Inhoudsopgave
Advertenties
5.6 Mogelijke foutbronnen
De weergegeven lezing is afhankelijk van een meting van de voedingsspanning,
waardoor storing of uitschakelingen, veroorzaakt door andere apparatuur
gedurende de meting, een fout in de lezing kunnen veroorzaken.
Eén manier om deze op te sporen is het doen van twee metingen en naar enig
verschil in waarde te zoeken. Het instrument kan enig storingsbronnen detecteren
en de gebruiker waarschuwen.
Meetresultaten kunnen nadelig beïnvloed worden door fluctuaties in
voedingsspanning, lichte spanningsstoringen, uitschieters of elektrische 'ruis'
gedurende een meting. Het wordt aanbevolen dat metingen herhaald worden en de
resultaten geverifieerd. Als metingen ver uit elkaar liggen, moeten de
resultaten als abnormaal beschouwd worden.
Fouten kunnen verminderd worden door:
§
Gebruik de tweedraads kabelset met sondes en een stabiele verbinding naar
schone geleiders.
§
Doe meerdere metingen en neem het gemiddelde.
§
Controleer of potentiële storingsbronnen in de installatie geïsoleerd
zijn (uitgeschakeld), bijv.: automatisch geschakelde ladingen of
motorbesturingseenheden
§
Controleer of het instrument gecalibreerd is.
§
Wees er zeker van dat de 4mm aansluitbussen vet- en stofvrij zijn door
deze te reinigen met bijv. een wattenstaafje gedrenkt in isopropyl
alcohol of soortgelijk oplosmiddel.
§
Nog meer fouten kunnen veroorzaakt worden door nabijheid van transformators:
Metingen verrichten in de buurt van een transformator kan meetfouten veroorzaken
als gevolg van het verslechteren van de voedingsfactor, veroorzaakt door de
grote weerstandsproportie in de meting.
Berekening van gebruikersfout in slechtste conditie voor No Trip functie volgens
IEC 61557-3:1997:
Intrinsieke fout of
invloedgrootheid
Intrinsieke fout
Positie
Voedingsspanning
Temperatuur
Fase hoek
Netfrequentie
Netspanning
Gebruikersfout:
5.7 maxZ (LTW325, LTW335 en LTW425)
De maximale lusimpedantiewaarde van een willekeurig ringcircuit (of van elke
willekeurige serie lusmetingen) kan afgeleid worden door gebruik te maken van
de [MaxZ]-functie:
1. Selecteer het [MaxZ]-meetbereik op de bovenste bereikknop.
2. Doe een lusmeting zoals hierboven beschreven in sectie 5. Het instrument zal
de lusweerstandwaarde weergeven en vasthouden.
3. Voor volgende lusmetingen zal het instrument de nieuwe luswaarde weergeven.
Referentie condities of
gespecificeerde gebruiksgebied
Referentie condities
Referentiepositie ± 90°
Batterijspanning van 8 V tot
13.2 V
0°C en 40°C, bij 10Ω lus
gemeten bij 230V in Non Trip
mode
Bij een fase hoek 0° to 18°
Frequentie van 49.5 Hz tot
50.5 Hz
Spanning van 195.5 V tot 253
V
Toewijzingscode
A
E1
E2
E3
E6
E7
E8
B
B[%]
Fout
0.05
0
0.0042
0.023
0.0489
0.024
0.00038
±0.12
±12%
19
Advertenties
Inhoudsopgave
