Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Het serienummer vindt u aan de onderzijde van de camera. Voordat u begint Lees dit gedeelte voordat u de camera in gebruik neemt. Hierin worden de namen van de onderdelen beschreven en leest u hoe u de camera voorbereidt op gebruik.
Stekker Gebruiksaanwijzing (deze handleiding) Gebruikersregistratie Bedankt dat u hebt gekozen voor een product van RICOH IMAGING. Wij streven naar een optimale klantenondersteuning en de beste service voor het product dat u hebt gekocht. Daarom vragen wij u uzelf te registreren als gebruiker.
Over de draadloze LAN-functie • Gebruik de camera niet op een plaats waar magnetische velden en elektromagnetische golven worden geproduceerd door elektrische producten, audiovisuele apparatuur, kantoorapparatuur, etc. • De camera kan mogelijk niet communiceren als deze blootstaat aan magnetische velden en elektromagnetische golven.
Pagina 5
AVC Patent Portfolio License Dit product is in licentie gegeven onder de AVC-patentportfoliolicentie voor privégebruik door een consument en andere vormen van gebruik zonder vergoeding met het oog op (i) het coderen van video in overeenstemming met de AVC-norm (“AVC-video”) en/of (ii) het decoderen van AVC-video die werd gecodeerd door een consument in een privéactiviteit en/of werd verkregen via een videoleverancier die een licentie heeft om AVC-video te leveren.
Veiligheidsmaatregelen Waarschuwingssymbolen In deze gebruiksaanwijzing en op het product worden diverse symbolen gebruikt om te voorkomen dat u of anderen lichamelijk letsel oplopen of eigendommen beschadigd raken. De symbolen en de betekenis daarvan worden hieronder beschreven. Dit symbool duidt op situaties die onmiddellijk kunnen leiden Gevaar tot de dood of ernstig letsel als de aanwijzingen worden genegeerd of onjuist wordt gehandeld.
Pagina 7
Sluit tussen de positieve (+) en negatieve (-) polen van de batterij geen kabel of ander metalen onderdeel aan. Draag of bewaar de batterij niet in combinatie met metalen objecten zoals ballpoints en halskettingen. Laad de batterij niet op met een oplader van een andere fabrikant. Gebruik de batterij alleen met camera’s die compatibel zijn met de DB-65.
Pagina 8
Voer de voorzorgsmaatregelen hieronder uit om te voorkomen dat de batterij lekt, oververhit raakt, ontbrandt of explodeert. • Gebruik alleen batterijen die specifiek voor de apparatuur zijn voorgeschreven. • Draag of bewaar de batterij niet samen met metalen voorwerpen zoals ballpoints, halskettingen, munten, haarspelden, etc.
Pagina 9
Beschadig of verander netsnoeren niet. Bundel netsnoeren niet samen. Plaats op netsnoeren geen zware voorwerpen, trek netsnoeren niet strak en verbuig netsnoeren niet. Anders kunnen netsnoeren beschadigd raken of bestaat het risico op brand of elektrische schokken. Zorg ervoor dat uw handen niet nat zijn als u de stekker in het stopcontact steekt of uit het stopcontact verwijdert.
Pagina 10
Laat de camera niet nat worden. Bedien de camera niet met natte handen. Beide situaties kunnen leiden tot een elektrische schok. Gebruik de flitser niet gericht op bestuurders van voertuigen, omdat de bestuurder hierdoor de controle over het voertuig kan verliezen en een ongeluk kan veroorzaken.
Inhoudsopgave Inleiding ........................1 Inhoudsopgave ......................9 Voordat u begint Onderdelen van de camera ................. 14 Kiezers en schakelaar gebruiken ............... 16 Scherm ........................18 Voorbereidingen ..................... 23 Eerste stappen Elementaire opnamefuncties ................32 Opnamen maken met automatische instellingen ........32 Zelfontspanner ......................34 Horizontale stand en helling van camera controleren ........36 Opnamen weergeven ....................
Pagina 12
Opnamen maken en samenvoegen (Opname met meerv. belichting) ..............74 Automatisch opnamen maken met een ingesteld interval (Intervalopname) ....................76 Sporen van vallende sterren opnemen (Intervalcompositie) .....................77 Werken met de flitser .................... 79 De flitsmodus instellen ...................79 De intensiteit van de flitser instellen ..............81 De flitsintensiteit instellen voor handmatige flits .........82 De timing voor activering van de flitser instellen .........82 Opnamen maken met een unieke sfeer ............
Pagina 13
Camera-instellingen wijzigen De camera aanpassen ..................114 Opname-instellingen toewijzen (Mijn instellingen) ........114 Opnamen maken in de modus Mijn instellingen ........117 “Mijn instellingen” bewerken ................118 Functies toewijzen aan de ADJ.-schakelaar ...........120 Functies toewijzen aan de knoppen Fn1, Fn2 en Effect ......122 Andere instellingen wijzigen ................124 De helderheid van het scherm wijzigen ............124 De informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus ..................125...
Pagina 14
Behandeling en opslag van de camera ............173 Garantiebepalingen .....................174 Index ..........................176...
Voordat u begint In dit deel worden de namen van de onderdelen beschreven en leest u hoe u de camera voorbereidt op gebruik. Onderdelen van de camera ..14 Kiezers en schakelaar gebruiken ........16 Scherm ..........18 Voorbereidingen ......23...
Kiezers en schakelaar gebruiken Moduskiezer U kunt een andere opnamemodus kiezen met de moduskiezer. Druk op de ontgrendelingsknop van de moduskiezer (1) en draai tegelijkertijd aan de moduskiezer (2). Av: Prioriteit diafragma (p.42) Tv: Prioriteit sluitertijd (p.42) Stelt u in staat het diafragma handmatig in te stellen. De camera stelt automatisch de sluitertijd in.
Op/neer-kiezer en ADJ.-schakelaar Gebruik de op/neer-kiezer en de ADJ.- Op/neer-kiezer schakelaar in plaats van !"#$ en om de belichting in te stellen. (p.43) ADJ.-schakelaar Bediening Beschrijving Naar links of rechts Wordt gebruikt in plaats van !". Op/neer-kiezer draaien Wijzigt de diafragmawaarde en sluitertijd. Naar links of rechts Wordt gebruikt in plaats van #$.
Pagina 21
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Het maximale aantal dat kan worden weergegeven voor het aantal resterende opnamen dat nog kan worden opgeslagen, is “9999”. Weergavescherm 5 6 7 12 13 14 Fotomodus Filmmodus Mapnummer-Bestandsnummer .....126 Datum van opname 10 Overbelichting ..........22 Huidig bestand/Totaal aantal bestanden 11 Diafragmawaarde ........43 Wi-Fi-verbinding ........20 12 ISO-gevoeligheid ........49...
Niveau-aanduiding batterij Pictogram Status Batterij is volledig geladen. Batterij is gedeeltelijk geladen. Het verdient aanbeveling de batterij op te laden. Batterij bijna leeg. Laad de batterij op. Wi-Fi-verbinding Bij gebruik van een Wi-Fi-verbinding (p.132) wordt op de schermen van de opnamemodus en weergavemodus de status van de verbinding weergegeven.
De schermweergave wijzigen Opnamemodus Selecteer een van de volgende weergaven in de opnamemodus. Informatieweergave Raster Niveau-aanduiding Histogram Grafische weergave Informatieweergave Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • U kunt onder [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] instellen welke informatie wordt weergegeven telkens wanneer de DISP.-knop wordt ingedrukt. (p.125) •...
Pagina 24
Weergavemodus Gedetailleerde informatieweergave Normale weergave Weergave zonder Overbelichting indicaties Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Tussen de pagina’s van de gedetailleerde informatieweergave kan worden gewisseld met !". • Indien [Overbelichting] in het menu [Instelling] is ingesteld op [Aan], dan knipperen de witte verzadigingsgebieden van de opname in het overbelichtingsgebied in zwart. Als deze optie ingesteld is op [Uit] (standaardinstelling), dan wordt de overbelichting niet getoond.
