Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Het serienummer vindt u aan de onderzijde van de camera. Voordat u begint Lees dit gedeelte voordat u de camera in gebruik neemt. Hierin worden de namen van de onderdelen beschreven en leest u hoe u de camera voorbereidt op gebruik. Eerste stappen Lees dit gedeelte voordat u de camera voor de eerste keer in gebruik neemt.
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding) Registreer uzelf als gebruiker Bedankt dat u hebt gekozen voor een product van PENTAX RICOH IMAGING. Wij streven naar een optimale klantenondersteuning en de beste service voor het product dat u hebt gekocht. Daarom vragen wij u uzelf te registreren als gebruiker.
Pagina 4
Microsoft, Windows, Windows 7®, Windows 8® en Internet Explorer zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe, het Adobe-logo en Adobe Reader zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Veiligheidsmaatregelen Waarschuwingssymbolen In deze gebruiksaanwijzing en op het product worden diverse symbolen gebruikt om te voorkomen dat u of anderen lichamelijk letsel oplopen of eigendommen beschadigd raken. De symbolen en de betekenis daarvan worden hieronder beschreven. Dit symbool duidt op situaties die onmiddellijk kunnen Gevaar leiden tot de dood of ernstig letsel als de aanwijzingen worden genegeerd of onjuist wordt gehandeld.
Pagina 6
Sluit tussen de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij geen kabel of ander metalen onderdeel aan. Draag of bewaar de batterij niet in combinatie met metalen objecten zoals ballpoints en halskettingen. Laad de batterij niet op met een oplader van een andere fabrikant.
Pagina 7
Houd u aan de aanwijzingen hieronder om brand, elektrische schokken of een gescheurde batterij te voorkomen terwijl de batterij wordt opgeladen. • Gebruik alleen de aangegeven voedingsspanning. Gebruik geen stekkerdozen of verlengsnoeren. • Beschadig of verander netsnoeren niet. Bundel netsnoeren niet bij elkaar. Plaats op netsnoeren geen zware voorwerpen, trek netsnoeren niet strak en verbuig netsnoeren niet.
Pagina 8
Zorg ervoor dat uw handen niet nat zijn als u de stekker in het stopcontact steekt of uit het stopcontact verwijdert. Anders bestaat er risico op elektrische schokken. Pak altijd de stekker en niet het snoer vast als u de stekker uit het stopcontact haalt.
Pagina 9
Haal de netsnoeren uit de stopcontacten voordat u de apparatuur reinigt. Haal de netsnoeren uit de stopcontacten als u de apparatuur niet gebruikt. Bedek de apparatuur niet terwijl de batterij wordt opgeladen, omdat dit kan resulteren in brand. Maak geen kortsluiting op de polen of metalen contacten op de netsnoeren, omdat dit kan leiden tot brand.
Inhoudsopgave Inleiding ........................... 1 Inhoudsopgave ........................8 Voordat u begint Onderdelen van de camera ....................14 Modusknop en op/neer-knop/ADJ.-schakelaar gebruiken .........16 Scherm ............................18 Voorbereidingen .........................23 Eerste stappen Elementaire opnamefuncties ..................32 Foto’s maken met Auto-instellingen ..............32 Zelfontspanner ......................34 Horizontale stand en helling van camera controleren ........35 Opnamen weergeven .......................37 Gebruik van het menu ......................38 Geavanceerde bedienings handelingen...
Pagina 11
De witbalans instellen ......................59 De kleurtemperatuur instellen ................61 De witbalans instellen .....................61 Continu-opnamen maken ....................62 Continu-opnamen maken ..................62 Een reeks opnamen maken met verschillende instellingen (Auto groepering) ....................63 Opnamen maken en samenvoegen (Opnamen met meervoudige belichting) ...........64 Automatisch opnamen maken met een ingesteld interval (Intervalopname) ....................66 Sporen van vallende sterren (Intervalcompositie) ........67 Werken met de flitser ......................69...
Pagina 12
Corrigeren en verwerken van opnamen ..............87 De grootte van opnamen verkleinen ..............87 Opnamen bijsnijden ....................88 Scheve opnamen corrigeren ................89 Correctie van helderheid en contrast (niveaucompensatie) .....90 De witbalans corrigeren ..................92 Kleurmoiré corrigeren .....................92 RAW-bestanden ontwikkelen ..................93 Opnamen bekijken met een audiovisueel apparaat ..........94 DPOF instellen ........................95 DPOF instellen voor meerdere foto’s ..............96 De opnamen voor verzending selecteren ..............97...
Pagina 13
Opnamen downloaden naar uw computer Opnamen gebruiken op een computer ..............122 Windows ........................122 Macintosh ........................122 Opnamen opslaan op PC ....................123 De software installeren ....................124 Bijlagen Problemen oplossen ......................125 Foutberichten ......................125 Problemen oplossen ....................126 Specificaties ........................130 Opslagcapaciteit .....................133 Optionele accessoires .....................134 Conversielens, kap en adapter ................134 Externe flitser ......................135 Gebruik van de camera in het buitenland ...............137...
Voordat u begint Dit hoofdstuk behandelt de namen van de onderdelen en hoe u de camera voorbereidt op het gebruik. Onderdelen van de camera ..14 Modusknop en op/neer-knop ADJ.-schakelaar gebruiken ..16 Scherm ..........18 Voorbereidingen ......23...
Modusknop en op/neer-knop/ ADJ.-schakelaar gebruiken Modusknop U kunt een andere opnamemodus kiezen met de modusknop. Druk op de vergrendelingsknop (1) en draai aan de modusknop (2). Av: Prioriteit diafragma (p.40) Tv: Prioriteit sluitertijd (p.40) U stelt het diafragma in en de camera stelt automatisch de sluitertijd in.
Op/neer-knop/ADJ.-schakelaar Gebruik de op/neer-knop en de ADJ.- Op/neer-knop schakelaar in plaats van de knoppen !"#$ en om de belichting in te stellen. (Gp.41) ADJ.-schakelaar Bediening Beschrijving Naar links of rechts Vervangt de knoppen !". Op/neer-knop draaien Wijzigt het diafragma/de sluitertijd Naar links of rechts Vervangt de knoppen #$.
Niveau-aanduiding batterij Pictogram Status Batterij volledig geladen. Batterij gedeeltelijk geladen. Het verdient aanbeveling de batterij op te laden. Batterij bijna leeg. Laad de batterij op. Eye-Fi-verbinding Bij gebruik van een Eye-Fi-kaart (Gp.24) wordt in de opnamemodus en weergavemodus de status van de verbinding weergegeven. Pictogram Status Geen verbinding...
Het scherm wijzigen Gebruik de DISP.-knop om op het scherm andere informatie weer te geven. Opnamemodus Selecteer een van de volgende displays in de opnamemodus: Informatieweergave Raster Histogram Vlak Grafisch Informatieweergave U kunt onder [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] instellen welke informatie wordt weergegeven telkens wanneer de DISP.- knop wordt ingedrukt.
