Gebruik van de ADJ.-knop
De toegewezen functies kunnen gemakkelijk worden opgeroepen door in
de opnamestand op n te drukken.
1
Druk op n in de opnamestand.
De camera gaat over naar de ADJ.-stand en
de pictogrammen voor de toegewezen func-
ties verschijnen.
2
Gebruik cd om een functie
te selecteren.
Standaard kunnen de volgende functies wor-
den geselecteerd.
• Beeldregeling (p. 87)
• Focus (p. 57)
• Auto lichtmeting (p. 63)
• Bestandsindeling (p. 84)
• Beeldinstelling buiten (p. 129)
3
Gebruik ab om een instelling te selecteren.
Druk op h wanneer u gedetailleerde instellingen verricht.
4
Druk op e.
De geselecteerde functie is ingesteld en de camera is gereed voor het maken
van opnamen.
Memo ---------------------------------------------------------------------------------------------------------
• De functies voor de ADJ.-modus kunt u wijzigen met [Instelling ADJ-modus] in menu D2. (p. 121)
• Als u [Bevestiging ontspanknop] hebt ingesteld op [Aan] in menu D2, wordt de instelling van de
ADJ.-modus voltooid door z half in te drukken.(p. 125)
Beeldregeling
Levendig
1
OK
23