Ventilators
3063191_201604
7. Inbedrijfstellen
Wordt het inbedrijfstellen van de installatie niet door Wolf uitgevoerd, dan dienen
alle in- en uitgangen op juiste bekabeling en functie te worden gecontroleerd:
- Vorstbeveiligingsfunctie
- Draairichting ventilatoren
- Draairichting buitenlucht- / retourluchtklep
- Plausibele
retourluchtvoeler, buitenluchtvoeler, ijsvormingssensor)
- Motorstroomwaarden meten
- Motorbescherming (thermocontacten / PTC-weerstanden)
- Luchtstroomcontrole
- Filtercontrole
- Functie van de bypassklep (draairichting)
- Servomotor verwarmen / koelen
- Verwarmingscircuitpomp / koelcircuitpomp
- Alsmede alle andere installatiespecifieke functies
Wordt de functietest niet adequaat uitgevoerd, dan wordt er geen garantie
door de firma Wolf overgenomen!
De deuren vóór het inbedrijfstellen met behulp van gereedschap stevig afsluiten
(toesteldichtheid), anders bestaat het gevaar dat de motor overbelast raakt.
(1 x 230V / 50Hz; 2,7A bij CKL-1300)
(3 x 400V / 50Hz; 1,7A bij CKL-2200 / CKL-3000 / CKL-4400 / CKL-5800)
Let op
Luchthoeveelhedenmeting bij gesloten deuren uitvoeren.
Meetslangverbindingen uit het toestel leiden (zie bepaling van het debiet)
Wijzigingen uitvoeren via de bedieningsmodule BMK (zie desbetreffende be-
dieningsinstructies)
voelerwaarden
(ruimtevoeler,
toevoerluchtvoeler,
15