Weergavemodus Weergave met indicaties Gedetailleerde informatieweergave Weergave zonder Weergave witverzadiging indicaties Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Indien [Aan] is geselecteerd voor [Weergave witverzadiging] in het menu [Instelling], dan knipperen in de witverzadigingsweergave de witverzadigingsgebieden van de opname in zwart. Als deze optie ingesteld is op [Off] (standaardinstelling), dan wordt de witverzadigingsweergave niet getoond. • Tussen de pagina’s van de gedetailleerde informatieweergave kan worden gewisseld met de knoppen !". Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De gedetailleerde informatieweergave en de witverzadigingsweergave worden niet getoond tijdens het opnemen van films.
Voorbereidingen Maak de camera gereed voor gebruik. De batterij en een geheugenkaart plaatsen Zet de camera uit voordat u de batterij en geheugenkaart plaatst of verwijdert. Met deze camera kunt u gebruikmaken van SD-geheugenkaarten, SDHC- geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. (“Geheugenkaart” heeft in deze handleiding betrekking op deze geheugenkaarten.) Schuif de ontgrendelingsknop aan de onderzijde van de camera naar OPEN om...
Pagina 26
Eye-Fi-kaarten ---------------------------------------------------------------------------------------------- • Deze camera kan worden gebruikt met Eye-Fi-kaarten (X2-serie), SD-geheugenkaarten met ingebouwde draadloze LAN-functionaliteit. Ga voor meer informatie over Eye-Fi-kaarten naar de Eye-Fi-website (http://www.eye.fi/). • Bij gebruik van een Eye-Fi-kaart worden de volgende instellingen getoond in het menu [Instelling]. Eye-Fi-verbindingsinstellingen [Off]: Schakelt de draadloze LAN-functie uit voor werking als een normale SD-geheugenkaart. [Aan (Auto)]: Verzendt alle niet-verzonden opnamen. [Aan (overzett.)]: Verzendt alleen geselecteerde opnamen. Geef in het menu [Afspelen] bij [Eye-Fi overzetten] op welke opnamen u wilt verzenden (maximaal 20 opnamen). U kunt ook de grootte van de opnamen verkleinen en deze opnamen vervolgens verzenden. U kunt het scherm [Eye-Fi overzetten] gemakkelijk openen door in de weergavemodus op de Effect-knop te drukken.
Gegevensopslaglocatie Opnamen die met deze camera worden gemaakt, kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart. Als er in de camera geen geheugenkaart aanwezig is, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen. Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Opnamen worden niet in opgeslagen in het interne geheugen indien een geheugenkaart is geplaatst, zelfs wanneer de geheugenkaart vol is. • Indien het aantal bestanden op een geheugenkaart hoger is dan 10.000, kunnen bestanden met een klein map/bestandsnummer niet worden weergegeven.
De batterij opladen Laad vóór gebruik de oplaadbare batterij (DB-65) op met gebruik van de bijgeleverde USB-kabel en USB-netadapter (AC-U1) met bijgeleverde stekker. Steek de stekker in de USB- netadapter. Steek de stekker zover naar binnen totdat u een klik hoort. Open de aansluitpuntenklep en sluit de USB–kabel aan op het USB/ AV OUT-aansluitpunt.
Pagina 29
Opslagcapaciteit -------------------------------------------------------------------------------------------- • Nadat de batterij volledig is opgeladen, kunnen circa 290 opnamen worden gemaakt. • Dit i s g ebaseerd o p t ests d ie z ijn u itgevoerd v olgens C IPA-normen o nder d e v olgende o mstandigheden: temperatuur 23°C (73°F); scherm ingeschakeld; 10 gemaakte opnamen met 30 seconden tussentijd en de flits steeds bij de ene opname wel en bij de volgende opname niet geactiveerd;...
De camera aan- en uitzetten Druk op de aan/uit-knop om de camera aan te zetten. De aan/uit-knop gaat branden en de autofocus/ flitslamp knippert vervolgens gedurende enkele seconden. Als u de aan/uit-knop opnieuw indrukt, wordt de camera uitgeschakeld. (Indien de datum niet ingesteld is, wordt [0] getoond.) Gebruik van de camera in de weergavemodus Druk de knop 6 in en houd deze ten minste...
Pagina 31
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Om te besparen op batterijstroom, kunt u in het menu [Instelling] de volgende functies instellen. Wanneer de instelling wordt Bediening uitgeschakeld De camera wordt automatisch uitgeschakeld • Tijdens het opnemen van als er gedurende de ingestelde tijd geen films of tijdens het maken van bedieningshandelingen zijn uitgevoerd. U continuopnamen kunt deze optie instellen op [Uit] of op een • Tijdens het maken van bepaald aantal minuten tot 30 minuten.
De datum en tijd instellen Wanneer de camera voor de eerste keer wordt aangezet, verschijnt het scherm [Datuminstellingen]. Stel het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de datumnotatie Druk op #$ om een onderdeel te selecteren, en druk op !"...
Eerste stappen Lees dit gedeelte voordat u de camera voor de eerste keer in gebruik neemt. Elementaire opnamefuncties ..32 Opnamen weergeven ....37 Gebruik van het menu ....38...
Elementaire opnamefuncties U bent nu gereed. Foto’s maken met Auto-instellingen Zet de modusknop op 5. Druk op de vergrendelingsknop en draai aan de modusknop. Schuif de FOPEN-schakelaar omlaag als u de flitser wilt gebruiken. De flitser klapt open. De autofocus/flitslamp knippert terwijl de flitser wordt opgeladen.
Pagina 35
Focus ---------------------------------------------------------------------------------------------------------- • De autofocus/flitslamp en de kaderkleur laten zien of het Autofocus/flitslamp onderwerp al dan niet scherp is gesteld. Kader Status van de focus Kaderkleur Autofocus/flitslamp De camera heeft nog niet scherp gesteld. Onderwerp scherp gesteld Groen Aan (groen) Camera kan niet scherp stellen.
diafragma-, sluitertijd-, ISO- en witbalansinstellingen behouden. De opnameomstandigheden worden niet behouden in de volgende gevallen: • Zelfontspanner • Opnamen maken met de intervaltimer • Intervalcompositie • Stand 3 Zelfontspanner De zelfontspanner kan worden ingesteld op twee seconden of een aangepaste instelling. Een instelling van twee seconden is handig om cameratrillingen te voorkomen.
Horizontale stand en helling van camera controleren Deze camera is uitgerust met een ingebouwde niveau-aanduiding die kan worden gebruikt om op het scherm de vlakke (horizontale) stand en helling van de camera te controleren. U kunt het horizontale niveau en de helling controleren in de voorwaartse-achterwaartse richting.
Pagina 38
Geel Rood Camera is te ver naar voren Wanneer naar voren gekanteld. of achteren gedraaid of kan kanteling niet bepalen. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De aanduidingen worden alleen getoond wanneer [Niveau-aanduiding] ingesteld is op [Aan] bij [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling]. (Gp.110) • De aanduidingen kunnen ook worden ingesteld bij [Niveau-instelling] in het menu [Instelling]. U kunt [Waterpas (hellen) kalibreren] in het menu [Instelling] gebruiken om de huidige camerahelling als de referentie-instelling te gebruiken. Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • De niveau-aanduiding werkt niet als de camera ondersteboven staat, films worden opgenomen, of tijdens intervalopname.
Opnamen weergeven Opnamen kunnen worden bekeken op het scherm. Druk op de knop 6. De camera gaat naar de weergavemodus en de laatst gemaakte foto wordt getoond. Druk op de knoppen #$ om naar een andere opname te gaan. U kunt de volgende bedieningshandelingen verrichten: #-knop Eén foto terug $-knop...
