Montagehandleiding
8.4
Gebruik van centrale smeersystemen
Als een centraal smeersysteem wordt gebruikt, wordt aanbevolen de eerste smering (zie
hoofdstuk 8.11) afzonderlijk uit te voeren met een handvetpistool voordat het centrale systeem
wordt aangesloten. Zorg er bovendien voor dat alle leidingen en elementen tot aan de verbruiker
met smeermiddel gevuld zijn en geen luchtbellen bevatten.
Lange leidingtrajecten en kleine leidingdiameters moeten worden vermeden. De leidingen
moeten stijgend worden geïnstalleerd.
Het pulsgetal resulteert uit de deelhoeveelheden en de grootte van de zuigerverdeler.
Bovendien moeten de voorschriften van de fabrikanten van de smeersystemen in acht worden
genomen.
8.5
Smeerdruk
HIWIN-profielrailgeleidingen kunnen worden gesmeerd met vet, vloeibaar vet of olie, afhankelijk
van de toepassing. De vereiste smeerdruk is afhankelijk van de grootte, het smeermiddel, de
lengte van de toevoerleiding en het type smeeraansluiting.
Minimale smeerdruk op de loopwagen:
Vet- of vloeibare vetsmering: 6 bar
Oliesmering: 3 bar
De maximaal toelaatbare smeerdruk op de loopwagen is 30 bar.
Let op! Beschadiging van de loopwagen door te hoge smeerdruk en te grote hoeveelheden
smeermiddel!
Vooral bij wagens met dubbele afdichting, SW- of ZWX-afdichting, kunnen de afdichtingen
beschadigd raken.
Voer de smering uit volgens de montage-instructies!
Let op de juiste smeerdruk en hoeveelheid smeermiddel!
8.6
Keuze van het smeermiddel
Oliën, vetten of vloeibare vetten kunnen als smeermiddelen worden gebruikt. Dezelfde
smeermiddelen worden gebruikt als in wentellagers. De keuze van het smeermiddel en de wijze
van toevoer kunnen meestal worden aangepast aan de smering van de andere
machineonderdelen.
De keuze van het smeermiddel hangt in hoofdzaak af van de bedrijfstemperatuur en van diverse
bedrijfsfactoren, zoals de belastinggraad, oscillaties, trillingen of korte-slagtoepassingen.
Daarnaast zijn er speciale eisen, zoals gebruik in combinatie met sterke of agressieve media, in
cleanrooms, in een vacuüm of in de levensmiddelenindustrie.
Vetsmering
Voor vetsmering bevelen wij vetten aan voor rol- en glijlagers met minerale olie als basisolie en
verdikkingsmiddelen volgens DIN51825 (K1K, K2K), voor zware toepassingen met EP-additieven
(KP1K, KP2K), NLGI klasse 1 of 2. Het gebruik van andere consistentieklassen is mogelijk na
overleg met de leverancier van het smeermiddel.
Vloeibare vetsmering
In centrale smeersystemen worden vaak vloeibare vetten gebruikt, omdat deze zich door hun
zachte structuur beter in het systeem verdelen.
Oliesmering
Smeeroliën bieden het voordeel dat zij zich gelijkmatiger verdelen en de contactpunten beter
bereiken. Dit betekent echter ook dat de smeeroliën zich door de zwaartekracht in het onderste
gedeelte van het product verzamelen en sneller tot verontreiniging kunnen leiden. De
hoeveelheden smeermiddel zijn dus groter dan bij vetsmering. Oliesmering is gewoonlijk alleen
geschikt bij gebruik van centrale smeereenheden of voor producten die zijn uitgerust met een
langetermijn-smeereenheid.
Profielrailgeleiding
GW-05-06-NL-2302-MA
Smering
Pagina 49 van 100