Montagehandleiding
Afb. 5.51: Schuif de loopwagen op de profielrail.
De montagedoorn wordt automatisch naar buiten gedrukt en de loopwagen is op de
profielrail gemonteerd.
5.4.2.1
Aandachtspunt bij de montage van QH-, QE- en QW-loopwagens
Let op! Beschadiging van de loopwagen bij negeren van de maximale inschroefdiepte!
De montagegaten van de loopwagens van de HIWIN-profielrailgeleidingen van de series QH,
QE en QW zijn verbonden met de kogelterugvoerkanalen (zie Afb. 5.52). Het gebruik van te
lange schroeven kan de walslichamen beschadigen.
De in Tabel 5.3 aangegeven maximale inschroefdiepte niet overschrijden!
Opmerking:
Vloeistoffen mogen niet worden gebruikt als schroefdraadborgmiddel.
Afb. 5.52: Illustratie van montagegat en kogelterugvoerkanaal
Tabel 5.3: Maximale inschroefdiepte - Loopwagens QH, QE en QW
Model
Max. inschroefdiepte M × L [mm] Model
QHH20
M5 × 6
QHH25
M6 × 8
QHH30
M8 × 10
QHH35
M8 × 12
QEH20
M5 × 7
Aanwijzing
Het draagvermogen van de profielrailgeleiding wordt vaak niet beperkt door de draagkracht,
maar door de schroefverbinding. Wij raden daarom aan om het maximaal toelaatbare
draagvermogen van de schroefverbinding volgens VDI 2230 te controleren.
Profielrailgeleiding
Max. inschroefdiepte M × L [mm]
QEH25
M6 × 9
QEH30
M8 × 10
QWH27
M6 × 6
QWH35
M8 × 8
GW-05-06-NL-2302-MA
Montage
Pagina 39 van 100