Gebruik van het menu Druk op MENU/OK. Het menu wordt getoond. Welk menu het eerst wordt weergegeven hangt af van de modus wanneer de knop wordt ingedrukt. Als u een ander menu wilt weergeven, druk dan op de knop #, gebruik daarna de knoppen !"...
Geavanceerde bedienings- handelingen Lees dit gedeelte als u meer wilt weten over de verschillende camerafuncties. 1 Diverse opnamefuncties..40 2 Weergavefuncties ....81 3 Camera-instellingen wijzigen ........99 4 Menu’s ........114 5 Opnamen downloaden naar uw computer ....122 6 Bijlagen ........
Diverse opnamefuncties Selecteer een opnamemodus die in overeenstemming is met de scène. Modus Doel Pagina Om gemakkelijk opnamen te maken p.32 P/Av/Tv/TAv/M Voor het maken van opnamen met een ingestelde p.40 diafragmawaarde en sluitertijd Voor het opnemen van films p.78 MY1/MY2/MY3 Voor het registreren van favoriete instellingen p.102...
Pagina 43
Zet de modusknop op P/Av/Tv/TAv/M. symbool voor geselecteerde opnamemodus en de ingestelde waarde worden getoond op het opnamescherm. In de modus M wordt de belichtingsindicator getoond. Draai aan de op/neer-knop om een waarde te wijzigen. De volgende waarden worden gewijzigd. Modus Op/neer-knop ADJ.-schakelaar...
Pagina 44
• Indien de volgende functies zijn ingesteld in het menu [Foto’s nemen], en geen juiste belichting kan worden verkregen voor de diafragmawaarde/sluitertijd die is ingesteld in de Av/Tv/TAv-modi, dan zal de camera automatisch de instellingen zo aanpassen dat de juiste belichting wordt verkregen. • Av [Auto Aanpassing Lensopening] • Tv [Automatische aanpassing sluitertijd] • TAv [Auto aanpass. sluiter/diafragma] (Keuze tussen [Dfg-prioriteit] en [Tijdprioriteit]) • In de modus M kan de knop X/Y niet worden gebruikt voor belichtingscompensatie.
Pagina 45
Programmaschema ---------------------------------------------------------------------------------------- • Het p rogrammaschema i n de m odus P w ordt hieronder g etoond. A fhankelijk v an d e belichtingswaarde (Ev) kan een bepaalde combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd (Ev) verschuiven. (In het voorbeeld is de ISO-snelheid ingesteld op [ISO 100].) Lv10 Lv11 Lv12 Lv13 Lv14 Lv15 Lv16 Lv17 Lv18 Lv19 Lv20 F8.0 F5.6 F4.0...
Gebruik van diafragma-preview De camera gaat over op diafragma-preview door op de knop p te drukken en deze knop ingedrukt te houden terwijl de ontspanknop half ingedrukt is of AE-vergrendeling wordt gebruikt. De ingestelde diafragmawaarde voor het maken van opnamen wordt geactiveerd, en u kunt de scherptediepte controleren.
Belichtingsinstellingen Gebruik van belichtingscompensatie Stel een waarde in met gebruik van de knop X/Y. Instellingen kunnen worden gekozen tussen –4,0 EV en +4,0 EV. U kunt ook opnamen maken zonder verdere aanpassingen. Druk op de knop MENU/OK. Het opnamescherm verschijnt opnieuw, en de instelling wordt getoond op het scherm.
De ISO-snelheid instellen In het menu [Foto’s nemen] kan de ISO-snelheid worden ingesteld bij [ISO/ ruisonderdr.]. Auto Bij gebruik van ISO 100 t/m ISO 800 stelt de camera automatisch de gevoeligheid in op basis van de helderheid, de afstand tot het onderwerp, macro-instellingen, en de indeling.
Ruis onderdrukken U kunt voor foto’s de hoeveelheid ruis verminderen. Selecteer in het menu [Instelling] de optie [ISO/ruisonderdr.] en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [ISO/ruisonderdrukking] verschijnt. Druk op de knop !" om [Ruisonderdrukking] te selecteren en druk vervolgens op de $ knop. Druk op de knop !"...
Compensatie dynamisch bereik In het menu [Foto’s nemen] kunt u [Compensatie dynamisch bereik] gebruiken om de gradatie van een opname uit te breiden, zodat de heldere en donkere gedeelten van een opname duidelijk zichtbaar zijn. U kunt kiezen tussen [Off ], [AUTO], [Zwak], [Medium] en [Sterk]. Op het scherm verschijnt een symbool als de compensatie van het dynamische bereik is ingesteld.
Een belichtingsmetingsmethode selecteren Stel in het menu [Foto’s nemen] de optie [Belichtingsmeting ] in. Meervoudig De camera meet de belichting in 484 gebieden van het kader. (Standaardinstelling) Het gehele beeld wordt gemeten, met nadruk op het midden, om de belichtingswaarde te bepalen.
28mm-beeldhoek in 35mm, en verandert ook de schermweergave. In dit geval kan q niet worden geselecteerd, en worden RAW-bestanden opgeslagen als r. Als in het menu [Belangrijke opties] de optie [Naar 35 mm] is ingesteld bij [Stel Fn-knop in], kan alleen met een knop worden gewisseld tussen 28mm/35mm. (Gp.107) RAW-opnamen maken ------------------------------------------------------------------------------------- • In het menu [Afspelen] kunnen RAW-bestanden worden gemanipuleerd bij [Ontwikkel RAW] of met gebruik van de bijgeleverde software: SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE for PENTAX RICOH IMAGING. (Gp.93, p.122) • De volgende functies worden niet gereflecteerd in RAW-bestanden. In het menu [Afspelen] kunnen de opties [Effect] en [Compensatie dynamisch bereik] worden geconverteerd naar JPEG-indeling om effecten in [Ontwikkel RAW] te reflecteren. • Effect • Compensatie dynamisch bereik...
Scherp stellen Een scherpstellingsmethode selecteren Selecteer [Focus] in het menu [Foto’s nemen]. Meet de afstand vanaf 9 AF-gebieden en stelt scherp op het dichtstbijzijnde AF- Meervoudige AF gebied. Dit voorkomt dat het midden van het scherm niet scherp is en stelt u in staat opnamen te maken met een minimaal aantal onscherpe foto’...
• In [Onderw. volgen AF] zijn de volgende functies niet beschikbaar. • Zelfontspanner [Aangepaste zelfontspanner] • Opnamen maken met de intervaltimer • Intervalcompositie • FA/doel verpl. Handmatig scherp stellen Indien de camera niet in staat is om automatisch scherp te stellen, kunt u automatisch scherp stellen. Met handmatige scherpstelling kunnen op een vaste afstand opnamen worden gemaakt. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] bij [Focus] de optie [MF].
Close-ups maken (Macrostand) U kunt het onderwerp benaderen tot op 10 cm (opnamebereik: circa 12 x 8 cm) vanaf het einde van de lens om opnamen te maken. Druk in de opnamemodus op de knop N (!). Op het opnamescherm verschijnt N. Maak de opname.
