7. Testresultaten opslaan en downloaden (alleen LTW335)
7.1 Lusmetingsresultaten opslaan:
Opslag van meetresultaten heeft de volgende structuur binnen het instrument:
Jb:00, Jb:01... 99
db:01 , db:02, db:03 ...99
Ct:01 , Ct:02, Ct:03...99
Ln:LL, Ln:LE, Ln:LN, Ln:NE
Ph: 1, Ph: 2, Ph: 3
tS:VF, tS:nt,tS:tr
R000 tot R999
Definities:
Jb:00, Jb:01...............................
db:01, db:02..............................
Ct:01, Ct:02... ...........................
Ln:LL, Ln:LE ... ...
Ph: 1, Ph: 2,Ph:......3 Fasenummer:
tS:VF, tS:nt, tS:tr .........Meettype:
R000, R001 Unieke recordnummer:
7.2 Een resultaat opslaan
1. Doe een Z-, MaxZ-, Zref- of R1+R2-lusmeting zoals beschreven in Sectie 5.
2. Druk op STORE (OPSLAAN) om het opslagmenu te openen.
3. Selecteer het taakreferentienummer gebruik makende van de toetsen NAAR
BOVEN/BENEDEN en druk vervolgens op NEXT (VOLGENDE). Houd de toets naar
beneden om snel langs de nummers te rollen.
4. Selecteer het verdeelbordnummer (db:01, db:02 etc) gebruik makende van de
toetsen NAAR BOVEN/BENEDEN en druk vervolgens op NEXT (VOLGENDE).
5. Selecteer het circuitnummer (Ct:01, Ct:02 etc) gebruik makende van de
toetsen NAAR BOVEN/BENEDEN en druk vervolgens op NEXT (VOLGENDE).
6. Selecteer Ln:LL, Ln:LE, Ln:LN, Ln:NE door te drukken op de toetsen NAAR
BOVEN/BENEDEN en druk vervolgens op NEXT (VOLGENDE).
7. Selecteer de fase gebruik makende van de toetsen NAAR BOVEN/BENEDEN en druk
vervolgens op NEXT (VOLGENDE). Het scherm zal een uniek recordnummer
weergeven dat bij de meting in kwestie hoort.
8. Druk op OK om het resultaat op te slaan.
9. Druk op ESC om op een willekeurig punt eruit te stappen.
7.3 Een volgend resultaat opslaan:
Als u de volgende meting wilt opslaan onder hetzelfde taaknummer, verdeelbord
etc.
1. Doe nog een meting zoals eerder beschreven en druk op STORE (OPSLAAN).
2. Het laatste taaknummer zal worden weergegeven. Druk op OK.
Opmerking: Als u een instelling wilt wijzigen alvorens een resultaat op te
slaan, rol dan langs het resultaat gebruik makende van de toetsen NEXT/LAST
(VOLGENDE/LAATSTE). Wijzig het verdeelbord, circuitnummer etc, gebruik makende
van de toetsen NAAR BOVEN/BENEDEN en druk op OK.
7.4 Testresultaat intrekken:
1. Stel de onderste bereikknop in op RECALL (INTREKKEN).
2. Het laatste unieke recordnummer wordt weergegeven.
3. Gebruik de toetsen NAAR BOVEN/BENEDEN om het in te trekken meetrecord te
selecteren.
4. Gebruik de toetsen LAST (LAATSTE) of NEXT (VOLGENDE) om langs het
taaknummer, verdeelbord, circuitnummer etc te rollen, verbonden met het
testresultaat.
= Taaknummer
= Verdeelbordnummer
= Circuitnummer
= Lijnconnectie
= Fase
= Meettype
= Recordnummer
Taaknummer functioneert als werkmappen.
Resultaatsets kunnen opgeslagen worden naar
een speciaal taaknummer en gemakkelijk
gescheiden worden als ze gedownload worden.
Verdeelbordnummer. Resultaten kunnen
toegewezen worden aan een specifiek
verdeelbordnummer.
Circuitreferentie. Resultaten kunnen
toegewezen worden aan een specifiek
circuitreferentienummer.
Lijnconnectie:
tussen spanning en aarde = Ln:LE)
Elke meting kan opgeslagen worden onder
een speciale fase, P1, P2 of P3.
Elk metingsresultaat wordt
automatisch het meettype toegewezen. VF
representeert spanningsfrequentiemeting, nt is
ononderbroken test en tr is meting onder
hoogspanning.
Elk metingsresultaat wordt een uniek
recordnummer toegewezen, van 0 tot 999, dat
automatisch gelogd wordt. Dit kan niet door de
gebruiker gewijzigd worden.
Meetkabelconnecties (dwz
22