Opnamen maken
Probleem
Er kunnen geen
opnamen worden
gemaakt door op
z te drukken.
Opnamen kunnen
niet worden gecon-
7
troleerd nadat deze
zijn gemaakt.
De monitor is leeg.
De camera kan niet
scherp stellen in de
autofocusstand.
142
Oorzaak
De batterij is leeg.
De camera wordt uitgeschakeld
of staat niet in de opna-
mestand.
De geheugenkaart is niet
geformatteerd.
De geheugenkaart is vol.
De geheugenkaart heeft het
einde van zijn levensduur
bereikt.
De geheugenkaart is
vergrendeld.
De contacten van de geheu-
genkaart zijn vuil.
De bevestigingstijd is te kort.
De helderheid van de monitor
is donker.
De monitor is uit.
Er is een audiovisueel apparaat
aangesloten op de camera.
De lens is vuil.
Het onderwerp bevindt zich
niet in het midden van het
kader.
Het onderwerp is niet geschikt
voor autofocus.
Het onderwerp is te dichtbij.
Oplossing
Laad de batterij op.
Schakel de camera in of druk op
z om de camera in de
opnamestand te zetten.
Voer [Formatteren] uit in menu
E1.
Plaats een nieuwe kaart of verwij-
der niet-benodigde bestanden.
Plaats een nieuwe geheugenkaart.
Ontgrendel de kaart.
Maak deze schoon met een zachte,
droge doek.
Wijzig de instelling van [Weerga-
vetijd] van [Momentcontrole] in
menu D3.
Wijzig de helderheid van de
monitor in menu E3.
Druk op j om de monitor in te
schakelen.
Verwijder de kabel uit de camera.
Maak deze schoon met een zachte,
droge doek.
Vergrendel de scherpstelling om
opnamen te maken.
Vergrendel de scherpstelling of zet
de scherpstelstand op [MF] voor
het maken van opnamen.
Gebruik de macrostand of maak
de afstand tussen uzelf en het
onderwerp groter.
Pagina
p. 38
p. 40
p. 42
p. 96
—
—
—
p. 127
p. 128
p. 20
p. 95
—
—
p. 60
p. 61