Gebruik van de AF-knop Wanneer de AF-knop wordt gebruikt, zijn AE-vergrendeling of AF- vergrendeling beschikbaar in plaats van dat u de ontspanknop half indrukt. U kunt de AF-functiekiezer gebruiken om de AF-functiekiezer functie van de AF-knop te kiezen. AF-knop Gebruik van AEL/AFL met de AF-functiekiezer Deze functies werken op basis van [AEL/AFL instellen] in het menu [Belangrijke opties].
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De scherpstelling wordt verplaatst naar de positie die is geselecteerd bij [Focus] wanneer AF-vergrendeling niet kan worden ingesteld of wordt geannuleerd. • Ook wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt wanneer de scherpstelling is vergrendeld met de AF-knop, verandert de positie van de AE/AF-vergrendeling niet. Gebruik van C-AF met AF-functiekiezer Terwijl de AF-knop wordt ingedrukt is continu AF actief, waarbij continu wordt scherp gesteld op het onderwerp, ongeacht de [Focus]-instelling.
Focusondersteuning en AE/AF-doel instellen Zonder de camera te bewegen kunt u met gebruik van alleen knoppen een specifiek punt op het onderwerp meten, en de scherpstellingsvergrendeling activeren. Deze functie is handig als u opnamen maakt op een statief. U kunt een deel van het scherm vergroten en contouren en contrast benadrukken om gemakkelijker scherp te stellen.
Pagina 59
De volgende instellingen zijn beschikbaar. Instelling doelverplaatsing Bepaalt het doel dat moet worden verplaatst. Keuze tussen AE/AF, AF en AE. Focusondersteuning inst. Intensiveert de contouren en het contrast binnen het gebied, waardoor het gemakkelijker is om scherp te stellen. [STAND 1] Benadrukt contrast en contouren [STAND 2] Benadrukt contouren [STAND 3] Omkering zwart-wit van STAND 1 [STAND 4] Omkering zwart-wit van STAND 2...
Opnamen maken met één druk op de ontspanknop (Opname bij volledig indrukken) Als u de ontspanknop half indrukt, wordt AF geactiveerd. Als u de ontspanknop echter in zijn geheel indrukt, wordt snel een opname gemaakt met de ingestelde brandpuntsafstand. Deze functie wordt Opname bij volledig indrukken genoemd.
De witbalans instellen Wijzig de witbalans zodanig dat witte onderwerpen er onder elk type verlichting wit uitzien. [Multi-P AUTO] is standaard geselecteerd. Indien de witbalans anders is dan u had verwacht bij het maken van een opname van één enkele kleur of bij het maken van opnamen onder meerdere lichtbronnen, dan kunt u de instelling wijzigen.
Pagina 62
Specificeert de kleurtemperatuur. (Gp.61) Detail Stel de witbalans handmatig in. (Gp.61) Handmatig Druk tijdens de opnamemodus op de knop WB ("). Het scherm [Witbalans] verschijnt. Selecteer de instelling met de !"-knop. Als geen correcties nodig zijn, ga dan verder met stap 6. Zie p.61 voor [Details] [Handmatig].
Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De witbalans wordt mogelijk niet correct ingesteld voor een onderwerp dat grotendeels donker is. • Als u opnamen maakt met de flitser, wordt de witbalans niet correct ingesteld indien [Auto] of [Multi-P AUTO] niet geselecteerd is. De kleurtemperatuur instellen Selecteer [Detail] onder Witbalans, en druk vervolgens op de Fn2-knop. Het scherm [Witbalans gedetailleerd instellen] verschijnt. Stel de waarde in met de knoppen !".
Continu-opnamen maken Voor continu-opnamen zijn de volgende functies beschikbaar. Er worden foto’s gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. p.62 Continue p.63 Auto groepering Er worden drie opnamen gemaakt met wisselende belichting, witbalans, effecten, dynamisch bereik, of contrast. Meervoudige belichting Voegt meerdere opnamen samen. p.64 Interval Maakt automatisch opnamen met een vast interval. p.66 p.67 Intervalcompositie...
• Indien tijdens het maken van continu-opnamen de laatste vier cijfers van het bestandsnummer hoger worden dan [9999], dan wordt op de SD-geheugenkaart een afzonderlijke map gemaakt en worden opeenvolgende gemaakte opnamen in deze map opgeslagen. • Indien het aantal bestanden op een geheugenkaart hoger is dan 10.000, kunnen bestanden met een klein map/bestandsnummer niet worden weergegeven. Deze opnamen worden echter niet verwijderd en raakt u niet kwijt. • [Continue] kan worden geregistreerd in het menu [Belangrijke opties] onder [ADJ.-schakelaar instellen] of [Stel Fn-knop in]. (Gp.105, p.107) reeks opnamen...
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Wanneer [AE-BKT 1/3EV], [AE-BKT 1/2EV] of [DR-BKT] wordt geselecteerd en de witbalans ingesteld is op [Multi-P AUTO], dan werkt de witbalans in [AUTO]. • [Auto groep.] kan worden geregistreerd in het menu [Belangrijke opties] onder [ADJ.-schakelaar instellen] of [Stel Fn-knop in]. (Gp.105, p.107) Continu-opnamen maken met verschillende belichtingswaarden Selecteer in het menu [Foto’s nemen] onder [Auto groepering] de optie [AE-BKT 1/3EV] of [AE-BKT 1/2EV], en druk vervolgens op de knop $.
Pagina 67
[Off]: de belichtingswaarde wordt niet ingesteld. Autom. belichting [Aan]: de belichtingswaarde wordt afgestemd op het aantal opnamen dat wordt samengevoegd. [Off]: slaat alleen de uiteindelijke samengevoegde opname op. Elke foto opslaan [On]: slaat alle niet-samengevoegde opnamen op. [Off]: slaat alleen de uiteindelijke samengevoegde opname op. Opnamen tijdens proces opslaan [On]: slaat de opname op bij elke samenvoeging. Druk op de knop MENU/OK. Op het opnamescherm verschijnt [Opname met meerv. belichting]. Maak de eerste opname. Selecteer [Volgende >] en druk vervolgens op de knop MENU/OK.
Automatisch opnamen maken met een ingesteld interval (Intervalopname) Maakt automatisch opnamen met een vast interval. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Intervalopname], en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [Intervalopname] verschijnt. Selecteer minuten/seconden met de knoppen #$, en stel vervolgens de intervalwaarde in met de knoppen !".
Sporen van vallende sterren (Intervalcompositie) Voegt een reeks continu-opnamen samen die zijn gemaakt met een vast interval, zodanig dat de heldere gebieden overblijven. Gebruik deze optie als u opnamen wilt maken van de lichtsporen die worden gevormd door sterren of de maan, door in nachtlandschappen opnamen te maken van een vaste positie.
Pagina 70
Als alle gewenste foto’s zijn gemaakt, druk dan op de knop MENU/OK om het maken van opnamen stop te zetten. De samengevoegde opname wordt opgeslagen. Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Als u op de knop MENU/OK drukt terwijl een opname wordt gemaakt, dan wordt de opname niet samengevoegd. • De flitser kan met deze functie niet worden gebruikt. • De ISO-gevoeligheid kan niet hoger worden ingesteld dan [ISO 1600]. • De sluitertijd kan niet langer worden ingesteld dan 60 seconden. • Intervalcompositie kan niet worden gebruikt wanneer de focus ingesteld is op [Onderw. Volgen]. • Indien [Ruisonderdr. lange sluitertijd] ingesteld is op [Aan] in het menu [Foto’s nemen], en ruisonderdrukking wordt toegepast (Gp.42), dan vertonen de lichtsporen onderbrekingen.
