7. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel
Om een faxtaak te verwijderen, selecteert u de taak naar keuze en selecteert u vervolgens
[Ja]. Door [Nee] te selecteren, sluit u het voorgaande niveau van de menustructuur af zonder
de faxtaak te verwijderen.
• Verwijder alle bestanden
Selecteer [Ja] om alle faxtaken te verwijderen. Door [Nee] te selecteren, sluit u het
voorgaande niveau van de menustructuur af zonder de faxtaak te verwijderen.
Communicatie-instellingen
• ECM-verzending
Stelt het apparaat zo in dat de gegevens die tijdens de verzending verloren zijn gegaan,
automatisch opnieuw worden verstuurd.
Standaardinstelling: [Aan]
• Uit
• Aan
• ECM-ontvangst
Stelt het apparaat zo in dat de gegevens die tijdens ontvangst verloren zijn gegaan,
automatisch worden ontvangen.
Standaardinstelling: [Aan]
• Uit
• Aan
• Kiestoondetectie
Stelt het apparaat zo in dat er een kiestoon wordt gedetecteerd voordat het apparaat de
bestemming automatisch begint te kiezen.
Standaardinstelling: [Detecteren]
(De standaardinstelling kan [Niet detecteren] zijn afhankelijk van de instelling [Land] bij
[Beheerderstoepassingen].)
• Detecteren
• Niet detecteren
• Verzendsnelheid
Hiermee geeft u de verzendingssnelheid op voor de faxmodem.
Standaardinstelling: [33.6 Kbps]
• 33.6 Kbps
• 14.4 Kbps
• 9.6 Kbps
• 7.2 Kbps
• 4.8 Kbps
144