ALS HET DE CAMERA NIET LUKT
ZICH SCHERP TE STELLEN
(AUTOFOCUSGEHEUGEN)
Lukt het niet de camera scherp te stellen op het gewenste onderwerp, dan
stelt u de camera scherp op een ander punt op ongeveer dezelfde afstand
(autofocusgeheugen) en maakt u uw opname zoals dat hieronder
beschreven is.
1
Schuif de lenskap helemaal open.
• Hiermee schakelt u de camera in in de stand Fotograferen.
• De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld.
2
Richt het autofocusteken op het
onderwerp waarop u wilt
scherpstellen.
• Fotografeert u een onderwerp waarop
de camera zich moeilijk kan
scherpstellen, dan richt u de camera
op een ander onderwerp op ongeveer
dezelfde afstand als het eigenlijke
onderwerp.
3
Druk de ontspanknop half in tot de groene LED, rechts
naast de zoeker, gaat branden.
• Brandt de groene LED constant, dan worden scherpstelling en
belichting vastgehouden.
• Knippert de groene LED, dan worden scherpstelling en belichting niet
vastgehouden. Laat de ontspanknop los, kies een ander onderwerp op
ongeveer dezelfde afstand en druk de ontspanknop opnieuw half in.
4
Kader, terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt houdt, het
onderwerp opnieuw af.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
AF-teken
Groene LED
NL 25