Werken met de flitser De flitsmodus instellen De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp slecht of op de achtergrond verlicht wordt. Auto De flitser gaat altijd af. Flits aan De flitser gaat af met vertraagde sluitertijd. Gebruik deze optie als u nachtopnamen maakt waarin mensen voorkomen.
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De flitsmodus kan niet worden gewijzigd wanneer de flitserklep gesloten is. • Indien de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [Auto], dan heeft het licht vanaf de flitser een bereik tussen circa 20 cm en 3 meter vanaf het einde van de lens. • De flitser produceert eerst een voorflits om de nauwkeurigheid van AE te vergroten. De voorflits gaat niet af wanneer de flitsmodus ingesteld is op [Handmatige flits]. • De flitsintensiteit kan worden gewijzigd bij de [Flitsbelichtingscompensatie]-instellingen in het menu [Foto’s nemen]. (Gp.70) Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De flitser gaat niet af in de volgende situaties...
Opmerking ---------------------------------------------------------------------------------------------- • Wanneer de flitsmodus ingesteld wordt op [Handmatige flits], is de waarde die ingesteld is voor [Flitsbelichtingscompensatie] niet geldig. • [Flitscompens.] kan in het menu [Belangrijke opties] worden geregistreerd onder [ADJ.-schakelaar instellen] of [Stel Fn-knop in]. (Gp.105, p.107) De flitsintensiteit instellen voor handmatige flits Stelt de intensiteit van de interne flits in indien de flitsmodus ingesteld is op [Handmatige flits].
Foto’s maken met een unieke sfeer Maakt opnamen met gevarieerde verzadiging en wisselend contrast. Effect Wijzigt factoren zoals de kleurtoon om opnamen met een geheel eigen uitstraling te maken. Produceert een opname in zwart-wit De opties [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] kunnen worden ingesteld. Zwartwit Voegt een tint toe aan opnamen in zwart-wit. De opties [Tooneffect], [Verzadiging], [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] ZW (TE) kunnen worden ingesteld.
Afbeeldingsinstellingen Maakt opnamen met gemoduleerde verzadiging, contrast, scherpte en vignettering. Stelt het contrast, de scherpte en verzadiging hoger in dan [Standaard] voor een robuuste beeldkwaliteit. Levendig Normale beeldkwaliteit. Deze optie wordt geselecteerd wanneer de afbeeldingsinstellingen worden uitgeschakeld. [Standaardinstelling] Standaard Stelt [Verzadiging], [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] in. Instelling 1/2 Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Effect] [Afbeeldingsinstellingen], en druk vervolgens op de $ knop. Selecteer de instelling met de !"...
Pagina 76
Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De [Afbeeldingsinstellingen] zijn niet van toepassing als u een [Effect] selecteert. • [Vignettering] kan niet worden ingesteld in de modus 3. • Instellingen van [Effect] en [Afbeeldingsinstellingen] worden niet toegepast op RAW-opnamen. • [Effect] kan niet worden gebruikt met de volgende functies. Functie Effect Film Sterk contrast Z&W/Miniatuur maken/High key Opname maken met meerv. Miniatuur maken belichting/ Intervalcompositie • Afhankelijk van de effecten die zijn ingesteld, worden de volgende functies mogelijk uitgeschakeld. Effect Uitgeschakelde functie Sterk contrast Z&W Continue Sterk contrast Z&W/ Kruisproces/ Focus: [Onderw. volgen AF] Positiefilm/ Bleach Bypass/ Retro/ Miniatuur maken Miniatuur maken...
Pagina 77
Miniatuuropnamen Maakt opnamen alsof deze close-ups van een miniatuur zijn. Deze modus is handig als u opnamen maakt vanaf een hoog uitzichtpunt terwijl u in een diagonale hoek naar beneden kijkt. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Effect] > [Miniatuur maken], en druk vervolgens op de knop $.
Overige opnamefuncties De datum toevoegen aan foto’s Indien u [Datum] of [Tijd] selecteert in het gebied [Datum afdruk] van het menu [Foto’s nemen], dan wordt de datum (jaar/maand/dag) of de datum en tijd (jaar/maand/dag uur:minuut) afgedrukt in de rechterbenedenhoek van foto’s. rechterbenedenhoek opnamescherm wordt een indicator getoond als datumafdruk ingeschakeld is.
Pagina 79
Selecteer met de !"#$ knoppen de opties [Afbeeldingsgrootte] en [Beeldsnelheid]. De volgende instellingen kunnen worden verricht. Welke beeldsnelheden kunnen worden geselecteerd, hangt af van de afbeeldingsgrootte. Beeldsnelheid (beeldjes per seconde) Afbeeldingsgrootte w (1920×1080) x (1280×720) n (640×480) Druk op de knop MENU/OK. U keert terug in het menu [Foto’s nemen].
Films opnemen Zet de modusknop op 3. Druk op de ontspanknop. Het opnemen van de film begint. Tijdens het opnemen knippert de indicator “REC” en worden de opnametijd en resterende tijd getoond. Druk de ontspanknop opnieuw in. Het opnemen van de film wordt stopgezet. Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Als de camera tijdens het opnemen wordt bediend, dan worden ook de bedieningsgeluiden opgenomen.
Films afspelen Druk op de 6 knop. De weergavemodus wordt geactiveerd. Selecteer een film met de #$ knoppen. Films worden aangeduid met het pictogram Het eerste beeldje van de film wordt weergegeven als een foto. Druk op de ! knop. De weergave begint.
Films uitsnijden De delen aan het begin of eind van een film die niet nodig zijn, kunt u wissen, en de overblijvende film kan worden opgeslagen als een nieuw bestand. Zet de betreffende film in de weergavemodus, en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt.
Weergavefuncties Opnamen tonen in miniaturenweergave Door tijdens de weergavemodus op de knop 8 (X)/9 (Y) te drukken, worden meerdere opnamen als miniaturen weergegeven. Weergave van 20 beeldjes Weergave van 81 beeldjes De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk. !"#$ knop Selecteert een opname. ADJ.-schakelaar Toont het geselecteerde beeld in de enkelbeeldweergave.
Opnamen vergroot weergeven U kunt foto’s vergroot weergeven. De volgende bedieningshandelingen zijn mogelijk. Vergroot de opname. 8 (X) knop/ Draai de op/neer-knop naar rechts Verkleint de opname. 9 (Y) knop/ Draai de op/neer-knop naar links !"#$ knoppen Verplaatst het vergrote gebied. Indrukken: de opname wordt in één keer vergroot tot de vergroting van (4x, ADJ.-schakelaar 8x of 16x) die is ingesteld bij [Zoomverhouding bij knopdruk] in het menu...
Bestanden organiseren Bestanden wissen Eén bestand wissen Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt wissen. Druk op de knop D. Gebruik de !" knoppen om [Een verw.] te selecteren. U kunt een ander bestand kiezen met de #$ knoppen.
Pagina 86
Selecteer [Meer verw.] en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Selecteer [Sel. idiv.] of [Sel. Ber.] (reeks) en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Gebruik de knoppen !"#$ om bestanden te selecteren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Als u [Sel. Ber.] hebt geselecteerd, selecteer dan alleen het bestand dat het startpunt van het bereik is.
