Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

A.2 Isolatietests; A.3 Lektests - Megger PAT400 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Om te voorkomen dat de hogestroom-aardingstest de limiet van 25 A overschrijdt, wordt bij het testen van een zeer lage weerstand
(meestal <0,03 Ω) de teststroom automatisch verlaagd naar 10 A.
vi. Overmatige snoerweerstand
De aardingstest kan mislukken door overmatige lengte van de apparatuurbekabeling. Verlengsnoeren kunnen ook leiden tot
mislukking door de grotere weerstand die ontstaat door grotere kabellengtes. Als een aardingstest mislukt, geeft de PAT400
een snoercompensatietabel weer waarmee de grenswaarde kan worden aangepast. Zie paragraaf 3.11 en bijlage A.6 voor meer
informatie over snoercompensatie.

A.2 Isolatietests

Deze tests worden uitgevoerd om de scheiding te testen tussen actieve geleiders (fase en neutraal) en toegankelijke geleidende delen.
Het instrument creëert kortsluiting tussen de stroomvoerende en neutrale geleider en voert dan een 500 V of 250 V isolatietest uit
tussen de tijdelijk verbonden stroomvoerende en neutrale geleider en de massa.
Normaal gesproken wordt een testspanning van 500 V gebruikt. Voor gevoelige apparatuur, en met name wanneer er
overstroombeveiligingsapparatuur is gemonteerd, is een 250 V optie beschikbaar.
Bij apparatuur zonder beschermingsleiding (klasse II) is het gebruik van een externe sonde vereist om het testcircuit tot stand te
brengen.
Tests ter plaatse:
Het is met de PAT400 niet mogelijk om ter plaatse te testen. De aanraaklekstroomtest kan echter in dezelfde situatie worden gebruikt
als de aardingstest ter plaatse in paragraaf A1 (iii) hierboven, als alternatief voor de isolatietest.

A.3 Lektests

i.
Verschilstroomlektest (IDIFF).
(Stroom door de beschermingsgeleider)
Testspanning:
230 V AC 50 Hz 19,99 mA
110 V AC 50 Hz 19,99 mA (alleen VK-modellen)
Bij de verschilstroomlektest wordt bepaald of er enige stroom wegloopt naar de aarde. Normaal gesproken hebben apparaten geen,
of een zeer kleine, aardlekstroom. Een apparaat van klasse II (dubbel geïsoleerd) kan lekstroom vertonen via zijn bevestigingspunten
of door contact met de bediener.
Tijdens de test wordt ook de werkelijke netspanning gemeten op de aansluiting van het apparaat. Om te waarborgen dat het
apparaat zelfs veilig is wanneer de netvoeding zijn maximaal toegestane waarde bereikt (253 V of 121 V), berekent de PAT de
lekstroom die bij deze nominale voedingsspanning op zou treden.
WAARSCHUWING:
het apparaat veilig is voordat de test begint.
ii. Vervangende lekstroomtest (IPE).
Wordt ook wel alternatieve aardlekstroomtest genoemd
Wordt ook wel equivalente aardlekstroomtest genoemd
40 V AC 50 Hz → 19,99 mA
Testspanning:
Tijdens deze test worden de fasegeleiders van het geteste apparaat met elkaar verbonden in de PAT en wordt een 40V-voeding
aangesloten tussen beide fasegeleiders en het aansluitpunt van de beschermende geleider in het geval van apparaten van klasse I. Bij
apparaten van klasse II worden het meetsnoer en de sonde aangesloten op de PAT.
Deze sonde wordt in contact gebracht met een willekeurig geleidend onderdeel van het te testen apparaat. De werkelijke spanning
PAT400 - Portable appliance tester
bij een verschilstroomtest wordt het apparaat tijdens de test ingeschakeld. Zorg dat
www.megger.com
93

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pat410Pat420Pat450

Inhoudsopgave