Voorbereidingen Maak de camera gereed voor gebruik. De batterij en een geheugenkaart plaatsen Zet de camera uit voordat u de batterij en geheugenkaart plaatst of verwijdert. Met deze camera kunt u gebruikmaken van SD-geheugenkaarten, SDHC- geheugenkaarten en SDXC-geheugenkaarten. “Geheugenkaart” heeft in deze handleiding betrekking op deze geheugenkaarten.
Gegevensopslaglocatie Foto's en films die u met deze camera maakt, worden opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart. Als er in de camera geen geheugenkaart aanwezig is, worden foto's en films opgeslagen in het interne geheugen. Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- •...
De batterij opladen Laad vóór gebruik de oplaadbare batterij (DB-65) op met gebruik van de bijgeleverde USB-kabel en USB-netadapter (AC-U1) met bijgeleverde stekker. Steek de stekker in de USB- netadapter. Steek de stekker zover naar binnen totdat u een klik hoort. Open het klepje van de aansluitpunten en sluit de USB- kabel aan op het USB/AV OUT-...
Pagina 28
Opslagcapaciteit -------------------------------------------------------------------------------------------- • Nadat de batterij volledig is opgeladen, kunnen circa 320 opnamen worden gemaakt. • Dit is gebaseerd op tests die zijn uitgevoerd volgens CIPA-normen onder de volgende omstandigheden: Bij een temperatuur van 23°C; het scherm is ingeschakeld; om de 30 seconden wordt een foto genomen;...
De camera aan- en uitzetten Druk op de aan/uit-knop om de camera aan te zetten. Het voedingslampje gaat branden en de autofocus/flitslamp knippert vervolgens gedurende enkele seconden. Als u de aan/uit-knop opnieuw indrukt, wordt de camera uitgeschakeld. De camera inschakelen in de weergavemodus Als u bij een uitgeschakelde camera op 6 drukt en deze knop ingedrukt houdt, dan wordt de camera ingeschakeld in de...
Pagina 30
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • U kunt besparen op batterijstroom in het menu [Instelling] met de volgende functies. Wanneer de instelling wordt Bediening uitgeschakeld De camera wordt automatisch uitgeschakeld • Tijdens het opnemen van films als er gedurende de ingestelde tijd geen •...
De datum en tijd instellen Wanneer de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld, verschijnt het scherm [Datuminstellingen]. Stel het jaar, de maand, de dag, het uur, de minuut en de datumnotatie in. Druk op #$ om een item te selecteren en druk op !"...
Eerste stappen Lees dit gedeelte voordat u de camera voor de eerste keer in gebruik neemt. Elementaire opnamefuncties ..32 Opnamen weergeven ....38 Gebruik van het menu ....39...
Elementaire opnamefuncties U bent nu gereed. Opnamen maken met automatische instellingen Zet de moduskiezer op 5. Draai aan de moduskiezer terwijl u de ontgrendelingsknop van de moduskiezer ingedrukt houdt. Als u de flitser wilt gebruiken, schuif de FOPEN-schakelaar dan naar beneden.
Pagina 35
Scherpstelling ----------------------------------------------------------------------------------------------- Autofocus/flitslamp • De autofocus/flitslamp en de kaderkleur laten zien of het onderwerp al dan niet scherp is gesteld. Scherpstellingskader Status van de scherpstelling Kaderkleur Autofocus/flitslamp Voordat wordt scherp gesteld Onderwerp scherp gesteld Groen Groen (aan) Camera kan niet scherp stellen Rood (knippert) Groen (knippert) 1 De kaderkleur is blauw wanneer een gezicht wordt gedetecteerd in de modus 5 of wanneer [Effect] is ingesteld op [Portret].
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • In de modus 5 worden foto’s gemaakt met de volgende instellingen. • ISO-instelling [Auto-hoog] • Ruisonderdrukking [Auto] • Belichtingsmeting [Meervoudig] • Scherpstelling “Prioriteit gezichtsdetectie AF” • Auto Macro • Witbalans [Multi-P AUTO] • Flitser [Auto] De instellingen kunnen voor de bovengenoemde functies niet worden gewijzigd. •...
Pagina 37
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Ook na het maken van de opname blijft de camera in de zelfontspannerstand. Selecteer [Zelfontsp. uit] bij stap 2 als u de zelfontspanner wilt annuleren. • Het AF hulplicht gaat niet branden wanneer de zelfontspanner is ingesteld op [Zelfontsp. 2 sec]. •...
Horizontale stand en helling van camera controleren Deze camera is uitgerust met een ingebouwde niveau-aanduiding die kan worden gebruikt om op het scherm de vlakke (horizontale) stand en helling van de camera te controleren. U kunt het horizontale niveau en de helling controleren in de voorwaartse-achterwaartse richting.
Pagina 39
Groen Geel Wanneer waterpas Wanneer naar rechts gekanteld Geel Rood Wanneer naar voren Wanneer te ver gekanteld of gekanteld wanneer de kanteling niet kan worden bepaald Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De aanduidingen worden alleen getoond wanneer [Niveau-aanduiding] ingesteld is op [Aan] bij [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] (p.125) •...
Opnamen weergeven Opnamen kunnen worden bekeken op het scherm. Druk op 6. De camera gaat naar de weergavemodus en de laatst gemaakte opname wordt getoond. Bekijk de opnamen. U kunt de volgende bedieningshandelingen verrichten. #-knop Toont de vorige opname. Druk op # en houd deze knop ingedrukt Speelt snel achteruit af.
Gebruik van het menu Druk op MENU/OK. Het menu verschijnt. Welk menu het eerst wordt weergegeven hangt af van de modus wanneer de knop wordt ingedrukt. Als u een ander menu wilt weergeven, druk dan op #, gebruik daarna !" om een tab te selecteren en druk vervolgens op $.
Geavanceerde bedienings- handelingen Lees dit gedeelte als u meer wilt weten over de verschillende camerafuncties. 1 Diverse opnamefuncties..42 2 Weergavefuncties ....95 3 Camera-instellingen wijzigen ........114 4 Gebruikmaken van opnamen ......130 5 Menu’s ........145 6 Bijlagen ........155...
Diverse opnamefuncties Selecteer een opnamemodus die in overeenstemming is met de scène. Modus Doel Pagina Voor gemakkelijk opnamen maken p.32 P/Av/Tv/TAv/M Voor het maken van opnamen met een ingestelde diafragmawaarde p.42 en sluitertijd Voor het opnemen van films p.92 MY1/MY2/MY3 Voor het maken van opnamen met uw favoriete instellingen p.117 Opnamen maken met een ingestelde...
Zet de moduskiezer op P/Av/Tv/ TAv/M. symbool voor geselecteerde opnamemodus en de ingestelde waarde worden getoond op het opnamescherm. In de M-stand wordt de belichtingsindicator getoond. Draai aan de op/neer-kiezer of druk de ADJ.-schakelaar naar links of rechts om een waarde te wijzigen. De volgende waarden worden gewijzigd.
Pagina 46
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • U kunt aan de op/neer-kiezer en de ADJ.-schakelaar voor gebruik tijdens de TAv-stand en M-stand een andere functie toewijzen bij [M/Tav-knop instellen] in het menu [Belangrijke opties]. • U kunt instellen of de belichting automatisch wordt ingesteld wanneer de juiste belichting niet kan worden verkregen voor de diafragmawaarde en sluitertijd die is ingesteld in de Av-, Tv- en TAv-stand in het menu [Foto's nemen].
Pagina 48
Bulb/Tijd ------------------------------------------------------------------------------------------------------ • U kunt kiezen tussen B (Bulb) en T (Tijd) voor de sluitertijd in de M-stand. Sluitertijd Werking De opname blijft belicht terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt. De belichting eindigt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten. De belichting begint wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. De belichting eindigt wanneer de ontspanknop opnieuw wordt ingedrukt.
