VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
Nr.
20
Hoofditems
21
22
23
24
Onderwerp betreffende
afdrukopdracht
25
26
27
28
Onderwerp betreffende
afbeelding verzenden
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
Onderwerp betreffende
documentarchivering
42
43
Algemene functionaliteit
44
45
46
Itemnaam
Aantal gereserveerde
pagina's
Aantal voltooide pagina's
Resultaat
Foutoorzaak
Uitvoer
Nieten
Aantal nietjes
Printertint
Adres
Naam Afzender
Afzenderadres
Type verzending
Administratief serienummer
Rondzendnummer
Invoervolgorde
Bestand Indeling
Ondertekenen
Versl.
Compressiemodus/
Comprimeringsfactor
Communicatietijd
Faxnr.
Document- Archivering
Opslagmodus
Kleurinstelling
Spec. Functies
Bestandsnaam
Gegevensgrootte [KB]
1-87
Beschrijving
Het aantal gereserveerde origineelpagina's van een
kopieer-, afdruk-, scan- of andere opdracht wordt
vastgelegd.
Het aantal voltooide pagina's van een set wordt
vastgelegd.
Het resultaat van een opdracht wordt vastgelegd.
Als een fout optreedt tijdens een opdracht, wordt de
oorzaak van de fout vastgelegd.
De uitvoermodus van een afdrukopdracht wordt
vastgelegd.
De status van het nieten wordt vastgelegd.
Het aantal nietjes wordt vastgelegd.
De tint die wordt gebruikt voor een afdrukopdracht
wordt vastgelegd.
Het adres van een opdracht voor beeldverzending
wordt vastgelegd.
De naam van de afzender van een opdracht voor
beeldverzending wordt vastgelegd.
Het adres van de afzender van een opdracht voor
beeldverzending wordt vastgelegd.
Het type verzending van een opdracht voor
beeldverzending wordt vastgelegd.
Het administratieve serienummer van een opdracht
voor beeldverzending wordt vastgelegd.
Het rondzendnummer van een opdracht voor
beeldverzending wordt vastgelegd.
De reserveringsvolgorde voor distributieverzending
van een opdracht voor beeldverzending wordt
vastgelegd. Deze wordt gebruikt om communicatie
en afdrukken aan elkaar te koppelen bij het
vastleggen van multi-navraagopdrachten.
De bestandsindeling van een opdracht voor
beeldverzending of scannen naar HDD wordt
vastgelegd.
Legt vast of wel of geen elektronische handtekening
wordt gebruikt bij e-mailverzending.
Legt vast of wel of geen versleuteling wordt gebruikt
bij e-mailverzending.
De compressiemodus en compressiefactor van het
bestand van een opdracht voor beeldverzending of
scannen naar HDD wordt vastgelegd.
De communicatietijd van een opdracht voor
beeldverzending wordt vastgelegd.
Het nummer van de opgeslagen afzender wordt
vastgelegd.
De status van documentarchivering wordt
vastgelegd.
De opslagmodus voor documentarchivering wordt
vastgelegd.
De kleurmodus die door de gebruiker is
geselecteerd wordt vastgelegd.
De speciale modi die zijn geselecteerd bij het
uitvoeren van de opdracht worden vastgelegd.
De opgeslagen bestandsnaam wordt vastgelegd.*
Het grootte van een bestand wordt vastgelegd.