FAX►BASISMETHODEN VOOR VERZENDEN
DE GLASPLAAT GEBRUIKEN VOOR HET VERZENDEN
Het opslaan van gescande originelen in het geheugen van het apparaat voordat u ze gaat verzenden wordt 'Geheugen
TX' genoemd.
In dit gedeelte wordt het scannen van originelen via de glasplaat uitgelegd en het verzenden van gegevens via de
functie geheugenverzending.
• Als er een fax binnenkomt terwijl er een verzending wordt uitgevoerd, wordt de verzending gereserveerd en pas
uitgevoerd nadat de binnenkomende fax ontvangen is.
• Als het geheugen vol raakt terwijl de originelen gescand worden, wordt een bericht getoond en wordt de verzending
geannuleerd.
Plaats het origineel op de glasplaat.
1
► GLASPLAAT (pagina 1-109)
Wanneer u een fax verstuurt die uit meerdere pagina's bestaat, scan de pagina's dan in de juiste volgorde in, beginnend
met de eerste pagina.
Geef het faxnummer van de bestemming op.
2
• Een bestemming invoeren met de cijfertoetsen
• Een bestemming ophalen uit een adresboek
• Een bestemming ophalen met een zoeknummer
• Een bestemming ophalen uit een globaal adresboek
• Een verzendlogboek gebruiken om opnieuw te verzenden
Tik op de toets [Start] om de verzending te starten.
3
Wanneer het scannen is voltooid, geeft het apparaat een pieptoon af.
Als u nog een pagina wilt scannen, plaatst u de pagina en tikt u op de toets
4
[Start].
Herhaal dit tot alle originelen zijn gescand.
Als er gedurende één minuut geen handeling plaatsvindt, wordt het scannen automatisch beëindigd en wordt de
verzending gereserveerd.
►pagina 4-12
►pagina 4-14
►pagina 4-17
►pagina 4-18
►pagina 4-20
4-33