Waarschuwing tegen brand
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Batterij
• Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen. Doet u dit niet,
dan kan dit leiden tot ontploffing, brand, oververhitting of lekken
van batterijvloeistof.
- Probeer batterijen nooit te openen of te demonteren.
- Gooi batterijen nooit in het vuur.
- Probeer geen niet-oplaadbare batterijen op te laden.
- Houd de batterijen uit de buurt van voorwerpen die metaal
bevatten, zoals kettingen, haarspelden, munten en sleutels.
- Gebruik alleen het opgegeven batterijtype (pagina 72).
- Gebruik nieuwe batterijen en zorg dat alle batterijen van hetzelfde
type en hetzelfde model zijn en door dezelfde fabrikant
zijn gemaakt.
- Vergewis u er van dat de batterijen altijd op de juiste manier
geplaatst worden (let op de + en - tekens).
- Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende
een langere periode niet gebruikt.
VOORZICHTIG
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij
uzelf en anderen of beschadiging van het instrument en andere eigendommen te voorkomen.
Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/netadapter
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het
stopcontact. Dit kan leiden tot een verminderde geluidskwaliteit
of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de
stekker verwijdert uit het instrument of het stopcontact. Het snoer
kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als
u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Locatie
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het
per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder voordat u het instrument verplaatst alle aangesloten
snoeren, om beschadiging van de kabels te voorkomen en letsel bij
personen die erover zouden kunnen struikelen.
6
PSR-E453/PSR-EW400 Gebruikershandleiding
- Als u Ni-MH-batterijen gebruikt, volgt u de aanwijzingen die bij
de batterijen zijn geleverd. Gebruik voor het opladen alleen het
aangegeven oplaadapparaat.
• Houd batterijen uit de buurt van kleine kinderen, die ze per ongeluk
kunnen inslikken.
• Vermijd contact met de vloeistof uit lekke batterijen.
Wanneer batterijvloeistof in contact komt met uw ogen, mond of
huid, spoelt u het desbetreffende lichaamsdeel onmiddellijk met
water en raadpleegt u een arts. Batterijvloeistof is corrosief en
kan gezichtsverlies of chemische brandwonden veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de
POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker
uit het stopcontact. (Als u batterijen gebruikt, verwijdert u alle
batterijen uit het instrument.) Laat het instrument vervolgens
nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
- Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
- Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt
rook uit het instrument.
- Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
- Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van
het instrument.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te
gebruiken stopcontact gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing
optreedt of het instrument niet correct werkt, schakelt u de
POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit
het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is
uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom naar
het instrument. Verwijder de stekker uit het stopcontact als u het
instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt
aanbevolen. Gebruik uitsluitend de bijgeleverde schroeven om
deze te bevestigen. Als u dit niet doet, kunnen de inwendige
onderdelen beschadigd raken en kan het instrument omvallen.
Aansluitingen
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het
instrument aansluit op andere elektronische componenten.
Stel alle volumeniveaus in op het laagste niveau voordat u de
stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het
laagsteniveau en voer het volume tijdens het bespelen van het
instrument geleidelijk op tot het gewenste niveau.
2/3
DMI-5