Problemen met opties oplossen
Ga als volgt te werk als een optie niet goed functioneert nadat deze is geïnstalleerd, of als de optie niet meer functioneert:
•
Schakel de printer uit, wacht ongeveer 10 seconden en schakel de printer weer in. Als het probleem hierdoor niet
verdwijnt, trekt u de stekker van de printer uit het stopcontact en controleert u de verbinding tussen de optie en de
printer.
•
Druk een pagina met menu-instellingen af om te controleren of de optie wordt vermeld in de lijst van
geïnstalleerde opties. Als de optie niet voorkomt in de lijst, installeert u die opnieuw. Raadpleeg Pagina met
menu-instellingen afdrukken voor meer informatie.
•
Controleer of de optie is geïnstalleerd in de toepassing.
Voor Macintosh-gebruikers: Zorg dat de printer is ingesteld in Kiezer.
In de volgende tabel vindt u printeropties en mogelijke oplossingen voor problemen die verband houden met deze opties.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als het probleem niet wordt verholpen met de voorgestelde oplossing.
Optie
Actie
Laders
• Controleer de aansluiting tussen de laders en de printer.
• Controleer of het afdrukmateriaal op de juiste wijze is geplaatst.
Duplexeenheid
Controleer de aansluiting tussen de duplexeenheid en de printer. Als de duplexeenheid wel
voorkomt op de pagina met menu-instellingen, maar het afdrukmateriaal vastloopt rond het
punt waar het de duplexeenheid in- of uitgaat, dan zijn de printer en de duplexeenheid
mogelijk niet goed uitgelijnd.
Finisher
• Controleer de aansluiting tussen de finisher en de printer. Als de finisher wel voorkomt
op de pagina met menu-instellingen, maar het afdrukmateriaal vastloopt rond het punt
waar het afdrukmateriaal de printer uitgaat en de finisher ingaat, dan is deze mogelijk
niet goed geïnstalleerd. Installeer de finisher opnieuw.
• Zorg ervoor dat u afdrukmateriaal gebruikt van een formaat dat compatibel is met de
optionele uitvoerladen. Raadpleeg Formaten en ondersteuning van afdrukmateriaal.
Flashgeheugen
Controleer of het flashgeheugen goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
Vaste schijf met
Controleer of de vaste schijf goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer.
adapter
Infraroodadapter
Controleer het volgende als de communicatie via de infraroodadapter stopt of helemaal
niet werkt:
• De afstand tussen de twee infraroodpoorten mag maximaal 1 meter
zijn. Als geen communicatie plaatsvindt tussen de poorten, plaatst u de poorten dichter
bij elkaar.
• Beide poorten moeten stabiel zijn.
• De computer en de printer moeten op een vlakke ondergrond staan.
• De communicatiehoek tussen de twee infraroodpoorten moet binnen 15 graden liggen
ten opzichte van een denkbeeldige lijn tussen beide poorten.
• De communicatie mag niet worden gestoord door helder licht, zoals direct zonlicht.
• Er mogen geen objecten tussen beide infraroodpoorten staan.
Interne
• Controleer of de interne printerserver (ook wel interne netwerkadapter of INA genoemd)
printerserver
goed is aangesloten op de systeemkaart van de printer.
• Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt, of de kabel goed is aangesloten en of de
netwerksoftware goed is geïnstalleerd.
Raadpleeg de cd met stuurprogramma's die bij de printer is geleverd voor meer informatie.
Hoge-
Raadpleeg Problemen met de hoge-capaciteitslader oplossen.
capaciteitslader
Printergeheugen
Controleer of het printergeheugen goed is bevestigd op de systeemkaart van de printer.
USB-/parallelle
• Controleer of de kaart voor de USB-/parallelle interface goed is bevestigd op de
interface
systeemkaart van de printer.
• Controleer of de juiste kabel wordt gebruikt en of deze goed is aangesloten.
Problemen oplossen
Problemen met opties oplossen
160