Autoflitsen (Geen indicatie)
Bij weinig licht en tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Flitsen met onderdrukken van rode ogen (
Deze functie vermindert dit verschijnsel aanzienlijk door, voordat de hoofdflits
ontsteekt, een aantal inleidende flitsen af te geven.
Invulflitsen (
Met deze functie ontsteekt de flitser altijd, ongeacht het beschikbare licht.
Flitser uit (
De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht.
GEBRUIK VAN DE ZELFONTSPANNER
Deze functie is handig als u opnamen wilt maken waarbij u ook zelf in beeld
wilt verschijnen. Zet de camera op en statief of op een ander horizontaal vlak
wanneer u met de zelfontspanner wilt fotograferen.
1
Schuif de lenskap helemaal open.
• De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld.
2
Druk op
• In de monitor wordt de actuele zelfontspannerfunctie aangegeven.
3
Druk om zelfontspanner in of uit te schakelen op
• Bij elke druk op de knop
tussen
geselecteerd is, is in de LCD-monitor het functiepictogram
zichtbaar.
4
Maak uw opname door de ontspanknop in te drukken.
• De zelfontspanner-LED brandt gedurende circa tien (10) seconden en
begint dan te knipperen. Na circa twee (2) seconden knipperen laat de
camera een pieptoontje horen en wordt de opname gemaakt.
• Nadat een opname met de zelfontspanner gemaakt is, wordt de
zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
28 NL
)
)
(
).
wisselt de instelling van de zelfontspanner
OFF (Uit) en
ON (Aan). Als de zelfontspannerfunctie
)
(
).