Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
1. Draai de knop voor de ovenfuncties
om de functie Snel opwarmen in te
stellen.
2. Draai de knop voor de temperatuur
om de temperatuur in te stellen.
Wanneer de oven op de ingestelde
temperatuur is, hoort u een
geluidssignaal.
3. Ovenfunctie instellen.
6.3 Indicatielampje bij
voorverwarmen
Wanneer de ovenfunctie actief is,
verschijnen de balkjes in het display
één voor één wanneer de temperatuur in
de oven stijgt en verdwijnen ze wanneer
de temperatuur daalt.
6.4 Verwarmingsfuncties
Verwarmings‐
Toepassing
functie
De oven is uitgeschakeld.
Uit-stand
Om de lamp in te schake‐
len.
Binnenverlich‐
ting
Bakken op maximaal drie
rekstanden tegelijkertijd
en voedsel drogen.
Hetelucht
Stel de temperatuur
20 °C tot 40 °C lager in
dan voor Boven- /onder‐
warmte.
Voor het bakken van piz‐
za. Voor intensieve brui‐
ning en een knapperige
Pizza-functie
bodem.
Verwarmings‐
Toepassing
functie
Voor het bakken en bra‐
den op één rekstand.
Boven- /onder‐
warmte
Voor het bakken van
taarten met een knappe‐
rige bodem en het inma‐
Onderwarmte
ken van voedsel.
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De
ontdooitijd hangt af van
Ontdooien
de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
Deze functie is ontwor‐
pen om tijdens de berei‐
ding energie te besparen.
Warmelucht
Bij het gebruik van deze
(vochtig)
functie kan de tempera‐
tuur in de ruimte verschil‐
len van de ingestelde
temperatuur. De rest‐
warmte wordt gebruikt.
Het verwarmingsvermo‐
gen kan worden vermin‐
derd. Raadpleeg voor
meer informatie het
hoofdstuk "Dagelijks ge‐
bruik", opmerkingen op:
Warmelucht (vochtig) .
Voor het roosteren van
dunne stukjes voedsel en
voor het maken van
Grill
toast.
Voor het braden van gro‐
tere stukken vlees of ge‐
vogelte met botten op
Turbo grill
één niveau. Voor gratine‐
ren en bruinen.
Voor inschakeling van
pyrolytische reiniging van
de oven.
Pyrolyse
NEDERLANDS
11