afkoelen.

3.2 Richtlijnen voor de aansluiting

Het verwarmingsvertrek wordt in de regel aan de
overeenkomstige boileraansluiting (HV) aangebracht,
het ketelvertrek wordt aan KV aangebracht
Hoe kleiner het buffervolume voor de ketel, des te groter
is het zonnerendement. Tegelijkertijd slaat de ketel
echter vaker aan en af. In het geval van een klein
ketelvermogen voldoet een klein buffervolume
De terugloop van het verwarmingscircuit wordt
gewoonlijk op dezelfde aansluiting als de ketelterugloop
aangesloten. Daarvoor moet een T-stuk rechtstreeks aan
de boileraansluiting gemonteerd worden, om in het
geval van stilstand van de ketelpomp een foute circulatie
door de ketel te vermijden. Anders moet een aan een
pomp gekoppeld gemotoriseerd stuurventiel i.p.v. een
terugslagklep in het ketelvertrek of de ketelterugloop
gemonteerd worden.
Bij lage teruglooptemperaturen van het
verwarmingscircuit (muur- of vloerverwarming) wordt de
laagste aansluiting aan de SOLUS II gebruikt.
De doorstroming voor bijoplading van warm water moet
zo ingesteld worden, dat de vertrektemperatuur van de
ketel ong. 5 K hoger ligt dan de ingestelde
bijverwarmingstemperatuur voor warm water.
Als voorbeeld vindt u in wat volgt een installatieschema
met collectoren en warmwateraansluiting. Bij de andere
schema's zijn enkel ketel en verwarmingscircuit
aangegeven. De schema's zijn omwille van de
overzichtelijkheid onvolledig, veiligheidsvoorzieningen zijn
bv. niet aangegeven.
Gedetailleerde aansluitingsschema's vindt u vanaf
hoofdstuk. 7.1 op pagina 15 of in de Technische
Documentatie van de CONTROL-reeks.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Consolar SOLUS II Series

Inhoudsopgave