Infuuslijnhaakjes (waar aangebracht)
Aan de achterkant van het werkstation kunnen lijnhaakjes worden aangebracht om de infuussets en spuitverlengsets van de
Pompen naar de patiënt te kunnen leiden . De infuuslijnhaakjes zijn in hoogte verstelbaar waardoor ze naast zowel spuit- als
volumetrische Pompen kunnen worden geplaatst . Ze kunnen ook aan de linker- of rechterkant van het werkstation worden
geplaatst . De infuuslijnhaakjes gebruiken:
1 . Draai het handwiel los en stel in op de gewenste positie .
2 . Draai het handwiel met de hand aan om het apparaat vast te zetten .
3 . Breng de rubberstrip weer aan .
Opmerking: het is raadzaam om lijnhaakjes te gebruiken voor het ordenen van de
infuuslijnen . Dit verkleint mogelijk het risico dat infuuslijnen verstrengeld raken
en de gebruiker of patiënt erover struikelt .
Alaris™ Gateway-werkstationtrolley
Wanneer het werkstation op de Alaris™ Gateway-werkstationtrolley is geplaatst en niet wordt verreden, moeten de
remmen zijn vergrendeld .
U vergrendelt en ontgrendelt de remmen op de Alaris™ Gateway-werkstationtrolley als volgt:
1 . Kijk waar het remmechanisme zit op de wielen .
2 . Druk de hendel omlaag om de remmen te
vergrendelen .
Alle wielen met remmen moeten op dezelfde stand staan: allemaal vergrendeld of ontgrendeld.
Voordat u de Alaris™ Gateway-werkstationtrolley gaat verrijden, moeten alle remmen zijn ontgrendeld.
Onderaanzicht, met vier wielen met rem:
De nieuwe Alaris™ Gateway-werkstationtrolleys die bij Workstation 1.3.x of hoger wordt geleverd,
is voorzien van vier wieltjes met rem.
3 . Trek omhoog om de remmen te ontgrendelen .
BDDF00809 uitgave 4
Alaris™ Gateway-werkstation v1.3.x
Kenmerken van het werkstation
18/44