Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningselementen en indicatoren
Bedieningselementen
Symbool
Omschrijving
AAN/UIT – Druk eenmaal op deze toets om het werkstation in te schakelen . Houd de toets twee
a
seconden ingedrukt om het werkstation uit te schakelen . Mocht het systeem gereset moeten worden,
houd de toets dan ten minste vier seconden ingedrukt en druk vervolgens nogmaals op de toets om het
werkstation in te schakelen .
a
Opmerking: er worden logboeken bijgehouden voor het geval dat het systeem uitvalt, bijvoorbeeld
Indicatorlampjes
Symbool
Omschrijving
j
Batterij-indicator – Als het lampje brandt, werkt het werkstation op de interne batterij; als het
lampje knippert, is het batterijvermogen laag en wordt het systeem automatisch uitgeschakeld .
j
k
Netspanningsindicator – Als het lampje brandt, is het werkstation aangesloten op netspanning en
wordt de batterij opgeladen .
k
Statusindicator A – geeft een visuele indicatie van de interne softwareactiviteit .
Statusindicator B – geeft een visuele indicatie van de communicatieactiviteit van het netwerk in het
werkstation .
d
AAN-statusindicator – Als het lampje brandt, is het werkstation operationeel .
w
Systeemfoutindicator – Deze indicator brandt bij een interne fout of als het werkstation op de
interne batterij werkt .
wanneer het werkstation wordt uitgeschakeld of bij onverwachte stroomuitval .
BDDF00809 uitgave 4
Alaris™ Gateway-werkstation v1.3.x
Bedieningselementen en indicatoren
13/44
Advertenties
Inhoudsopgave