Pagina 49
Ruisonderdr. lange sluitertijd ---------------------------------------------------------------------------- • Gebruik van een lange sluitertijd resulteert in een opname met ruis. Wanneer [Ruisonderdr. lange sluitertijd] in het menu [Foto’s nemen] is ingesteld op [Aan], dan wordt de verwerking van ruisonderdrukking uitgevoerd afhankelijk van de combinatie van de instellingen van de ISO-gevoeligheid en sluitertijd.
Gebruik van belichtingscompensatie Stel een waarde in met gebruik van de knop X/Y. Instelling is mogelijk tussen –4.0 EV en +4.0 EV (tussen –2.0 EV en +2.0 EV in de modus 3). U kunt ook opnamen maken terwijl het scherm [Belichtingscompensatie] wordt weergegeven.
De ISO-gevoeligheid instellen Stel de ISO-gevoeligheid in bij [ISO/ruisonderdr.] in het menu [Foto's nemen]. Bij gebruik van ISO 100 t/m ISO 800 stelt de camera automatisch de Auto gevoeligheid in op basis van de helderheid, de afstand tot het onderwerp, macro-instellingen en de indeling.
Ruis onderdrukken U kunt voor foto’s de hoeveelheid ruis verminderen. Selecteer in het menu [Foto's nemen] de optie [ISO/ruisonderdr.] en druk vervolgens op $. Het scherm [ISO/ruisonderdrukking] verschijnt. Druk op !" om [Ruisonderdrukking] te selecteren en druk vervolgens op $. Druk op !"...
Compensatie dynamisch bereik Met [Compensatie dynamisch bereik] in het menu [Foto's nemen] kunt u de gradatie van een opname zo uitbreiden dat de heldere en donkere gedeelten van een opname duidelijk zichtbaar zijn. U kunt kiezen tussen [Uit], [Auto], [Zwak], [Medium] en [Sterk]. Er verschijnt een symbool op het scherm wanneer de compensatie van het dynamisch bereik is ingesteld.
Een belichtingsmetingsmethode selecteren Stel de belichtingsmetingsmethode in bij [Belichtingsmeting] in het menu [Foto's nemen]. Meervoudig De camera meet de belichting in 484 gebieden van het kader. (Standaardinstelling) Het gehele beeld wordt gemeten, met nadruk op het midden, om de belichtingswaarde te bepalen.
Gebruik van het ND-filter In het menu [Foto’s nemen] kunt u bij [ND-filter] instellen of u al dan niet altijd gebruik wilt maken van het interne ND-filter in de camera. Het ND-filter wordt niet gebruikt. Het ND-filter wordt gebruikt wanneer de belichting buiten het gekoppelde bereik is. Het ND- Auto filter wordt ook gebruikt indien een pictogram wordt getoond op het opnamescherm wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt.
Een afbeeldingsindeling instellen Met [Afbeeldingsindeling] in het menu [Foto's nemen] kunt u de indeling, grootte en beeldverhouding voor foto's instellen. o: Maakt een RAW-opname met de grootte q (DNG-indeling). Indeling/grootte p: Maakt een RAW-opname gelijktijdig met een JPEG-opname met de grootte q: 16M (3:2) r: 10M (3:2) s: 5M (3:2)
Pagina 57
Bijsnijden ------------------------------------------------------------------------------------------------------- • Indien [Bijsnijden] in het menu [Foto's nemen] is ingesteld op [35 mm] of [47 mm], dan wordt de equivalente 35 mm- beeldhoek gewijzigd van standaard 28 mm in 35 mm of 47 mm, en wordt ook de opnameweergave gewijzigd. •...
Scherp stellen Een scherpstellingsmethode selecteren Stel de scherpstellingsmethode in bij [Focus] in het menu [Foto's nemen]. Meet de afstand vanaf 9 AF-gebieden en stelt scherp op het dichtstbijzijnde AF-gebied. Dit voorkomt dat het midden van het scherm niet scherp Meervoudige AF is en stelt u in staat opnamen te maken met een minimaal aantal onscherpe foto’s.
Pagina 59
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De scherpstellingssnelheid van de autofocus kan worden geselecteerd. U kunt kiezen tussen [Normaal] en [Snel] bij [AF-stand] in het menu [Instelling]. Indien u [Snel] selecteert, wordt de scherpstellingssnelheid van de autofocus snel. De beeldweergave wordt tijdens het uitvoeren van autofocus echter uitgeschakeld.
Handmatig scherp stellen (Handmatige scherpstelling) Indien de camera niet in staat is om automatisch scherp te stellen, kunt u automatisch scherp stellen. Met handmatige scherpstelling kunnen op een vaste afstand opnamen worden gemaakt. Selecteer [MF] bij [Focus] in het menu [Foto's nemen]. Op het opnamescherm verschijnen het symbool en de scherpstellingsbalk.
Close-ups maken (Macrostand) U kunt het onderwerp benaderen tot op 10 cm (opnamebereik: circa 12 x 8 cm) vanaf de voorzijde van de lens om opnamen te maken. Druk op N (!) in de opnamemodus. Op het opnamescherm verschijnt N. Maak de opname. Druk nogmaals op N als u de macrostand wilt annuleren.
Gebruik van de AF-knop Wanneer de AF-knop wordt gebruikt, zijn AE-vergrendeling of AF- vergrendeling beschikbaar in plaats van dat u de ontspanknop half indrukt. U kunt de AF-functiekiezer gebruiken om de AF-functie, functie van de AF-knop te kiezen. keuzeschakelaar AF-knop Wanneer de AF-functiekiezer is ingesteld op AEL/AFL De werking van de AF-knop kan worden geselecteerd.
Pagina 63
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • In het menu [Belangrijke opties] kunt u bij [AEL/AFL-vergrendeling houden] instellen of u de vergrendeling al dan niet wilt behouden nadat u de AF-knop hebt losgelaten. Vergrendelt de scherpstelling alleen terwijl de knop is ingedrukt. Vergrendelt de scherpstelling wanneer de knop wordt ingedrukt en annuleert de scherpstelling wanneer opnieuw op de knop wordt gedrukt.
Wanneer de AF-functiekiezer is ingesteld op C-AF Als de AF-knop wordt ingedrukt, is “Continu AF” actief, waarbij continu wordt scherp gesteld op het onderwerp, ongeacht de instelling bij [Focus]. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Er verschijnt een groen kader wanneer de camera klaar is met scherpstelling. Het geluid van de scherpstelling wordt niet weergegeven.
Focusondersteuning en AE/AF-doel instellen Zonder de camera te bewegen kunt u met gebruik van alleen knoppen een specifiek punt op het onderwerp meten, en de scherpstellingsvergrendeling activeren. Deze functie is handig als u opnamen maakt op een statief. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [FA/doel verplaatsen] en druk vervolgens op $.
Pagina 66
Druk op de Fn2-knop voor gedetailleerde instellingen. De volgende instellingen zijn beschikbaar. Instelling doelverplaatsing Specificeert het doel dat moet worden verplaatst. U kunt hierbij kiezen tussen [AE·AF], [AF] en [AE] (tussen [AE·MF], [MF] en [AE] wanneer [Focus] is ingesteld op [MF]). Focusondersteuning inst.
Pagina 67
Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • [FA/doel verplaatsen] kan niet worden ingesteld in de volgende gevallen. • In de modus 5 en 3 • Wanneer de scherpstelling is ingesteld op [Onderw. Volgen] • [M-modus op knopdruk] is niet beschikbaar wanneer [Vergroting instellen] is ingesteld op [Alles vergroten].
Opnamen maken met één druk op de ontspanknop (Opname bij vol. indrukken) Als u de ontspanknop half indrukt, wordt AF geactiveerd. Als u de ontspanknop echter in zijn geheel indrukt, wordt snel een opname gemaakt met de ingestelde brandpuntsafstand. Deze functie wordt “Opname bij volledig indrukken”...
De witbalans instellen Wijzig de witbalans zodanig dat witte onderwerpen er onder elk type verlichting wit uitzien. Indien de witbalans anders is dan u had verwacht bij het maken van een opname van één enkele kleur of bij het maken van opnamen onder meerdere lichtbronnen, dan kunt u de instelling wijzigen.
