VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN►VOORDAT U HET APPARAAT GAAT GEBRUIKEN
BINNENKANT, ZIJKANT EN ACHTERKANT
(6)
(1)
Fuseereenheid
Hier wordt warmte toegepast om de overgebrachte
afbeelding op het papier te smelten.
De fuseereenheid is heet. Zorg dat u geen
brandwonden oploopt wanneer u vastgelopen papier
verwijdert.
(2)
Fotogeleidende trommel
Op de fotogeleidende trommel worden afbeeldingen gevormd.
Zorg dat u de transportband niet aanraakt of
beschadigt.
Dat kan resulteren in onvolmaakte afbeeldingen.
(3)
LAN-aansluiting
Sluit de LAN-kabel aan op deze aansluiting als het
apparaat binnen een netwerk wordt gebruikt.
Gebruik een afgeschermde LAN-kabel.
(4)
USB-poort (type B)
Het apparaat gebruikt deze aansluiting niet.
(5)
USB-poort (A-type)
Via deze aansluiting kan een USB-apparaat zoals een USB-stick
op het apparaat worden aangesloten.Ondersteunt USB
2.0 (Hi-Speed).
Als er USB-geheugenapparaten verbonden zijn met zowel de
voor- als achterzijde, zal enkel het USB-geheugenapparaat
dat eerst was geplaatst, worden herkend.
(6)
Tonercartridge
Deze cartridge bevat toner.
Wanneer de toner in een cartridge opraakt, moet die
worden vervangen.
► DE TONERCARTRIDGE VERVANGEN (pagina 1-125)
(1)
(2)
(3)
(7)
(7)
Rechterklep
Open deze klep om vastgelopen papier te verwijderen.
(8)
Aansluiting voor telefoonlijn (LINE)
Wanneer de faxfunctie van het apparaat wordt gebruikt,
wordt hierop de telefoonlijn aangesloten.
(9)
Stekker voor extra telefoon (TEL)
Wanneer de faxfunctie van het apparaat wordt gebruikt,
kunt u een extra telefoontoestel in deze aansluiting
steken.
(10) Hoofdschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de voeding van het
apparaat in te schakelen.
Laat deze schakelaar in de stand "
van de fax- of internetfaxfunctie.
(11) Netstekker
(12) Hendel
Trek deze naar buiten en pak deze vast bij het
verplaatsen van het apparaat.
1-4
(4)
(5)
(8)
(9) (10) (11)
► DE VOEDING INSCHAKELEN (pagina 1-8)
(12)
" staan bij gebruik