2.7.2 Het volume aanpassen
Het volume van de ontvanger / luidspreker / headset aanpassen
1.
Druk op de [ ] of [ ] volumetoets om het volume aan te passen tijdens een gesprek.
Opmerking
•
Zowel het ontvangervolume als het headsetvolume zijn aangepast in de trainingsmodus. Zie "3.4.9
De trainingsmodus gebruiken ".
Belvolume aanpassen of Belsignaal uitschakelen
1.
Druk in standby modus op de [ ] of [ ] volumetoets om het belvolume aan te passen.
2.
Tik op "OK".
Belvolume aanpassen of Belsignaal uitschakelen tijdens overgaan
Terwijl een gesprek binnenkomt kunt u als volgt het belvolume aanpassen of uitschakelen.
Opmerking
•
Als u de headset aansluit terwijl er een oproep binnenkomt, zal het belsignaal via de luidspreker te
horen zijn.
Het belvolume aanpassen
1.
Druk op de [ ] of [ ] volumetoets om het belvolume aan te passen.
Opmerking
•
Het nieuw ingestelde volume geldt ook voor volgende inkomende gesprekken.
•
Het volume kan ook worden aangepast in het pop-upvenster.
Belsignaal uitschakelen
1.
Tik op
.
2.7.3 Tekens invoeren
Met de cijfertoetsen kunt u tekens en cijfers invoeren.
U kunt tijdens het invoeren van een naam kiezen uit één van de tekenmodi door op de gewenste tekenmo-
dus te tikken.
Tik op de gewenste tekenmodus om de tekenmodus te wijzigen tijdens het invoeren van een naam in het
telefoonboek.
Zie "5.1 Tabel voor tekeninvoer" voor een overzicht van de beschikbare tekens.
Achtervoegsel: [geen] / C
(Romaans)
ABC
(Numeriek)
0 - 9
(Uitgebreid 1)
Achtervoegsel: NE / X / SX
(Romaans)
ABC
(Numeriek)
0 - 9
(Grieks)
(Uitgebreid 1)
(Uitgebreid 2)
2.7.2 Het volume aanpassen
Achtervoegsel: RU
(Cyrillisch)
(Numeriek)
0 - 9
(Romaans)
ABC
(Uitgebreid 1)
(Uitgebreid 2)
Bedieningsinstructies
55