TDMA SOLUS II
De parallel aangesloten boilers plus buffer worden voor
het overige volgens de aansluitingsrichtlijnen voor een
SOLUS II-boiler aangesloten.
Algemene Regels:
Aan de verbindingsleidingen worden ketel- en
verwarmingscircuit in het midden en naar onderen
gesifoneerd aangesloten.
5.3 Voorbeelden parallelschakeling
5.3.1 Ketelbuffering
KV
HV
>40 °C R1
>30 °C R2
<30 °C R3
SOLUS
.
Ketel
Voorbeeld 10: verwarmingscircuit 50/35, stookolieketel
5.3.2 Terugloopsysteem
KV 1
KV
HV
>40 °C R1
>30 °C R2
<30 °C R3
SOLUS
.
Ketel
Voorbeeld 11: VW-circuit 50/35, stookolie- of gasketel
VW-circ.
50/35
SOLUS of
buffermodule
VW-circ.
50/35
SOLUS of
buffermodule
5.3.3 Parallelschakeling van de warmtewisselaars van twee
SOLUS II-boilers
KW
WW
SOLUS
Voorbeeld 12: aansluitingen water en solaire installatie
1)
Bij de SOLUS II 1050 L en SOLUS II 2200 L bevindt de KW-
aansluiting zich onder de Solar kalt-aansluiting.
5.4 Voorbeeld cascadeschakeling
Bij ketels voor vaste brandstoffen kan het buffervolume
verhoogd worden door cascadeschakeling van een SOLUS
met een buffermodule. De buffermodule wordt door de
ketel voor vaste brandstoffen op- en door het
verwarmingscircuit ontladen. De SOLUS wordt door de
solaire installatie opgeladen en door WW-afname
ontladen, zodat in de zomer de buffermodule koud blijft.
KV
HV
>40 °C R1
>30 °C R2
<30 °C R3
SOLUS
Voorbeeld 13
13
KW
WW
Solar heiß
Solar kalt
SOLUS
VW-circ.
50/35
KV 1
KV
HV
R1
R2
R3
.
Buffermodule