Montagehandleiding
5.2.5.3
Uitlijnen van de volgrail met een referentierail met behulp van een plaat
Monteer een plaat op twee loopwagens van de uitgelijnde referentierail.
Monteer de andere kant van de plaat op twee loopwagens van de volgrail die moet worden
uitgelijnd.
Deze constructie resulteert in parallelliteit van de tweede rail.
Schuif de plaat stukje voor stukje over de rails.
Afb. 5.11: Plaat gemonteerd op loopwagen
Draai de bevestigingsschroeven van de volgrail één voor één vast van het ene uiteinde naar
het andere van de geleiding.
Draai de bevestigingsschroeven met een momentsleutel aan tot het voorgeschreven
aanhaalmoment.
Aanwijzing
Voor een overzicht van de optimale aanhaalmomenten voor de schroeven, zie hoofdstuk 5.5 op
pagina 40.
De volgrail wordt parallel aan de referentierail gemonteerd en uitgelijnd.
5.2.6
Montage van aangelegde profielrails
Aangelegde (meerdelige) rails moeten worden gemonteerd volgens de aangebrachte
markeringen. De kopse kanten van elke sectie zijn opeenvolgend gemarkeerd in alfabetische
volgorde en met het nummer van de rail of het paar, zodat elke railsectie duidelijk kan worden
toegewezen.
Afb. 5.12: Markering van aangelegde meerdelige rails
Sectie 1
Rail 1
Rail 2
GW-S2 2a
GW-S2 2a
Elke stootverbinding is aan de bovenzijde van de rail voorzien van een etiket. Het etiket dient als
hulpmiddel bij de eerste montage en kan te allen tijde worden verwijderd zonder resten achter te
laten.
Aanwijzing
Na de eerste montage van de profielrails moeten de etiketten worden verwijderd.
Profielrailgeleiding
Sectie 2
Stootvoeg a
Stootvoeg b
GW-S1 1a
GW-S1 1a
GW-S1 1b
GW-S2 2b
GW-S2 2b
GW-05-06-NL-2302-MA
Montage
Sectie 3
GW-S1 1b
Pagina 22 van 100