Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Orbitalum ORBIMAT 180 SW Gebruiksaanwijzing pagina 45

Orbitaallasvoeding
Inhoudsopgave

Advertenties

Bediening
X Pas de draadtoevoerparameters uitsluitend aan wanneer een laskop met koude-draadtoevoer is aangesloten of geselec-
teerd.
Bij andere laskoppen zijn de invoervelden grijs.
Draadtoevoerparameters:
Draadstartvertraging (in seconden)
Draadnalooptijd (in seconden)
Draadterugtrektijd (in seconden)
Draad HP-snelheid (in mm/min.)
Draad LP-snelheid (in mm/min)
Bij een wijziging van de draadtoevoer moet ook de stroom worden gewijzigd omdat bij bv. een verhoging van de draadsnel-
heid ook meer (koud) materiaal aan het lasproces wordt toegevoerd. Bij een te hoge draadtoevoer kan het smeltbad moeilijk
worden beheerst en loopt of druipt het weg.
Draadstartvertraging: tijd tussen het ontsteken van de lasboog en het starten van de draadtoevoer. Deze tijd komt overeen
met de tijd voor de smeltbadopbouw (startvertraging van de rotatiemotor) en kan niet langer zijn dan de smeltbadopbouw-
tijd.
In speciale gevallen mag deze tijd korter zijn dan de smeltbadopbouwtijd zodat bij stilstaande rotatiemotor al draad aan het
smeltbad wordt toegevoerd.
X Stel de draadstartvertraging niet te kort in omdat de draad bij een nog niet opgebouwd smeltbad niet wordt "opgeno-
men".
Draadnalooptijd: de tijd waarin tijdens de stroomverlaging aan het eind van het lasproces nog draad aan het proces wordt toe-
gevoerd. Deze tijd mag minimaal 0 zijn en maximaal zo lang als de stroomverlagingstijd. Bij de waarde 0 stopt de draadtoevoer
zodra de stroomverlaging begint. Wanneer de tijd gelijk is aan de stroomverlagingstijd, wordt tijdens de volledige verlagings-
tijd draad toegevoerd.
Omdat de toegevoerde energie met de stroomverlaging afneemt, moet de draadtoevoer stoppen zodra er geen smeltbad meer
is.
Draadterugtrektijd: de tijd waarin de draadlooprichting aan het eind van de draadtoevoer wordt omgekeerd zodat de draad bij
het terugdraaien van de laskop de buis niet raakt. De terugtrektijd moet ca. 1 - 2 sec. bedragen en is goed ingesteld wanneer
de draad na het terugtrekken nog 2 - 3 mm uit het toevoerbuisje steekt. Wanneer de tijd te lang is, wordt de draad helemaal
in het buisje ingetrokken. Daarbij kan het vaak nog vloeibare uiteinde (vaak ook met een kleine verdikking) zich in het draad-
toevoerbuisje vasthechten.
Draad HP-/LP-snelheid: draadsnelheden van de toevoerdraad (in mm/min) in de afzonderlijke sectoren. De autoprogrammering
stuurt de draad doorgaans pulssynchroon aan: De draadtoevoermotor staat dan tijdens de lage puls stil omdat de energie van
de lasboog dan mogelijk onvoldoende is om de draad te smelten.
Om een hogere smeltcapaciteit te bereiken:
X Verhoog de snelheid van de draad gedurende de hoge-pulsfase.
– of –
X Voer de draad ook toe in de lage-pulsfase. De gedurende de lage-pulsfase ingestelde lasstroom moet dan voldoende hoog
zijn.
Selecteer in het hoofdmenu "Manuele programmering" > "Parameters instellen" > "Smeltbadopbouw"
1.
2
Selecteer achtereenvolgens de parameters "Draadstartvertraging", "Draadnalooptijd" en "Draadterugtrektijd", markeer en
wijzig deze en sla deze op
Selecteer "Verder naar sector 1" of selecteer de gewenste sector
3
De geselecteerde sector wordt rechts op het display in kleur geaccentueerd. Het gradenbereik van deze sector wordt weergege-
ven. Onder de procesafbeelding verschijnt een weergave van de naadschubben.
45
orbitalum tools GmbH, D-78224 Singen, www.orbitalum.com, Tel. +49 (0) 77 31 792-0
ORBIMAT 180 SW | Gebruiksaanwijzing
(31.08.23) OW_ORBIMAT_180SW_BA_850060205_01_NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Orbitalum ORBIMAT 180 SW

Inhoudsopgave