Pagina 70
Wordt gebruikt bij warm wit neonlicht. Warm wit fl. Versterkt de kleur van de lichtbron om de kleur van het onderwerp te behouden. Gebruik deze instelling als u de kleur wilt benadrukken die wordt gebruikt voor het grootste deel van de opname. Specificeert de kleurtemperatuur.
Pagina 71
Druk op MENU/OK. Het opnamescherm verschijnt opnieuw en het symbool wordt getoond op het scherm. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De instellingen kunnen ook worden verricht bij [Witbalans] in het menu [Foto’s nemen]. • [Multi-P AUTO] werkt als [Auto] in de volgende gevallen. •...
De kleurtemperatuur instellen Selecteer [CT] bij stap 2 op p.68 en druk vervolgens op de Fn2-knop. Het scherm [Witbalans gedetailleerd instellen [CT]] verschijnt. Druk op !" om een waarde in te stellen. U kunt waarden van 2500 K t/m 10000 K instellen.
Continu-opnamen maken Voor continu-opnamen zijn de volgende functies beschikbaar. p.72 Continue modus Er worden foto’s gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. p.73 Auto groepering Er worden drie opnamen gemaakt met wisselende instellingen voor belichting, witbalans, effect, dynamisch bereik of contrast. Opname met meerv.
Continu-opnamen maken Stel [Continue modus] in het menu [Foto's nemen] in op [Continue] om continu-opnamen te maken. Er worden opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. De autofocus wordt vast ingesteld bij het eerste beeldje. Het symbool verschijnt op het scherm wanneer [Continue] is geselecteerd.
Continu-opnamen maken met verschillende instellingen (Auto groepering) Met de instellingen van [Auto groepering] in het menu [Foto’s nemen] worden drie opnamen gemaakt met verschillende waarden voor belichting, witbalans, etc. Maakt drie opnamen met verschillende belichtingen in stappen van 1/3 EV of 1/2 EV tussen -2.0 EV en +2.0 EV.
Continu-opnamen maken met verschillende belichtingswaarden Selecteer in het menu [Foto’s nemen] onder [Auto groepering] de optie [AE-BKT 1/3EV] of [AE-BKT 1/2EV] en druk vervolgens op $. Het scherm [Instellingen AE-groepering] verschijnt. Druk op #$ om te kiezen vanaf de eerste t/m de derde opname en druk vervolgens op !"...
Pagina 77
[Uit]: Stelt de belichtingswaarde niet in. Autom. belichting [Aan]: Voegt opnamen samen terwijl de belichtingswaarde wordt ingesteld, afhankelijk van het aantal opnamen. [Uit]: slaat alleen de uiteindelijke samengevoegde opname op. Elke afb. Opslaan [Aan]: slaat elke niet-samengevoegde opname op. [Uit]: slaat alleen de uiteindelijke samengevoegde opname op. In proces opsl.
Automatisch opnamen maken met een ingesteld interval (Intervalopname) De camera maakt automatisch opnamen met een vast interval. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Intervalopname] en druk vervolgens op $. Het scherm [Intervalopname] verschijnt. Druk op #$ om minuten/seconden te selecteren en druk vervolgens op !"...
Sporen van vallende sterren opnemen (Intervalcompositie) Voegt een reeks continu-opnamen samen die zijn gemaakt met een vast interval, zodanig dat de heldere gebieden overblijven. Gebruik deze optie als u opnamen wilt maken van de lichtsporen die worden gevormd door sterren of de maan door in nachtlandschappen opnamen te maken vanaf een vaste positie.
Pagina 80
Druk de ontspanknop volledig in. De eerste opname wordt gemaakt, en met het ingestelde interval worden continu extra opnamen gemaakt. Druk de ontspanknop half in als u de opnamen wilt controleren die worden samengevoegd. Indien u de ontspanknop volledig indrukt, worden de opnamen die tot dat moment zijn samengevoegd, in die hoedanigheid opgeslagen, en het maken van opnamen met intervalcompositie gaat verder met een nieuwe opname.
Werken met de flitser De flitsmodus instellen De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp slecht of op de achtergrond verlicht wordt. (Standaardinstelling) Auto De flitser gaat altijd af. Flits aan De flitser gaat af met vertraagde sluitertijd. Gebruik deze optie als u nachtopnamen maakt waarin mensen voorkomen.
Pagina 82
Druk op F ($). Het scherm met instellingen voor de flitsmodus verschijnt. Druk op #$ als u een andere flitsmodus wilt kiezen. Het symbool wordt getoond op het opnamescherm. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Indien de ISO-gevoeligheid ingesteld is op [Auto], dan heeft het licht vanaf de flitser een bereik tussen circa 20 cm en 3 meter vanaf de voorste rand van de lens.
De intensiteit van de flitser instellen De intensiteit van de flitser kan worden ingesteld. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Flitsbelichtingscompensatie] en druk vervolgens op $. Het scherm [Flitsbelichtingscompensatie] verschijnt. Druk op X/Y om een waarde in te stellen. U kunt de intensiteit instellen tussen –2.0 EV en +2.0 EV in stappen van 1/3 EV.
De flitsintensiteit instellen voor handmatige flits De intensiteit van de interne flits kan worden ingesteld voor wanneer de flitsmodus is ingesteld op [Handmatige flits]. Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Sterkte handmatige flits] en druk vervolgens op $. Druk op !"...
Opnamen maken met een unieke sfeer Maakt opnamen met gevarieerde kleurverzadiging en contrast. Effect De instellingen zoals kleurtoon kunnen worden gewijzigd om aansprekende opnamen te maken. Maakt een opname in zwart-wit. De opties [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] kunnen worden ingesteld. Zwartwit Voegt een tint toe aan opnamen in zwart-wit.
Pagina 86
Maakt opnamen met een heldere sfeer. De optie [Kleurverzadiging] kan worden ingesteld. High key Maakt opnamen die zijn afgewerkt als een schilderij met verbeterd fijn contrast. De opties [Tooneffect], [Kleurverzadiging] en [Vignettering] kunnen worden ingesteld. HDR-toon Maakt opnamen met een verbeterde textuur van het onderwerp en verbeterde details van het onderwerp.
Pagina 87
Selecteer in het menu [Foto’s nemen] de optie [Effect] en druk vervolgens op $. Druk op !" om de instelling te selecteren. Druk op de Fn2-knop. Druk op !" om het item te selecteren en druk vervolgens op #$ om de waarde in te stellen. Druk tweemaal op MENU/OK.
Pagina 88
Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • De [Afbeeldingsinstellingen] zijn niet van toepassing als u [Effect] selecteert. • [Vignettering] kan niet worden ingesteld in de modus 3. • De optie [Vignettering] is niet van toepassing als [Intervalcompositie] is geselecteerd in het menu [Foto's nemen]. •...
Opnamen maken met miniaturisatie Maakt opnamen alsof deze close-ups van een miniatuur zijn. Deze modus is handig als u opnamen maakt vanaf een hoog uitzichtpunt terwijl u in een diagonale hoek naar beneden kijkt. Selecteer [Miniaturisatie] bij [Effect] in het menu [Foto's nemen]. Druk op de Fn2-knop als u instellingen zoals [Tooneffect] wilt wijzigen.
Afbeeldingsinstellingen Maakt opnamen met ingesteld(e) kleurverzadiging, contrast, scherpte en vignettering. Stelt het contrast, de scherpte en kleurverzadiging hoger in dan [Standaard] voor een robuuste beeldkwaliteit. Levendig Maakt opnamen met een normale beeldkwaliteit. Standaard De opties [Kleurverzadiging], [Contrast], [Scherpte] en [Vignettering] kunnen worden ingesteld.
Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • Instellingen van [Afbeeldingsinstellingen] worden niet toegepast op RAW-opnamen. • De optie [Vignettering] is niet van toepassing als [Intervalcompositie] is geselecteerd in het menu [Foto's nemen]. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • In het menu [Belangrijke opties] kan [Afbeeldingsinstellingen] voor gebruik worden toegewezen aan de ADJ.-schakelaar en de knoppen Fn1, Fn2 en Effect.
