Inhoudsopgave
Advertenties
ORBIMAT 180 SW | Gebruiksaanwijzing
Advies
[ Stel de hoge- en lage-pulstijden niet onderling verschillend in
Ervaren gebruikers kunnen de pulstijden onderling verschillend aanpassen. Voor bepaalde materiaalsoorten (bv. koper) wordt
dit aanbevolen.
8.3.10
Lassnelheid en overgangstijd ("Slope") aanpassen
De autoprogrammering legt lassnelheden vast in een bereik van 70 – 100 mm/min (op de buisomtrek), het gemiddelde bereik
voor het TIG-lasproces. Vanaf een bepaalde wanddikte beweegt het systeem de motor synchroon met de pulsen: de motor
staat tijdens de hoge-pulsfase praktisch stil en beweegt uitsluitend tijdens de lage-pulsfase.
Deze methode vermindert het volume vloeibaar materiaal zodat het smeltbad ook bij wanddikten rond 4,0 mm (0.157") beheersbaar
blijft. In deze gevallen moet voor de resulterende snelheid het gemiddelde van de beide snelheden worden gebruikt, wanneer hoge-
en lage-pulstijd even lang zijn.
In het algemeen geldt dat een hoge lassnelheid (zinvol tot max. ca. 200 mm/min.) uitsluitend mogelijk is wanneer op het proces geen significante toleran-
ties (offset, wanddikte, luchtspleet, enz) van toepassing zijn
Bij iets lagere snelheden worden onregelmatigheden (zoals bv geringe variaties in de wanddikte van de buis) door het proces getolereerd In de autopro-
grammering wordt daarom gebruik gemaakt van gemiddelde waarden
Wanneer bij een toepassing een hogere lassnelheid nodig is:
X Verhoog de stroom om dezelfde hoeveelheid energie (per lengte-eenheid) aan het proces toe te voeren.
Bij verschillende lassnelheden in de sectoren:
Bij de overgang tussen sectoren met verschillende snelheden wordt de motor lineair versneld of afgeremd wanneer een slope-
-tijd is ingesteld.
Overgang in snelheid deactiveren
1.
Selecteer in het hoofdmenu "Instellingen" > "Programma-instellingen"
Selecteer bij "Snelheid zonder slope" de optie "Nee"
2
De slope is in het huidige lasprogramma gedeactiveerd.
3.
Druk op softkey 5 ("Menu").
De machine is startklaar.
Wanneer u werkt met verschillende toerentallen tijdens hoge- en de lage-pulsstroom:
X Stel de pulstijden niet korter in dan 0,2 seconde om de traagheid van de motoren en het mechani-
sche systeem te compenseren.
Wanneer de motor in de hoge-pulsfase praktisch stil moet staan:
X Voer de waarde "1" in voor het toerental.
De motor loopt verder hoeft bij het versnellen geen frictie te overwinnen. Dat ontziet de motor en leidt
tot een hogere nauwkeurigheid bij het aanhouden van de rotatiehoek bij het lassen.
De autoprogrammering stelt bij pulssynchroon bedrijf automatisch de waarde 1 in voor de lassnelheid
gedurende de hoge-pulstijd.
Draadtoevoerparameters aanpassen
(31.08.23) OW_ORBIMAT_180SW_BA_850060205_01_NL
orbitalum tools GmbH, D-78224 Singen, www.orbitalum.com, Tel. +49 (0) 77 31 792-0
Bediening
44
Advertenties
Inhoudsopgave
