De motor starten
Let op
Wanneer de motor loopt in een
afgesloten ruimte bestaat er ge-
vaar voor vergiftiging!
Het uitlaatgas van de motor be-
vat koolmonoxide, dat kleur- en
reukloos is. Het inademen van dit
gas kan gevaarlijk zijn voor de ge-
zondheid.
Neem voorafgaand aan alle
werk- zaamheden aan de motor
of in de motorruimte de veilig-
heidsinstructies vanaf pagina 17
in acht.
Start de motor nooit wanneer
de stuurhendel(s) is (zijn) verwij-
derd.
Gevaar voor ongevallen!
Bij correcte installatie van de stuurhendel
kan de motor niet worden gestart worden
wanneer de stuurhendel niet in de neutrale
stand staat.
Op het display van uw toerenteller ver-
schijnt een desbetreffende aanwijzing.
Test voordat u de motor start het peil van
de motorolie -, van het koelmiddel- en van
de transmissieolie en de brandstofvoorraad
en het zeewaterfilter, en controleer of de
zeewaterklep voor het zeewaterkoelcircuit
is geopend.
Laat direct nadat de motor aanspringt de
contactsleutel los – de startmotor mag niet
meedraaien.
BEDIENING
U kunt de motor pas opnieuw starten als
de sleutel eerst volledig wordt terugge-
draaid. De herstartblokkering verhindert dat
de startmotor bij lopende motor inkoppelt
en daardoor beschadigd kan worden.
Vermijd, zolang de motor zijn bedrijf-
stemperatuur nog niet bereikt heeft, hoge
toerentallen en vol gas.
Na het starten van de koude motor kun-
nen er kortstondig versterkte transmissie-
geluiden optreden, omdat er eerst een olie-
druk moet worden opgebouwd in de
hydraulische klepspelingscompensatie. Dat
is normaal en kan dus geen kwaad.
BEDIENING
5
5