Bescherming instellen U kunt bestanden beschermen om te voorkomen dat deze per abuis worden gewist. Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Als u in het menu [Instelling] de optie [Formatteren] selecteert, dan worden beschermde opnamen ook gewist. Bescherming instellen voor één bestand Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt beschermen en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt.
Bescherming voor alle bestanden instellen/annuleren Selecteer [Beschermen] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de $ knop. Selecteer [Alles select.] of [Alles annul.] en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Tegelijkertijd bescherming instellen voor meerdere bestanden Selecteer [Beschermen] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de $ knop.
De opnamen in het interne geheugen kopiëren naar een kaart U kunt de foto’s en films die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een geheugenkaart. Plaats een geheugenkaart. Selecteer in het menu [Afspelen] de optie [Van kaart naar intern geh.
Opnamen bijsnijden U kunt de randen van opnamen wegsnijden en de opnamen vervolgens opslaan. Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt bijsnijden en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Bijsnijden] en druk vervolgens op de $ knop. Specificeer het bereik dat moet worden bijgesneden.
Scheve opnamen corrigeren Corrigeer opnamen van rechthoekige objecten zoals berichtenborden en visitekaartjes die zijn gemaakt in een hoek, zodat de opnamen eruitzien alsof deze vanaf de voorzijde zijn gemaakt. Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop MENU/OK.
Correctie van helderheid en contrast (niveaucompensatie) U kunt de helderheid en het contrast van gemaakte foto’s wijzigen. Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Niveaucompensatie] en druk vervolgens op de $ knop. Selecteer [Auto] of [Handmatig] en druk vervolgens op de $ knop.
Pagina 93
Voorbeeld van correctie ----------------------------------------------------------------------------------- De algehele helderheid wijzigen • Verplaats het middenpunt naar links om de algehele helderheid te vergroten, en verplaats het naar rechts om de algehele donkerte te vergroten. Een overbelichte of onderbelichte opname corrigeren • Als de opname overbelicht is, verplaats het punt aan de linkerzijde dan naar rechts totdat het op één lijn staat met de linkerrand van het histogram.
De witbalans corrigeren U kunt de kleurtonen van foto’s corrigeren. Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op de knop MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Witbalanscompensatie] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm [Witbalanscompensatie] verschijnt.
Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Sommige opnamen kunt u mogelijk niet goed corrigeren. • Als u kleurmoiré corrigeert, kan zich kleurverlies of kleuruitloop voordoen. RAW-bestanden ontwikkelen Converteer RAW-bestanden naar JPEG-indeling en sla deze vervolgens op als nieuwe bestanden. U kunt instellingen zoals de witbalans en effect configureren, en de bestanden vervolgens opslaan. Geef in de weergavemodus een RAW-opname weer en druk vervolgens op de knop MENU/OK.
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De instellingen die actief waren ten tijde van de opname, worden in eerste instantie geselecteerd. • [Multi-P AUTO] of [Handmatig] van [Witbalans] kunt u alleen selecteren als deze ten tijde van de opname was geselecteerd. • Kies voor [Compensatie dynamisch bereik] en [Ruisonderdrukking] tussen [Off], [Zwak], [Medium] en [Sterk]. Opnamen bekijken met een audiovisueel apparaat U kunt de camera aansluiten op een tv of ander audiovisueel apparaat en de opnamen op het betreffende apparaat weergeven. Koop een kabel die compatibel is met de video-ingang(en) van het apparaat dat u wilt aansluiten.
Voorzichtig --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Het scherm is uitgeschakeld terwijl de camera op een apparaat aangesloten is met een AV-kabel of HDMI-kabel. • De audio van de video wordt uitgevoerd vanaf het audiovisuele apparaat. Wijzig het volume op het audiovisuele apparaat. • De weergave van de witverzadiging is uitgeschakeld terwijl de camera op een apparaat aangesloten is met een HDMI-kabel. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Als u de camera op een audiovisueel apparaat aansluit met een AV-kabel, controleer dan het videoformaat van het audiovisuele apparaat. Audiovisuele apparaten in Japan zijn ingesteld op het NTSC-formaat (wordt gebruikt in Japan en elders). Als het apparaat waarop u de camera wilt aansluiten het PAL-formaat gebruikt (wordt gebruikt in Europa en elders), dan moet u in het menu [Instelling] bij de optie [Video-uit modus] wellicht de optie [PAL] selecteren voordat u het apparaat aansluit. De standaardinstelling varieert al naargelang het land of de regio waar u de camera hebt gekocht.
DPOF instellen voor meerdere foto’s Selecteer in de miniaturenweergave meerdere opnamen en het aantal exemplaren. Druk in de weergavemodus op de Y knop. Het scherm verandert in de weergave van 20 beeldjes. Selecteer [DPOF] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de $ knop.
De opnamen voor verzending selecteren Bij gebruik van een Eye-Fi-kaart kunt u zojuist geselecteerde opnamen verzenden. Stel [Eye-Fi-verbindingsinstellin.] in het menu [Instelling] in op [Aan (overzett.)]. Zet de camera uit en weer aan. Selecteer [Eye-Fi overzetten] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op de knop $.
Pagina 100
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • U kunt het scherm in stap 6 openen door in de enkelbeeldweergave van de weergavemodus op de knop Effect te drukken, en de getoonde opname verzenden.
Camera-instellingen wijzigen De camera aanpassen U kunt de functies van de Fn-knoppen en ADJ.-schakelaar wijzigen, en instellingen registreren onder MY1/MY2/MY3 van de modusknop. Opname-instellingen registreren (Mijn instellingen) U kunt de huidige camera-instellingen registreren als Mijn instellingen zodat het heel gemakkelijk is de gewenste instellingen op te roepen en hiermee opnamen te maken.
Pagina 102
Stel de functies in die u wilt registreren. Selecteer [Registreer mijn instellingen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm Registreer mijn instellingen verschijnt. Selecteer de locatie om de instellingen te registreren en druk vervolgens op de knop MENU/OK.
Pagina 103
Ophalen van instellingen die zijn geregistreerd als Mijn instellingen De instellingen die u hebt geregistreerd onder [Mijn instellingenbox] kunnen worden toegewezen aan MY1/MY2/MY3 van de modusknop. Selecteer [Mijn instellingen ophalen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm [Mijn instellingen ophalen] verschijnt.
Opnamen maken in de modus Mijn instellingen Zet de modusknop op MY1/MY2/MY3. U kunt nu opnamen maken met de instellingen van Mijn instellingen. Symbool voor geregistreerde opnamemodus Als u de opnamemodus tijdelijk wilt wijzigen, selecteer dan [Opnamemodus wijzigen] in het menu [Foto’s nemen].
Mijn instellingen bewerken U kunt de instellingen bewerken die zijn geregistreerd als Mijn instellingen. Selecteer [Mijn instellingen bewerken] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [Mijn instellingen bewerken] verschijnt. Selecteer het item van Mijn instellingen dat u wilt bewerken en druk vervolgens op de knop $.
Pagina 106
De naam van een item van Mijn instellingen wijzigen Selecteer [Naam] in het scherm van stap 3 op p.103 en druk vervolgens op de knop $. Tekstinvoergebied Het scherm [Naam] verschijnt en de huidige naam wordt weergegeven in het tekstinvoergebied. Als u een nieuwe naam wilt invoeren, ga dan naar stap 3.