Overige opnamefuncties De datum toevoegen aan foto’s Als [Datum] of [Datum en tijd] is geselecteerd bij [Datum afdruk] in het menu [Foto’s nemen], dan wordt de datum (jaar/maand/dag) of de datum en tijd (jaar/maand/dag uur:minuut) afgedrukt in de rechterbenedenhoek van foto’s. symbool wordt getoond...
Films opnemen U kunt films met geluid opnemen. Films worden opgeslagen als MOV-bestanden. De filmindeling instellen Zet de moduskiezer op 3. De modus 3 wordt geactiveerd. Druk op MENU/OK. Het menu [Foto's nemen] van modus 3 verschijnt. Selecteer [Filmindeling] en druk vervolgens op $. Druk op !"#$ om [Afbeeldingsgrootte] of [Beeldsnelheid] te selecteren.
Films opnemen Zet de moduskiezer op 3. Druk op de ontspanknop. Het opnemen van de film begint. Tijdens het opnemen worden de indicator “REC”, de opnametijd en de resterende tijd getoond. Druk de ontspanknop opnieuw in. Het opnemen wordt gestopt. Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- •...
Films afspelen Druk op 6. De weergavemodus wordt geactiveerd. Druk op #$ om een film te selecteren. Films worden aangeduid met het pictogram Het eerste beeldje van de film wordt weergegeven als een foto. Druk op !. De weergave begint. Op het scherm worden een voortgangs- indicator en de verstreken tijd getoond.
Films uitsnijden De delen aan het begin of eind van een film die niet nodig zijn, kunt u wissen, en de overblijvende film kan worden opgeslagen als een nieuw bestand. Zet de betreffende film in de weergavemodus en druk vervolgens op MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt.
Weergavefuncties Opnamen tonen in de miniaturenweergave Door tijdens de weergavemodus op 8 (X)/9 (Y) te drukken, worden meerdere opnamen als miniaturen weergegeven. Weergave Weergave van 20 beeldjes van 81 beeldjes U kunt in de miniaturenweergave de volgende bedieningshandelingen verrichten. !"#$ Selecteert een opname.
Opnamen vergroot weergeven U kunt foto’s vergroot weergeven. U kunt in de enkelbeeldweergave de volgende bedieningshandelingen verrichten. Vergroot de opname. 8 (X)/ Op/neer-kiezer naar rechts 9 (Y)/ In vergrote weergave: verkleint de opname. Op/neer-kiezer naar links !"#$ In vergrote weergave: verplaatst het vergrote gebied. De opname wordt vergroot tot de vergroting (4×, 8×...
Bestanden organiseren Bestanden wissen Eén bestand wissen Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt wissen. Druk op D. Druk op !" om [Een verw.] te selecteren. U kunt een andere opname kiezen met de #$. Voor opnamen die zijn gemaakt met p kunnen [RAW+JPEG wiss.], [JPEG wissen] en [RAW wissen] worden geselecteerd.
Selecteer [Sel. indiv.] of [Sel. Ber.] (reeks) en druk vervolgens op MENU/OK. Druk op !"#$ om opnamen te selecteren en druk vervolgens op MENU/OK. Het prullenbaksymbool wordt weergegeven in de linkeronderhoek van de miniatuur. Als u [Sel. Ber.] hebt geselecteerd, selecteer dan de opname die het startpunt van de reeks is.
Bescherming instellen U kunt opnamen beschermen om te voorkomen dat deze per abuis worden gewist. Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • Als u in het menu [Instelling] de optie [Formatteren] selecteert, dan worden beschermde opnamen ook gewist. Bescherming instellen voor één bestand Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt beschermen en druk vervolgens op MENU/OK.
Tegelijkertijd bescherming instellen voor meerdere bestanden Selecteer [Beschermen] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op $. Ga bij een weergave van 20 of 81 opnamen verder met stap 3. Selecteer [Select. meer.] en druk vervolgens op MENU/OK. Selecteer [Sel. indiv.] of [Sel. Ber.] (reeks) en druk vervolgens op MENU/OK.
Foto's en films in het interne geheugen kopiëren naar een geheugenkaart U kunt de foto’s en films die zijn opgeslagen in het interne geheugen, kopiëren naar een geheugenkaart. Plaats een geheugenkaart. Selecteer in het menu [Afspelen] de optie [Van kaart naar intern geh.
Opnamen corrigeren en verwerken U kunt gemaakte opnamen corrigeren en verwerken en deze vervolgens opslaan als nieuwe opnamen. Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • Correctie en verwerking is alleen mogelijk met JPEG-opnamen die zijn gemaakt met deze camera. RAW-bestanden, films en foto’s die zijn gemaakt van films, kunt u niet corrigeren en verwerken. •...
Druk op MENU/OK. De bijgesneden opname wordt als een nieuw bestand opgeslagen. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De beeldgrootte na het bijsnijden verschilt afhankelijk van de originele opname en de grootte van het bijsnijkader. Scheve opnamen corrigeren U kunt opnamen corrigeren die in een hoek zijn gemaakt van rechthoekige objecten zoals berichtenborden en visitekaartjes, zodat de opnamen er na correctie uitzien alsof deze vanaf de voorzijde zijn gemaakt.
Helderheid en contrast corrigeren (Niveaucompensatie) U kunt de helderheid en het contrast van gemaakte foto’s corrigeren. Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Niveaucompensatie] en druk vervolgens op $. Selecteer [Auto] of [Handmatig] en druk vervolgens op $.
Pagina 107
Correctievoorbeelden -------------------------------------------------------------------------------------- De algehele helderheid wijzigen • Verplaats het middenpunt naar links om de algehele helderheid te vergroten, en verplaats het naar rechts om de algehele donkerte te vergroten. Een overbelichte of onderbelichte opname corrigeren • Als de opname overbelicht is, verplaats het punt aan de linkerzijde dan naar rechts totdat het op één lijn staat met de linkerrand van het histogram.
Witbalans corrigeren U kunt de kleurtonen van foto’s corrigeren. Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Witbalanscompensatie] en druk vervolgens op $. Het scherm [Witbalanscompensatie] verschijnt. Druk op !"#$ om punten anders in te stellen.
Kleurmoiré corrigeren U kunt kleurinterferenties verminderen die worden veroorzaakt door regelmatige overlappende patronen in foto’s. Toon in de weergavemodus de opname die u wilt corrigeren en druk vervolgens op MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Kleurmoiré corrigeren] en druk vervolgens op $. Druk op !"...
RAW-opnamen ontwikkelen U kunt RAW-opnamen converteren naar JPEG-indeling en deze vervolgens opslaan als nieuwe bestanden. Diverse instellingen kunnen worden geconfigureerd en opgeslagen. Geef in de weergavemodus een RAW-opname weer en druk vervolgens op MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [Ontwikkel RAW] en druk vervolgens op $. Het scherm [Ontwikkel RAW] verschijnt.
Pagina 111
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • [Multi-P AUTO] of [Handmatig] van [Witbalans] kunt u alleen selecteren als deze ten tijde van de opname was geselecteerd. • Kies voor [Compensatie dynamisch bereik] en [Ruisonderdrukking] tussen [Uit], [Zwak], [Medium] en [Sterk]. • Voor [Beeldverhouding] kunnen de opnamen worden geselecteerd die werden gemaakt toen [Afbeeldingsindeling] was ingesteld op [3:2].
Opnamen bekijken met een audiovisueel apparaat U kunt de camera aansluiten op een tv of ander audiovisueel apparaat en de opnamen op het betreffende apparaat weergeven. Koop een kabel die compatibel is met de video-ingang(en) van het apparaat dat u wilt aansluiten. Aansluitpunt op audiovisueel apparaat Kabel Aansluitpunt op camera...
Pagina 113
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Controleer het videoformaat van het audiovisuele apparaat als u een aansluiting maakt met een AV-kabel. Het standaard ingestelde videoformaat van de camera varieert al naargelang het land of de regio waar u deze hebt gekocht. De instelling van het videoformaat kunt u wijzigen bij [Video- uit modus] in het menu [Instelling].
