Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

FLIR Raymarine a Series Installatievoorschriften pagina 107

Inhoudsopgave

Advertenties

Slecht/problematisch beeld
Mogelijke oorzaken
Stilliggend schip
Scrollen gepauzeerd of snelheid te langzaam ingesteld
De gevoeligheidsinstellingen kunnen ongeschikt zijn
voor de omstandigheden.
Beschadigde kabels
Plaats van de transducer
Transducer gekanteld
Beschadigde of defecte transducer
Beschadigde transducerkabel
Turbulentie rond de transducer bij hogere snelheden
kan de prestaties van de transducer beïnvloeden
Interferentie van een andere transducer
Fout voeding naar unit
Incorrecte snelheidslezing (van DST-transducer)
Mogelijke oorzaken
Fout schoepenwiel
Er is geen snelheidscorrectie ingesteld
Incorrecte kalibratie
De transducer heeft geen snelheidselement
Incorrecte transducer geselecteerd (geen snelheid
weergegeven)
Probleemoplossing
Mogelijke oplossingen
Visbogen worden niet weergegeven wanneer het schip stilligt, vis verschijnt dan in rechte lijnen
op het display.
Herstart het scrollen of verhoog de scrollsnelheid van de sonar.
Controleer de gevoeligheidsinstellingen en pas ze aan, of reset de sonar.
1.
Controleer de connector van de unit op gebroken of verbogen pinnen.
2.
Controleer of de kabelconnector volledig in de unit zit en of de borgring is vergrendeld.
3.
Controleer de kabel en connectoren op beschadigingen of corrosie en vervang deze wanneer
nodig.
4.
Probeer de stroomkabel wanneer de unit is ingeschakeld heen en weer te bewegen in
de buurt van de displayconnector om na te gaan of de unit hierdoor uitschakelt, vervang
de kabel wanneer nodig.
5.
Controleer de accuspanning, de conditie van de accupolen en de voedingskabels en zorg
ervoor dat de verbindingen goed vastzitten, schoon en vrij zijn van corrosie. Vervang ze
wanneer nodig.
6.
Gebruik een multimeter wanneer het product is belast en controleer alle
connectoren/zekeringen etc. op spanningsvallen (dit kan ertoe leiden dat de
Fishfinder-toepassingen stoppen met scrollen of dat de unit reset/uitschakelt). Vervang ze
wanneer nodig.
Controleer of de transducer is geïnstalleerd overeenkomstig de instructies die met de transducer
zijn meegeleverd.
Als de spiegelmontagetransducer te hoog op de spiegel is gemonteerd, kan het zijn dat hij boven
het water uitkomt. Controleer of de transducer volledig onder water blijft bij planeren en wenden.
Als de transducer een kantelmechanisme heeft, controleer of hij niet is gekanteld doordat hij een
object heeft geraakt.
Controleer de status van de transducer en zorg ervoor dat hij niet is beschadigd en vrij van
vuil/aangroei.
Controleer of de transducerkabel en de aansluiting onbeschadigd zijn, of de aansluiting goed vast
zit of er geen sprake is van corrosie.
Verlaag de snelheid van het schip en controleer opnieuw.
1.
Schakel de transducer die interferentie veroorzaakt uit.
2.
Plaats de transducers op een andere plek, verder uit elkaar.
Controleer de spanning van de voeding, als deze te laag is kan dat het zendvermogen van de
unit negatief beïnvloeden.
Mogelijke oplossingen
Controleer of het schoepenwiel schoon is.
Voeg snelheidscorrectie toe.
Herkalibreer de apparatuur
Installeer een transducer met snelheidselement om snelheidsmetingen uit te kunnen voeren.
Selecteer een transducer die de snelheidsmeting uit het menu Transducerinstellingen ondersteunt.
107

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Raymarine c seriesRaymarine e series

Inhoudsopgave