GEAVANCEERDE FOTOFUNCTIES
REPETERENDE OPNAMEN
Met deze functie kunt snel achter elkaar een reeks stilstaande beelden
fotograferen door de ontspanknop in te drukken en ingedrukt te houden.
Op die manier maakt u acht (8) of meer beelden met een snelheid van
1,3 beelden per seconde en met beeldkwaliteit HQ. Omdat u uit een
reeks repeterende opnamen het beste beeld kunt kiezen, is deze functie
bijzonder geschikt om bewegende onderwerpen te fotograferen.
Scherpstelling, belichting en witbalans van het eerste beeld worden
vastgehouden. Ongewenste beelden kunt u na de opname altijd nog wissen.
Zie ook: Menufuncties – Functiemenu's
SELECTEREN VAN HET VLAK VOOR DE
LICHTMETING
Bij tegenlicht is het mogelijk dat uw onderwerp te donker wordt afgebeeld
wanneer u de opname maakt met de gebruikelijke lichtmeetmethode (digitale
ESP-meting). Door in dergelijke situaties het licht aan het midden van het
zoekerbeeld te meten (Spotmeting) fotografeert u uw onderwerp met
optimale belichting, ongeacht het licht op de achtergrond.
ESP (Digitale ESP-meting) : De optimale belichting wordt verkregen door
(Spotmeting)
Zie ook: Menufuncties – Functiemenu's
MACRO-OPNAME
Met de camera in de stand Macro kunt u onderwerpen op afstanden van
20 cm tot 50 cm fotograferen. Schuif de lenskap helemaal open.
1
Schuif de lenskap helemaal open.
2
Druk op de knop
3
Druk op de knop
schakelen.
4
Maak uw opname.
afzonderlijke lichtmetingen te verrichten aan
het beeldmidden en het omringende vlak.
: De juiste belichting van het onderwerp wordt
verkregen door de lichtmeting alleen aan het
beeldmidden te verrichten.
(
).
(
) om de macrofunctie in en uit te
NL 29