DPOF instellen U kunt in een fotowinkel afdrukken bestellen van opnamen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart. Geef in de weergavemodus de opname weer die u wilt selecteren en druk op MENU/OK. Het menu [Afspelen] verschijnt. Selecteer [DPOF] en druk vervolgens op $. Gebruik !"...
DPOF instellen voor meerdere foto’s Selecteer in de miniaturenweergave meerdere opnamen en het aantal exemplaren. Druk in de weergavemodus op Y. Het scherm verandert in de weergave van 20 beeldjes. Selecteer [DPOF] in het menu [Afspelen] en druk vervolgens op $. Druk op #$ om een opname te selecteren die u wilt afdrukken en gebruik vervolgens !"...
Camera-instellingen wijzigen De camera aanpassen U kunt de functies van de Fn-knoppen en ADJ.-schakelaar wijzigen en instellingen toewijzen aan MY1/MY2/MY3 van de moduskiezer. Opname-instellingen toewijzen (Mijn instellingen) U kunt de huidige camera-instellingen toewijzen als “Mijn instellingen” zodat het heel gemakkelijk is de gewenste instellingen op te roepen en hiermee opnamen te maken.
Pagina 117
Stel de functies in die u wilt toewijzen. Selecteer [Registreer mijn instellingen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op $. Het scherm [Registreer mijn instellingen] verschijnt. Selecteer de locatie waaraan u de instellingen wilt toewijzen en druk vervolgens op MENU/OK. De instellingen worden toegewezen aan de moduskiezer als u [MY 1], [MY 2] of [MY 3] selecteert.
Pagina 118
Instellingen oproepen die zijn toegewezen als Mijn instellingen De instellingen die u hebt toegewezen aan [Mijn instellingenbox], kunnen worden toegewezen aan MY1, MY2 en MY3 van de moduskiezer. Selecteer [Mijn instellingen ophalen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op $. Het scherm [Mijn instellingen ophalen] verschijnt.
Opnamen maken in de modus Mijn instellingen Zet de moduskiezer op MY1, MY2 of MY3. U kunt nu opnamen maken met de instellingen van “Mijn instellingen”. Symbool voor geregistreerde opnamemodus Als u tijdelijk een andere opnamemodus wilt kiezen, selecteer dan [Opnamemodus wijzigen] in het menu [Foto’s nemen].
“Mijn instellingen” bewerken U kunt de instellingen bewerken die zijn toegewezen als “Mijn instellingen”. Selecteer [Mijn instellingen bewerken] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op $. Het scherm [Mijn instellingen bewerken] verschijnt. Selecteer het item van “Mijn instellingen” dat u wilt bewerken en druk vervolgens op $.
Pagina 121
De naam van een item van “Mijn instellingen” wijzigen Selecteer [Naam] in het scherm van Tekstinvoergebied stap 3 op p.118 en druk vervolgens op $. Het scherm [Naam] verschijnt en de huidige naam wordt weergegeven in het tekstinvoergebied. Ga naar stap 3 als u een nieuwe naam wilt invoeren.
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Indien de instellingen van [MY 1], [MY 2] en [MY 3] zijn toegewezen bij [Mijn instellingen ophalen] en de instellingen van Mijn instellingenbox worden bewerkt, dan worden de wijzigingen ook toegepast op de instellingen van [MY 1], [MY 2] en [MY 3]. Indien de instellingen van [MY 1], [MY 2] en [MY 3] rechtstreeks worden bewerkt, dan worden de wijzigingen niet toegepast op de instellingen van Mijn instellingenbox.
Selecteer [ADJ.-schakelaar instellen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op $. Het scherm [ADJ.-schakelaar instellen] verschijnt. Druk op !" om een ADJ.-schakelaarinstelling te kiezen uit de reeks [ADJ.-schakelaar instelling 1] t/m [ADJ.-schakelaar instelling 5] en druk vervolgens op $. Druk op !"...
Functies toewijzen aan de knoppen Fn1, Fn2 en Effect U kunt functies toewijzen aan de knoppen Fn1, Fn2 en Effect, zodat u instellingen kunt wijzigen of een scherm met functie-instellingen kunt oproepen door eenvoudigweg op deze knoppen te drukken. U kunt de volgende functies toewijzen aan de knoppen Fn1, Fn2 en Effect. Functie Pagina —...
Pagina 125
Selecteer [Stel Fn1-knop in], [Stel Fn2-knop in] of [Effectknop instellen] in het menu [Belangrijke opties] en druk vervolgens op $. Druk op !" om de functie te selecteren die u wilt toewijzen en druk vervolgens op #. De functie is nu toegewezen en opnieuw verschijnt het menu [Belangrijke opties].
Andere instellingen wijzigen De helderheid van het scherm wijzigen U kunt de helderheid van het scherm wijzigen. De standaardinstelling is [Auto]. De helderheid van het scherm wordt automatisch aangepast aan de omgevingshelderheid. Selecteer [LCD-helderheid] in het menu [Instelling] en druk vervolgens op $.
De informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus U kunt de informatie instellen die moet worden weergegeven in de opnamemodus telkens wanneer u een bepaald aantal keer de DISP.-knop indrukt. Selecteer [DISP.-knop weergave instellen] in het menu [Instelling] en druk vervolgens op $. Het scherm [DISP.-knop weergave instellen] verschijnt.
De bedieningsgeluiden instellen kunt bedieningsgeluiden camera instellen [Bedieningsgeluiden] en [Volume-instellingen] in het menu [Instelling]. Er zijn de volgende vier bedieningsgeluiden voor de camera. Sluitergeluid. Het geluid dat u hoort wanneer u de ontspanknop indrukt. Scherpstellingsgeluid Het geluid dat u hoort wanneer u de ontspanknop half indrukt en het onderwerp scherp wordt gesteld.
De mapnaam selecteren U kunt de mapnaam selecteren bij [Mapnaam instellen] in het menu [Instelling]. Serienummer 100 t/m 999 Opnamedatum ***_MMDD (3-cijferig mapnummer_Datum) De bestandsnaam wijzigen U kunt de eerste twee karakters “R0” van bestandsnamen wijzigen. Selecteer [Bestandsnaam wijzigen] in het menu [Instelling] en druk vervolgens op $.
Het serienummer van bestanden instellen Voor bestandsnamen wordt een 6-cijferig serienummer (000001 t/m 999999) toegewezen na “R0”. Bij [Kaartvolgordenummer] in het menu [Instelling] kunt u instellen of u het serienummer doorlopend vanaf de vorige geheugenkaart wilt gebruiken wanneer geheugenkaarten worden vervangen.
U kunt bij de optie [Firmwareversie controleren] in het menu [Instelling] controleren welke firmwareversie uw camera gebruikt. Als er een firmwarebestand op de geheugenkaart aanwezig is, dan kunt u de firmware updaten. Voor informatie over versie-updates kunt u de website van RICOH IMAGING raadplegen. http://www.ricoh.com/r_dc/support/...
Gebruikmaken van opnamen Opnamen gebruiken op een computer U kunt gemaakte foto’s en films overzetten naar een computer door de camera met een USB-kabel aan te sluiten op de computer. U kunt ook gebruikmaken van de bijgeleverde software “Digital Camera Utility 5” om RAW-bestanden te converteren.
Opnamen kopiëren naar een computer Gebruik de bijgeleverde USB-kabel om de de camera aan te sluiten op een computer. Zet de camera uit. Open het klepje van de aansluit- punten en sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op het USB/AV OUT-aansluitpunt op de camera en het andere uiteinde op de computer.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het communicatieapparaat voor informatie over de bediening van het apparaat. • U kunt opnamen maken door het communicatieapparaat te bedienen met de specifieke toepassing “GR Remote”. Raadpleeg voor bijzonderheden over gebruik van “GR Remote” de volgende site: http://www.ricoh-imaging.co.jp/english/products/gr_remote/...