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Indien bij [Mijn instellingen ophalen] de instellingen zijn toegewezen aan [MY1], [MY2] en [MY3] en de instellingen van Mijn instellingenbox worden bewerkt, dan worden de wijzigingen ook toegepast op de instellingen van [MY1], [MY2] en [MY3]. Indien de instellingen van [MY1], [MY2] en [MY3] rechtstreeks worden bewerkt, dan worden de wijzigingen niet toegepast op de instellingen van Mijn instellingenbox. Indien de instellingen van Mijn instellingenbox daaropvolgend worden bewerkt, dan worden de wijzigingen niet toegepast op de instellingen van [MY1], [MY2] en [MY3]. • De naam van het item van Mijn instellingen wordt getoond wanneer de modusknop op MY1/MY2/MY3 wordt gezet. • U kunt gegevens die u hebt geregistreerd in Mijn instellingen, wissen met de optie [Mijn instellingen wissen] in het menu [Belangrijke opties].
Selecteer [ADJ.-schakelaar instellen] in het menu [Belangrijke Opties] en druk vervolgens op de $ knop. Het scherm [ADJ.-schakelaar instellen] verschijnt. Gebruik de knoppen !" om een ADJ.-schakelaarinstelling te kiezen uit de reeks [ADJ.-schakelaar instelling 1] t/m [ADJ.- schakelaar instelling 5] en druk op de $ knop. Gebruik de !"...
Functies registreren onder de Fn1/Fn2/Effect-knoppen U kunt functies registreren onder de Fn1/Fn2/Effect-knoppen zodat u met één druk op de knop instellingen kunt wijzigen of een scherm met functie- instellingen kunt oproepen. U kunt de volgende functies registreren onder de Fn1/Fn2/Effect-knoppen. Functie Pagina —...
Pagina 110
Selecteer [Stel Fn1-knop in], [Stel Fn2-knop in] of [Effectknop instellen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op de $ knop. Gebruik de knoppen !" om de functie te selecteren die u wilt registreren en druk vervolgens op de # knop. De functie is nu geregistreerd en opnieuw verschijnt het menu [Belangrijke opties].
Andere instellingen wijzigen De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de helderheid van het scherm wijzigen. Selecteer [LCD-helderheid] in het menu [Instelling] en druk vervolgens op de knop $. Selecteer [Auto] of [Manual]. Indien u [Auto] selecteert verschijnt opnieuw het menu [Instelling]. Druk op de knop $.
De informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus U kunt de informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus telkens wanneer u een bepaald aantal keer de DISP.-knop indrukt. Selecteer [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] en druk vervolgens op de knop $. Het scherm [DISP.-knop weergave instellen] verschijnt.
De bedieningsgeluiden instellen kunt bedieningsgeluiden camera instellen [Bedieningsgeluiden] en [Volume-instellingen] in het menu [Instelling]. Er zijn de volgende drie bedieningsgeluiden voor de camera. Sluitergeluid Het geluid dat u hoort wanneer u de ontspanknop indrukt. Scherpstellingsgeluid Het geluid dat u hoort wanneer u de ontspanknop half indrukt en de camera op het onderwerp wordt scherp gesteld.
De bestandsnummers resetten Aan elke gemaakte opname wordt automatisch een bestandsnaam met een volgnummer van 6 cijfers (010001 t/m 999999) en het voorvoegsel “R0” (R0010001.JPG t/m R0999999.JPG) toegewezen. Zelfs als u een nieuwe geheugenkaart plaatst, wordt de opeenvolging van bestandsnamen voortgezet vanaf de laatste kaart.
U kunt bij de optie [Firmwareversie controleren] in het menu [Instelling] controleren welke firmwareversie uw camera gebruikt. Als er een firmwarebestand in de geheugenkaart aanwezig is, dan kunt u de firmware updaten. Voor informatie over versie-updates kunt u de website van PENTAX RICOH IMAGING raadplegen: http://www.ricoh.com/r_dc/support/.
Menu’s De camerafuncties worden voornamelijk ingesteld met de menu’s. De volgende menu’s zijn beschikbaar. (De onderstreepte instellingen zijn de standaardinstellingen.) Menu Foto’s nemen Gebruik dit menu om de opname-instellingen in te stellen. Dit menu wordt weergegeven in de opnamemodus. Het hangt van de stand van de modusknop af welke opties kunnen worden geselecteerd.
Pagina 117
Menu-optie Instellingen Pagina Afbeeldingsinstellingen Levendig, Standaard, Inst. 1, Inst. 2 p.73 Naar 35 mm Off, Aan p.50 Datum afdruk Off, Datum, Tijd p.76 Continue modus Off, Continue p.62 Auto groepering Off, AE-BKT 1/3EV, AE-BKT 1/2EV, WB-BKT, WB-BKT p.63 instell., Effect-BKT, DR-BKT, CONTRAST-BKT Opname met meerv.
Menu Afspelen Dit menu wordt getoond in de weergavemodus. Gebruik dit menu om opnamen te beheren en te corrigeren. Menu-optie Pagina Ontwikkel RAW p.93 Niveaucompensatie p.90 Witbalanscompensatie p.92 Kleurmoiré corrigeren p.92 Bijsnijden p.88 Grootte aanpassen p.87 Scheefheidscorrectie p.87 Filmbestand uitsnijden p.80 Diavoorstelling p.81...
Menu Belangrijke opties Gebruik dit menu om vaak gebruikte opname- instellingen te registreren en de functies van knoppen en schakelaars te wijzigen. Menu-optie Instellingen Pagina Registreer mijn instellingen MY1/MY2/MY3: Mijn instellingenbox (1 t/m 6) p.99 Mijn instellingen ophalen — p.101 Mijn instellingen bewerken — p.103 Mijn instellingen wissen —...
Pagina 121
Menu-optie Instellingen Pagina C-AF Continu instellen Off, AF-prioriteit, Sluiterprioriteit p.54 AEL/AFL-vergrendeling houden Off, Aan p.54 M-modus op knopdruk Diafragmaprioriteit, Tijdprioriteit, Programma p.42 Standaardwaarden herstellen — p.121 [Belangrijke opties]...
Menu Instelling Gebruik menu algemene bedieningshandelingen van de camera in te stellen. Menu-optie Instellingen Pagina Formatteren [Kaart] — p.25 Formatteren [Intern geheugen] — — Bestandsnummer terugzetten — p.112 Bestandsnaam wijzigen p.111 Kennisgeving over copyright — p.113 LCD-helderheid Auto, Manual p.109 Bedieningsgeluiden Alles, Sluitergeluid. p.111 Volume-instellingen Off, Laag, Medium, Hoog...
USB-kabel aan te sluiten op de computer. U kunt ook gebruikmaken van de bijgeleverde software SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE for PENTAX RICOH IMAGING om RAW-bestanden te converteren. Uw computersysteem moet aan de hieronder genoemde eisen voldoen om de camera op de computer aan te kunnen sluiten en de bijgeleverde software te kunnen gebruiken.
Opnamen opslaan op PC Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om de camera aan te sluiten op een computer. Zet de camera uit. Open de aansluitingenklep, en sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op het USB/AV OUT-aansluitpunt op de camera en het andere uiteinde op de computer.
