TDMA SOLUS II
geactiveerd worden vanaf een temperatuur van 80 - 85 °C
in de boiler.
Voor zover er geen temperatuurbegrenzing werd ingesteld
via de collectoren, moet de regelaar, bij temperaturen die
hoger liggen dan 110 °C de pomp van het zonnecircuit
uitschakelen Æ uitschakelen van de zonnepomp bij
collectortemperaturen hoger dan 110 °C activeren.
10.1.4 Druk van de solaire installatie
Door de warmtewisselaar voor de warmwaterproductie
wordt gegarandeerd dat onder geen enkele omstandigheid
warmtegeleidende vloeistof uit het zonnecircuit in het
warmwatersysteem kan komen. Het zonnecircuit kan
daarom met een maximale druk werken, die boven die van
het leidingennet ligt.
10.1.5 Boilerverwarming
Wanneer de onderste zone van de SOLUS II nog zeer koud
is, komt de Thermosifonstroming bij afname van warm
water maar betrekkelijk zwak op gang en wordt het warm
water minder verwarmd dan in normale gevallen. Daarom
wordt een eerste opwarming op 70°C aanbevolen.
10.2 Werking en onderhoud
10.2.1 Veiligheidsventiel
Het veiligheidsventiel moet regelmatig (volgens DIN 4753 1-
2x per maand) door ontluchting getest worden. Een jaarlijks
onderhoud door de installateur is aanbevolen. Tijdens de
opwarming van de warmwaterboiler moet om
veiligheidsredenen water uit de afblaasleiding lopen (indien
geen expansievat aanwezig is). De afblaasleiding moet
steeds open blijven.
10.2.2 Ventiel ketelvertrek (enkel COMFORT-PRO-boiler)
Het ventiel van het ketelvertrek is bij de levering vanuit de
fabriek bedrijfsklaar ingebouwd en werkt automatisch.
Het ventiel van het ketelvertrek vervangen:
Uitsparing in de isolatie – voorgevormd deel in schuim
wegnemen
Afsluitstoppen uitschroeven
Veer en ventiel verwijderen (de veer duwt het ventiel
binnenin tegen een aanslag)
Terugplaatsen:
Ventielkop wijst naar het midden van de boiler.
Veer zo plaatsen dat het ventiel tegen de ventielbehuizing
geduwd wordt.
Afsluitstoppen plaatsen en vastschroeven
10.2.3 Vakantie
In het geval van langere rustperiodes in de zomer:
Zonnecollectoren en boiler sparen: op de regelaar de
koelfunctie van de boiler op 70 °C instellen.
Pompenergie sparen: isolatiedeksel verwijderen.
10.2.4 Ontkalking van de warmtewisselaar voor warm water
Buiten aan de geribde warmtewisselaar vindt geen
verkalking plaats in het boilerreservoir – enkel een beetje
kalkaanslag bij navulling.
Aan de binnenkant van de warmtewisselaar voor warm
water kan er bij hard water kalkafzetting gevormd worden.
Ontkalking van de warmtewisselaar voor warm water is
eenvoudig mogelijk met citroenzuur (10 -15%) via
afsluit- en spoelkranen aan de koud- en
warmwateraansluitingsbuizen. Geen andere zuren
gebruiken voor ontkalking, aangezien die de
warmtewisselaar kunnen aantasten!
OPMERKING
Zuur kan bij onvakkundig gebruik verwondingen
veroorzaken en voorwerpen en bodem beschadigen.
Tijdens het ontkalken moet de pomp altijd draaien!
Anders bestaat er gevaar op verstopping.
Zuurbestendige pomp
Citroenzuur van 10-15 %
Temperatuur boiler 55 - 60 °C
In de spoelkraan van de koudwateraansluiting pompen
Aan de warmwateraansluiting weer opvangen
Duur normaal gezien ong. 15 - 30 minuten.
Warmtewisselaar met water naspoelen.
Bij sterke kalkafzetting genoeg zuur gebruiken,
aangezien er anders gevaar op verstopping bestaat.
10.3 Lediging en water vervangen
De SOLUS II-boilers worden geledigd via terugloop R3.
Het boilerwater na inwerkingstelling maximaal 2 – 3 keer
vervangen.
11Wat doen als
11.1 Er komt geen warm water
Te controleren:
Is de mengkraan op een te lage temperatuur ingesteld?
Mengkraan in de richting van het maximum draaien.
Is de boiler niet tot boven gevuld of ontlucht?
Boiler navullen en via de ontluchter naast de mengkraan
ontluchten.
Is de SOLUS II-boiler vers gevuld met koud leidingwater en
maar gedeeltelijk opgewarmd?
Na een paar afnames van warm water of een eenmalige
verwarming van de bovenste boilerzone op ong. 70 °C
stijgt de temperatuur van het warm water.
25