Pas op --------------------------------------------------------------------------------------------------------- • Gebruik de Wi-Fi-functie niet op een locatie waar het gebruik van draadloze LAN-apparaten aan beperkingen onderhevig of verboden is, zoals in vliegtuigen. • Houd u bij gebruik van de Wi-Fi-functie aan de plaatselijke wetten en voorschriften inzake radiocommunicatie.
De w-knop indrukken en ingedrukt houden Stel [Inst. effectknop vasthouden] in op [Wi-Fi] in het menu [Belangrijke opties]. De standaardinstelling is [Wi-Fi]. Druk op w en houd deze knop ingedrukt. Er klinkt een pieptoon en het Wi-Fi-symbool verschijnt op het opnamescherm. Laat "...
De 6-knop indrukken en ingedrukt houden De Wi-Fi-functie kan worden ingeschakeld in de weergavemodus vanuit de uitgeschakelde toestand van de camera. Druk op 6 en houd deze knop ingedrukt totdat u een pieptoon hoort. De camera wordt ingeschakeld in de weergavemodus en de Wi-Fi-functie is ingeschakeld.
De camera bedienen met een communicatieapparaat De camera en het communicatieapparaat met elkaar verbinden Verbind de camera met het communicatieapparaat via Wi-Fi en start Image Sync die is geïnstalleerd op het communicatieapparaat. Zie “De Wi-Fi-functie inschakelen” (p.132) voor informatie over inschakeling van de Wi-Fi-functie van de camera.
Pagina 139
Tik op [RICOH_xxxxxx] in de [Network List] (Netwerklijst). Het scherm [Enter Password] (Wachtwoord invoeren) verschijnt. Voer het wachtwoord in en tik op [Connect] (Verbinding maken). Tussen de camera en het communicatie- apparaat wordt een Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht. De lijst met opnamen verschijnt op het Image Sync-scherm.
Wanneer een iOS-apparaat wordt gebruikt Schakel de draadloze LAN (Wi-Fi)-functie in op het communicatieapparaat. Tik op [RICOH_xxxxxx] in de lijst met gedetecteerde Wi-Fi-netwerken. Voer het wachtwoord in en tik op [Join] (Verbinding maken). Tussen de camera en het communicatie- apparaat wordt een Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht.
Opnamen bekijken U kunt met Image Sync de opnamen bekijken die zijn opgeslagen in de camera of op het communicatieapparaat. Knop voor selectie van meerdere opnamen Knop voor selectie van album (alleen beschikbaar voor de lijst met opnamen van de toepassing) Instellingen (p.143) NFC-verbindingsscherm Opnamen in de camera...
Pagina 142
De locatie voor opslag van opnamen selecteren Als u opnamen bekijkt wanneer de lijst met opnamen van de toepassing wordt weergegeven, kunt u de opslaglocatie (album) van opnamen selecteren bij [Application] (Toepassing) of [Gallery] (Galerij) (of [Camera Roll] (Filmrol)). Tik op l. Selecteer het album.
Pagina 143
Meerdere opnamen selecteren Tik op m. Tik op de opnamen die u wilt selecteren. Er verschijnen blauwe vinkjes. Raak een van de geselecteerde opnamen aan en houd deze vast.
Pagina 144
Selecteer de gewenste actie. Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • Wanneer u de gewenste opname aanraakt en vasthoudt die wordt getoond in de lijstweergave, verschijnt hetzelfde scherm als in stap 4 en kunt u de actie selecteren die u wilt toepassen.
De instellingen wijzigen Tik op n. Het scherm [Settings] (Instellingen) verschijnt. De volgende instellingen zijn beschikbaar. Camera Power Off Schakelt de camera uit. (Camera uitschakelen) General Settings Wijzigt de communicatie- (Algemene instellingen) instellingen en de weergavetaal. Tik op [General Settings] (Algemene instellingen) als u de communicatie-instellingen en weergavetaal wilt wijzigen.
Pagina 146
Tik op het instellingsitem dat u wilt wijzigen. Communication Settings Het wachtwoord en draadloze kanaal kunt u wijzigen. (Communicatie-instellingen) Device Information U kunt de versie van de toepassing, het cameramodel, de SSID, (Apparaatgegevens) het MAC-adres en het draadloze kanaal controleren. Language (Taal) U kunt Engels of Japans selecteren.
Menu’s De camerafuncties worden voornamelijk ingesteld met de menu’s. De volgende menu’s zijn beschikbaar. (De onderstreepte instellingen zijn de standaardinstellingen.) Menu [Foto’s nemen] Gebruik dit menu om de opname-instellingen in te stellen. Dit menu wordt weergegeven in de opnamemodus. Het hangt van de stand van de moduskiezer af welke opties kunnen worden geselecteerd.
Pagina 148
Menu-optie Instellingen Pagina Indeling/grootte: o, p, q , r, s, u Afbeeldingsindeling p.54 Beeldverhouding: 3:2, 4:3, 1:1 Afbeeldingsgrootte: w, x, n Filmindeling p.91 Beeldsnelheid: 60 beelden/sec, 50 beelden/sec, 30 beelden/sec, 25 beelden/sec, 24 beelden/sec Effect Uit, Zwartwit, ZW (TE), Hg contrast ZW, Kruisproces, p.83 Positieffilm, Bleach Bypass, Retro, Miniaturisatie, Bijsnede verpl., High key, HDR-toon, Helderheid, Glans, Zwak,...
Pagina 150
1 Deze instelling kan alleen worden getoond als de moduskiezer ingesteld is op 3. 2 Deze instelling kan alleen worden getoond als de moduskiezer op P, Av, Tv, TAv, M of 3 staat. 3 Deze instelling kan alleen worden getoond als de moduskiezer op Av, Tv, TAv of M staat. 4 Deze instelling kan alleen worden getoond als de moduskiezer op Av staat.
Menu [Afspelen] Dit menu wordt getoond in de weergavemodus. Gebruik dit menu om opnamen te beheren en te corrigeren. Menu-optie Pagina Ontwikkel RAW p.108 Niveaucompensatie p.104 Witbalanscompensatie p.106 Kleurmoiré corrigeren p.107 Bijsnijden p.102 Grootte aanpassen p.102 Scheefheidscorrectie p.103 Filmbestand uitsnijden p.94 Diavoorstelling p.95...
Menu [Belangrijke opties] Gebruik dit menu om vaak gebruikte opname-instellingen toe te wijzen en de functies van knoppen en schakelaar te wijzigen. Menu-optie Instellingen Pagina Registreer mijn instellingen MY 1, MY 2, MY 3, Mijn instellingenbox (1 t/m 6) p.114 Mijn instellingen ophalen —...
Pagina 153
Menu-optie Instellingen Pagina AEL/AFL instellen AFL , AEL·AFL, AEL p.60 C-AF Continu instellen Uit, AF-prioriteit, Sluiterprioriteit p.62 AEL/AFL-vergrendeling houden Aan, Uit p.61 AFL focusinstellingen Uit, Meervoudige AF, Punt AF, Pinpoint-AF p.60 M-modus op knopdruk Dfg-prioriteit, Tijdprioriteit, Programma p.48 Bevestiging sluiterknop Aan, Uit p.48 p.121...
Menu [Instelling] Gebruik menu algemene bedieningshandelingen van de camera in te stellen. Menu-optie Instellingen Pagina Formatteren [Kaart] — p.28 Formatteren — — [Intern geheugen] Bestandsnummer terugzetten — p.128 Bestandsnaam wijzigen p.127 Mapnaam instellen Serienummer, Opnamedatum p.127 Kaartvolgordenummer Aan, Uit p.128 Kennisgeving over copyright —...
Pagina 156
Opmerking --------------------------------------------------------------------------------------------------- • De instellingen bij [Intervalopname] en [Aangepaste zelfontspanner] worden gereset naar de standaardwaarde wanneer de camera wordt uitgezet. De instellingen voor alle andere functies blijven behouden. • De opties die zijn ingesteld in het menu [Foto’s nemen] kunnen worden hersteld naar de standaardwaarde door gebruik te maken van de optie [Fabrieksinstellingen herstellen] in het menu [Foto’s nemen].
