Veiligheidsinstructies voor het werken in de motor-
ruimte
Bij alle werkzaamheden aan de mo-
tor of in de motorruimte, bij v. het
controleren en bijvullen van be-
drijfsvloeistoffen kunnen verbran-
dingen, verwondingen, gevaar voor
ongevallen en brand ontstaan.
Let op
Bij alle werkzaamheden aan de
motor of in de motorruimte moet
u bijzonder voorzichtig te werk
gaan!
Bescherm uzelf door middel van
geschikte
werkkleding,
bijv. handschoenen, oogbescher-
mers.
Open nooit het luik van de mo-
torruimte of voer nooit werk-
zaamheden aan de motor uit als
u merkt dat er waterdamp of
koelmiddel naar buiten komt -
verbrandingsgevaar!
Wacht dan tot er geen water-
damp of koelmiddel meer naar
buiten komt en de motor afge-
koeld is.
De motor uitschakelen, de con-
tactsleutel eruit trekken en op de
stopschakelaar drukken.
Stuurhendel in de neutrale
stand zetten.
De motor laten afkoelen.
Houd kinderen op een afstand
van de motorruimte.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Open nooit het afsluitdeksel
van het koelmiddelreservoir zo-
lang de motor warm is; het koel-
systeem staat onder druk.
Giet nooit vloeistoffen over de
hete motor. Deze vloeistoffen
kunnen vlam vatten.
Vermijd kortsluitingen in de
elektrische installatie, in het bij-
zonder aan de accu.
Indien er bij lopende motor on-
derhouds-, controle-, reparatie-
zoals
of instelwerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd, zorgen de
draaiende delen - bijv v. Poly-
V-Belts en de generator voor ex-
tra- gevaar
Neem s.v.p. de waarschuwingen
op de volgende pagina in acht.
RAAD EN DAAD
- Levensgevaar!
17
17