Zet de computer aan en plaats de bijgeleverde CD in het CD/ DVD-station op de computer. Het scherm [Software Installer] verschijnt. Klik op [SILKYPIX Developer Studio 3.0 LE for PENTAX RICOH IMAGING]. Volg bij Macintosh de scherminstructies voor de volgende stappen.
Bijlagen Problemen oplossen Foutberichten Indien een foutbericht wordt getoond, volg dan de stappen hieronder. Foutbericht Oplossing Pagina Kaart inbrengen Geen geheugenkaart geplaatst. Plaats een kaart. p.23 Stel de cameraklok in. Cameraklok niet ingesteld. Stel de cameraklok in. p.30 Overschrijding van bestands- De limiet van de bestandsnummers is overschreden.
Problemen oplossen Voeding Probleem Oorzaak Oplossing Pagina De camera kan niet Batterij is leeg of niet geplaatst. Plaats de batterij of laad batterij op. p.23 worden ingeschakeld. p.26 Batterij is niet compatibel. Gebruik een compatibele batterij. — Batterij is niet in de juiste richting ge- Plaats de batterij in de juiste richting.
Foto's nemen Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Er wordt geen foto Batterij is leeg. Laad de batterij op. p.26 gemaakt terwijl de Camera staat uit of niet in de Druk op de aan/uit-knop om de camera aan te p.28 ontspanknop wordt zetten, of druk op 6 om de opnamemodus opnamemodus.
Pagina 130
Probleem Oorzaak Oplossing Pagina De flitser verlicht het Het onderwerp is meer dan 3 meter Ga dichter naar het onderwerp toe. — onderwerp niet. verwijderd van de camera. Het onderwerp is donker. Vergroot de flitsintensiteit. p.70 De flitsintensiteit is te laag. Vergroot de flitsintensiteit.
Pagina 131
Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Kan geen foto’ s bekijken op De kaart was niet geformatteerd in de Plaats een kaart die is geformatteerd — de geheugenkaart, of het camera. in de camera en die foto’ s bevat die scherm wordt niet getoond. met de camera zijn gemaakt.
Specificaties Camera Effectief aantal pixels Circa 16,2 miljoen pixels Beeldsensor APS-C CMOS (circa 16,9 miljoen pixels in totaal) Lens Brandpuntsafstand 18,3 mm (gelijk aan 28 mm op een 35-mm-camera) Diafragma (f-getal) f/2.8 - f/16 Scherpstelbereik Circa 30 cm tot ∞ (vanaf de voorste rand van de lens) (vanaf lens) Circa 10 cm tot ∞ (Macro-opnamen, vanaf de voorste rand van de lens) Constructie 7 elementen in 5 groepen (2 asferische lenselementen met 2 oppervlakken) Scherpstelstanden...
Pagina 133
q (equivalent van 16 MB) 4928 × 3264, 4352 × 3264, 3264 × 3264 Beeldgrootte Foto’ s r (equivalent van 10 MB) 3936 × 2608, 3488 × 2608, 2608 × 2608 (pixels) s (equivalent van 5 MB) 2912 × 1936, 2592 × 1936, 1936 × 1936 u (equivalent van 1 MB) 1280 × 864, 1152 × 864, 864 × 864 Filmbestand uitsnijden 1920 × 1080, 1280 × 720, 640 × 480 Films 1920 × 1080, 1280 × 720, 640 × 480 Opnamemedia SD/SDHC-geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart, Eye-Fi-kaart (X2-serie), intern ge- heugen (circa 54 MB) Bestandsinde- Foto’...
Pagina 134
USB-netadapter AC-U1 Voeding AC 100 - 240 V (50/60 Hz), 0,2 A Uitgangsspanning DC 5,0 V, 1000 mA Bedrijfstemperatuur 10°C t/m 40°C Afmetingen (B × H × D) 42,5 mm × 22 mm × 66,5 mm (zonder stekker) Gewicht Circa 40 g (zonder stekker) Oplaadbare DB-65-batterij (Lithium-ion-batterij) Nominale spanning 3,6 V...
Opslagcapaciteit De volgende tabel geeft bij benadering voor diverse formaten een overzicht van het aantal opnamen dat kan worden gemaakt en de opnametijd (in seconden) voor het maken van opnamen in het interne geheugen en op een geheugenkaart. Formatteren Intern 1 GB 2 GB 4 GB...
Optionele accessoires Conversielens, kap en adapter Verwijder de ringkap voordat u een conversielens (GW-3) of de lenskap en adapter aansluit (GH-3). Verwijderen Zet de camera uit en draai de kap linksom totdat u deze kunt verwijderen. Bevestigen Zet de camera uit. Zorg ervoor dat de markering op de ringkap () op één lijn staat met de markering op het camerahuis (), en draai de ringkap rechtsom totdat u...
Externe flitser U kunt een optionele GF-1 TTL-flitsunit aansluiten op de flitsschoen van de camera en deze gebruiken als een TTL-flitser voor automatische belichting. Sluit de flitserklep. Verwijder de flitsschoenbeschermer Flitsschoen van de flitsschoen. Zet de camera en de optionele flitsunit uit en sluit de flitser aan op de flitsschoen van de camera.
Overige flitsunits Bevestig de flitsunit op de flitsschoen. Zet de camera aan, draai de modusknop naar Av, TAv of M, en stel het diafragma in. Stel de ISO-gevoeligheid in op een andere waarde dan [Auto] of [Auto-hoog]. Zet de externe flitser aan, stel deze in op Auto, en stel het diafragma en de ISO-gevoeligheid in op dezelfde waarde als op de camera.
Gebruik van de camera in het buitenland Gebruik van de USB-netadapter AC-U1 en batterijlader BJ-6 Deze producten zijn voor gebruik met 100–240 V en 50 of 60Hz. Koop, voordat u op reis gaat, een reisadapter voor aansluiting op het type stopcontact dat op uw bestemming wordt gebruikt.
Voorzorgsmaatregelen Camera • Dit product is gemaakt voor gebruik in het land waar het product is gemaakt, en de garantie is niet geldig in andere landen. Als het product defect raakt terwijl u in een ander land bent, dan aanvaardt de fabrikant geen verantwoordelijkheid voor reparatie ter plaatse van het product en hieraan gerelateerde kosten.
Pagina 141
• Indien de gebruikstijd van de batterij erg kort wordt, zelfs wanneer deze volledig opgeladen wordt, dan heeft de batterij het einde van zijn levensduur bereikt. Vervang de batterij dan door een nieuwe. Gebruik een vervangende batterij die wordt aanbevolen door PENTAX RICOH IMAGING. • De oplaadtijd met de AC-U1 is circa 3 uur (bij 25°C).
Anders kan de camera of de afwerking daarvan beschadigd raken. • Ga in het onwaarschijnlijke geval dat een storing optreedt naar een reparatiecentrum van PENTAX RICOH IMAGING. • De camera bevat hoogspanningscircuits. Demonteer de camera niet. • Op het scherm ontstaan gemakkelijk krassen. Voorkom daarom dat u het scherm in contact brengt met harde voorwerpen.
De verzendkosten zijn voor rekening van de eigenaar. Indien uw PENTAX RICOH IMAGING-apparaat gekocht is in een ander land dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten verrichten, kunnen de normale kosten in rekening worden gebracht door de vertegenwoordigers van de fabrikant in dat land.