Bijlagen Problemen oplossen Foutberichten Indien een foutbericht wordt getoond, volg dan de stappen hieronder. Foutbericht Oorzaak en oplossing Pagina Kaart inbrengen. Geen geheugenkaart geplaatst. Plaats de kaart. p.23 Stel de datum, tijd en Datum is niet ingesteld. Stel de datum in. p.29 indeling in.
Problemen oplossen Voeding Probleem Oorzaak Oplossing Pagina De camera kan niet worden De batterij is leeg of niet geplaatst. Plaats de batterij of laad batterij op. p.23 ingeschakeld. p.25 De batterij is niet compatibel. Gebruik een compatibele batterij. — De batterij is andersom geplaatst. Plaats de batterij op de juiste wijze p.23 in de camera.
Foto's nemen Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Er wordt geen foto gemaakt De batterij is leeg. Laad de batterij op. p.25 terwijl de ontspanknop De camera staat uit of niet in de Druk op de aan/uit-knop om de p.27 wordt ingedrukt. camera aan te zetten, of druk op 6 opnamemodus.
Pagina 160
Probleem Oorzaak Oplossing Pagina De flitser verlicht het De afstand tot het onderwerp is meer Ga dichter naar het onderwerp toe. — onderwerp niet. dan 3 meter vanaf de camera. Het onderwerp is donker. Vergroot de flitsintensiteit. p.81 De flitsintensiteit is te laag. Vergroot de flitsintensiteit.
Pagina 161
Afspelen/Verwijderen Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Er worden geen De gegevens zijn verborgen. Druk op de DISP.-knop om de p.22 opnamegegevens getoond. gegevens op te roepen. De opnamen kunnen niet De AV- of HDMI-kabel is niet juist Sluit de kabel opnieuw aan. p.110 worden weergegeven of aangesloten.
Pagina 162
Divers Probleem Oorzaak Oplossing Pagina De geheugenkaart kan niet De kaart wordt andersom gehouden. Houd de kaart op de juiste wijze naar p.23 worden geplaatst. de camera gericht. De bedieningsknoppen van De batterij is leeg. Laad de batterij op. p.25 de camera werken niet.
Specificaties Camera Lens Lensconstructie: 7 elementen in 5 groepen (2 asferische lenselementen) Brandpuntsafstand 18,3 mm Equivalente Circa 28 mm brandpuntsafstand 35 mm Diafragma F2.8 t/m F16 Focus Modi Meervoudige AF, Punt AF, Pinpoint-AF, Onderwerp volgen AF, MF, Snap, Oneindig, Prioriteit gezichtsdetectie AF (in de automatische opnamemodus / wanneer [Portret] van [Effect] is geselecteerd), Continu AF, Opname bij vol.
Pagina 164
Belichtingsregeling Meting Meervoudig, Midden, Punt Modi Programma AE, Diafragmaprioriteit AE, Sluiterprioriteit AE, Sluiter/ diafragmaprioriteit AE, Handmatige belichting Belichtingscompensatie Foto: ±4 EV in stappen van 1/3 EV Film: ±2 EV in stappen van 1/3 EV Opnamemodi Automatische opnamemodus, Program shift, Prioriteit diafragma, Sluiterprioriteit, Prioriteit sluitertijd/diafragma, Handmatige belichting, Film, Mijn instellingen Effect...
Pagina 165
Draadloos LAN Standaards IEEE 802.11b/g/n (standaard draadloos LAN-protocol) Frequentie 2412 MHz t/m 2462 MHz (1 kanaal t/m 11 kanalen) (middenfrequentie) Beveiliging Authenticatie: WPA2, Encryptie: AES Standaards ISO/IEC 14443 Type A, ISO/IEC 14443 Type B, JIS X 6319-4 (automatisch geselecteerd) Werkfrequentie 13,56 MHz (Middenfrequentie) Afmetingen...
Opslagcapaciteit De volgende tabel geeft bij benadering voor diverse indelingen een overzicht van het aantal foto's en de opnametijd (in seconden) van films die kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen en op een geheugenkaart. Indeling/ Beeld- Brandpunts- Opnameresolutie Intern 4 GB 32 GB grootte...
Pagina 167
Foto maken 1920 × 1080 — — 1920 × 1080 3328 26927 van film 1280 × 720 — — 1280 × 720 6549 52989 640 × 480 — — 640 × 480 18087 146340 *1 Equivalente brandpuntsafstand 35 mm Grootte Beeldsnelheid Opnameresolutie Intern...
Optionele accessoires Conversielens, kap en adapter Verwijder de ringkap voordat u de conversielens (GW-3) of de lenskap en adapter (GH-3) aansluit. Verwijderen Zet de camera uit en draai de kap linksom totdat u deze kunt verwijderen. Bevestigen Zet de camera uit. Zorg ervoor dat de markering op de ringkap (2) op één lijn staat met de markering op het camerahuis (1) en draai de ringkap rechtsom totdat u...
Externe flitser U kunt een optionele externe TTL-flitsunit (GF-1) aansluiten op de flitsschoen van de camera en deze gebruiken als een automatische TTL-flitser. Sluit de flitserklep. Verwijder de flitsschoenbeschermer Flitsschoen van de flitsschoen. Zet de camera en de externe flitsunit uit en sluit de flitser aan op de flitsschoen van de camera.
Overige flitsunits Bevestig de flitsunit op de flitsschoen. Zet de camera aan, draai de moduskiezer naar Av, TAv of M, en stel het diafragma in. Stel de ISO-gevoeligheid in op een andere waarde dan [Auto] of [Auto-hoog]. Zet de externe flitser aan, stel deze in op Auto en stel het diafragma en de ISO-gevoeligheid in op dezelfde waarde als op de camera.
Pagina 171
Schakel de voeding van de automatische flitser in en configureer de instellingen van de automatische flitser zo dat met de ingebouwde flitser draadloze P-TTL-opnamen worden gemaakt. Zet de draadloze modus van de automatische flitser op SLAVE. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de automatische flitser voor bijzonderheden.
Gebruik van de camera in het buitenland Gebruik van de USB-netadapter AC-U1 en batterijlader BJ-6 Deze producten zijn bestemd voor gebruik met een stroom van 100 V t/m 240 V en 50 Hz of 60 Hz. Koop een reisadapter voor aansluiting op het type stopcontact dat wordt gebruikt op uw bestemming voordat u op reis gaat.
Voorzorgsmaatregelen Camera • Dit product is gemaakt voor gebruik in het land waar het werd gekocht. De garantie is niet geldig in andere landen. • Als het product defect raakt terwijl u in een ander land bent, dan aanvaardt de fabrikant geen verantwoordelijkheid voor reparatie ter plaatse van het product en hieraan gerelateerde kosten.
Pagina 174
Vervang de batterij dan door een nieuwe. Gebruik een vervangende batterij die wordt aanbevolen door RICOH IMAGING. • De oplaadtijd met de AC-U1 is circa 3 uur (bij 25°C).
Behandeling en opslag van de camera Behandeling van de camera • De beeldkwaliteit kan nadelig worden beïnvloed door vingerafdrukken en andere vreemde materialen op de lens. Voorkom dat u de lens met uw vingers aanraakt. • Verwijder stof of pluisjes op de lens met een blaaskwastje of maak de lens voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Garantiebepalingen Al onze camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn tegen materiaal- en/of fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na de datum van uw aankoop. Tijdens die periode worden onderhoud en reparaties kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat de camera niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van batterijen of door chemische inwerking, gebruik in strijd met de bedieningsvoorschriften,...
Pagina 177
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen 1. In de Europese Unie Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde documenten duiden erop dat gebruikte elektrische en elektronische apparatuur en batterijen niet bij het gewone huisvuil mogen worden verwerkt. Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur en batterijen moeten afzonderlijk en in overeenstemming met de bestaande wetgeving worden behandeld.