Inhoudsopgave
Advertenties
Eenheid niet blootstellen aan schokken
of stoten
Wanneer u de camerakop laat vallen of blootstelt
aan zware schokken, kunt u de camerakop
beschadigen.
Eenheid niet blootstellen aan plotselinge
temperatuurwisselingen
Een plotselinge temperatuurverandering kan de
beeldkwaliteit van de camera beïnvloeden.
Eenheid niet achterlaten met de camera
naar de zon gericht
Het zonlicht kan in de camera vallen, in de
camera worden gefocust en brand veroorzaken.
Reinigen
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat
u het apparaat gaan schoonmaken.
Wanneer de behuizing vuil is
• Maak het oppervlak schoon met een oplossing
van 50 tot 70 v/v% geconcentreerde
isopropylalcohol of een concentratie van 76,9
tot 81,4 v/v% ethanol.
• Hardnekkige vlekken kunnen worden
verwijderd met een zachte doek zoals een
schoonmaakdoek die is bevochtigd met een
mild schoonmaakmiddel; maak vervolgens
schoon met bovenstaand chemisch middel.
• Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzeen of
verdunner, zure, basische of schurende
schoonmaakmiddelen of chemische
schoonmaakdoeken. Deze beschadigen het
oppervlak.
• Gebruik niet onnodig veel kracht bij het wrijven
van het oppervlak met een vuile doek. Het
oppervlak kan krassen.
Eenheid vervoeren
Doe de eenheid voor vervoer in de
oorspronkelijke doos en verpakking en bescherm
de eenheid tegen zware schokken.
Na gebruik
Druk op de schakelaar 1 (aan/stand-by) om
stand-by te activeren.
Wanneer de eenheid lange tijd niet wordt
gebruikt
Maak de voedingskabel los.
Op condensvorming
Als het toestel rechtstreeks van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht of als de
omgevingstemperatuur plots stijgt, kan er zich
vocht vormen op de buitenzijde en/of in het
toestel. Dit wordt condensvorming genoemd.
Schakel in geval van condensvorming het toestel
uit en gebruik het niet opnieuw tot de condens
verdwenen is. Als u het toestel toch gebruikt
terwijl er condens aanwezig is, kan het toestel
beschadigd raken.
Verschijnselen specifiek voor de CMOS-
beeldsensor
De volgende verschijnselen zijn specifiek voor de
CMOS-beeldsensor en de aanwezigheid ervan op
het opnamescherm wijst niet op een defect.
Witte puntjes
De CMOS-beeldsensor is gemaakt met
precisietechnologie. In uiterst zeldzame gevallen,
waarop wij geen enkele invloed kunnen
uitoefenen (kosmische straling bijvoorbeeld),
kunnen minuscule witte puntjes zichtbaar worden
op het scherm. Dit is geen defect, maar hangt
samen met de eigenschappen van het
beeldelement.
Witte puntjes kunnen ook zichtbaar zijn in de
volgende omstandigheden.
• Wanneer de eenheid wordt gebruikt op locaties
met een hoge temperatuur
• Wanneer de versterking wordt verhoogd
Vouwvervorming
Bij opnamen van fijne patronen of lijnen kan een
karteleffect of flikkering optreden.
Flikkering
Bij opnamen onder het licht van
ontladingslampen, zoals tl-buizen,
natriumlampen of kwikdamplampen, kan het
scherm flikkeren of van kleur veranderen, of
kunnen er horizontale strepen over het scherm
lijken te bewegen.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
